...

De reis naar Sint-Petersburg en de woonst van de componist, de gesprekken met getuigen (zoals de klarinetist die meespeelde bij de opvoering van de Zevende Symfonie in 1942 in het belegerde Leningrad) en de herontdekking van sleutelstukken uit het oeuvre van Sjostakovitsj waren de aanleiding voor een ontroerend essay, stijlvol (inclusief leeslintje) uitgegeven door Notting Hill Press.Het is een ontroerende bespiegeling omdat Johnson luisterend en vertellend ook getuigt van zijn eigen psychische kwetsbaarheid en die verbindt met het lot en de composities van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). De partituren van de levens van Johnson en Sjostakovitsj blijken gelijk op te lopen.Als tiener met een onstabiele en on voorspelbare moeder vond Johnson een veilige haven in de donkere, donderende melodieën van de Rus. Die zocht naar manieren om zijn gemoedsrust, bedreigd door een niets ontziende dictatuur en een wankel psychisch evenwicht, te verklanken. De echo's daarvan vormen een intieme en openhartige weergave van Johnsons drama en trauma van een bipolaire stoornis, een paar keer wankelend op het randje van de suïcide.Johnson neemt de lezer/luisteraar mee van overpeinzingen over muziek, geweldige verhalen over Sjostakovitsj, verhelderende beschrijvingen van muzikale bewegingen, naar indringende observaties over kunst en haar impact op de mens. Bij Johnson geen dure muziektheorieën maar een toegankelijke analyse van symfonieën en kwartetten in biografische en persoonlijke termen, waardoor klanken betekenis krijgen.De auteur demonstreert speels en poëtisch hoe muziek een abstracte en daardoor multi-interpretabele kunstvorm is die kan aansluiten op ieders individuele verhaal, van innerlijke verwarring of euforie, extase, dreiging of wanhoop.Johnson slaagt er in invoelbaar te maken hoe Sjostakovitsj zich drijvende houdt op de troebele wateren van zijn eigen ziel. Zijn muziek bestrijkt een breed spectrum van emotioneel, lichtvoetig, wild, somber, duister en intens tot broeierig, humoristisch of neerslachtig. Johnson gaat op zoek naar de neurobiologische wortels van de mentale impact van muziek, met veel gevoel voor esthetiek en psychologie.Muziek, zo concludeert hij, is iets diep persoonlijks en tegelijk iets wat je deelt met anderen. Muziek is als de levenslijn tussen een geïsoleerd individu en een solidaire groep, in tijden van vreugde en van verdriet. Luisteren kan verbinden en de brug slaan naar anderen. Luisteren als begin van herstel, voor Johnson begon dat bij het achtste strijkwartet van Sjostakovitsj, die zelf aan zelfmoord dacht toen hij het componeerde.