...
Talking about literature is talking about life (itself), zegt de heerlijk grappige Nicci Gerrard in de podcast Drie Boeken van Wim Oosterlinck van 12 november. Nicci Gerrard is the significant other (in so many ways) van Sean French (en hij van haar, dat spreekt), en u kent ze ongetwijfeld als Nicci French, het meest succesvolle schrijversduo ooit. 'Talking about literature is talking about life (itself)'. Het raakte me toen ik het Nicci (ja, ze is zo ontwapenend lief dat het voelt alsof je Nicci mag zeggen) hoorde zeggen, onderweg van huis naar het UZ tijdens mijn (zeer drukke) wachtweekend. Want dat is het wat onze vijf leesvrijwilligers doen, elke week opnieuw: mooie literaire teksten lezen samen met onze patiënten, en erover reflecteren. Het brengt de mooiste gesprekken op gang. Elke week krijg ik van die lieve leesmensen een mail met een kort verslagje, over wat ze met wie hebben gelezen, en welke verhalen naar boven kwamen. Het is een van de hoogtepunten van mijn week, die mail. Elke week opnieuw lees ik bevestigd hoe literatuur, en bij uitbreiding kunst, een deur opent naar de mens. Marieke De Maré schreef twee romans, Bult, haar debuut, en Ik ga naar de schapen. Het zijn allebei ware kleinoden, die een hele wereld oproepen. Zoals ze zelf zegt: "Ik leef heel veel in de witregels." Ook in haar boeken speelt heel veel zich af in diezelfde witregels. En daar gebeuren mooie dingen in het hoofd en hart van de lezer. Marieke kwam deze week in het kader van de Voorleesweek en dankzij de steun van Sylvie D'Haene (directeur Iedereen Leest), voorlezen voor enkele van onze opgenomen patiënten. Ze kwam nadien een beetje overdonderd bij mij, en vertelde hoe ongelooflijk het was hoe ze op die kamers, met mensen die ze voor het eerst zag, onmiddellijk de diepte indook. Ze zei ook: "Dit is waarom kunstenaars zich volgens mij zo thuis voelen in het UZ Gent: het gaat hier over de essentie, over leven en dood. En dat is net de ruimte waarin kunstenaars creëren." "En het is ook daarom dat ik hier zo graag kom", voegde ze er nog aan toe. Bart Moeyaert was nog nooit in het UZ geweest, bekende hij, nadat we hem vol trots de leespostbus, het valiesje van de voorlezers en ons boekenkastje op de afdeling hadden getoond. Diezelfde Bart Moeyaert was vanuit de stilte van het Kalmthoutse bos naar dat wervelende UZ getreind - en we merkten op hoe verstild het UZ was geworden, nadien. Het was intussen ook al bij negenen des avonds, maar toch. Want wat we hier hadden mogen belezen en beleven, maakte ons stil - al juichten onze harten. Bart kwam samen lezen met zorgverleners, een twintigtal uitverkorenen zat met twinkels in de ogen in onze bib (die ik gezellig had gemaakt met een zeteltje voor Bart, veel boeken, een leeslamp en heel veel digitale kaarsjes die flikkerden als waren ze echt). Bart vertelde en vertelde en zong (en toen hij zong twinkelden ook zijn ogen) en wij luisterden ademloos. Zo vertelde hij dat hij meer en meer ging beseffen hoe wat hij schreef tussen vier muren, geworteld was in het leven, zijn leven. Het ging over openheid en kwetsbaarheid. Over de onmeetbare kracht van woorden. Over het luisteren en vragen stellen. Over vreugde in het verdriet. Er werd gezongen en bijna gedanst (echt!). Bart vertelde hoe de stilte van het Kalmthoutse bos eerst geen rust bracht, maar net alles versterkte in zijn hoofd. Hoe eerst die storm moest gaan liggen voor hij rust kon vinden. Hoe de brieven die hij kreeg na zijn laatste boek (Een ander leven), en waarop hij, een voor een, zorgvuldig antwoordde met overgave, hem emotioneel uitputten. En hoe de natuur weer rust bracht. Er waren zoveel raakpunten tussen wat Bart Moeyaert vertelde, en het leven in het ziekenhuis, en dat was wonderlijk om te horen en te zien. Hoe onze patiënten in die vier muren ook de rust moeten terugvinden. Hoe dat wervelende luide stresserende leven plots stil valt, maar het hoofd net luider en luider gaat roepen, hoe de vier muren steeds dichterbij lijken te komen. En hoe dan toch, meestal, die storm gaat liggen en wat echt van belang is zich steeds scherper toont, ook de schoonheid, van mens en leven. En hoe wat de ene mens schrijft tussen vier muren, geworteld in het leven, bij de andere mens binnenkomt, tussen vier muren, als was het doorheen een ondergronds netwerk, het leven weer naar binnen groeit. Talking about literature is talking about life (itself). What Nicci says, dus.