...

Op het Bijzonder Solidariteitsfonds kunnen patiënten een beroep doen die een zeldzame aandoening of een zeldzame indicatie voor een geneesmiddel hebben; die voor hun behandeling een innoverende technologie nodig hebben; met unmet medical needs geconfronteerd worden; of een behandeling in het buitenland moeten krijgen. Ook kinderen met een zware chronische ziekte kunnen bij het BSF aankloppen. Het College van Adviserend Directeurs neemt de beslissingen. Dat is samengesteld uit de artsen-directeurs van de ziekenfondsen en ambtenaren van het Riziv. Het budget van het BSF wordt goedgekeurd door de Algemene Raad van het Riziv. Het Riziv publiceerde onlangs het BSF-jaarverslag voor 2021. Jaarlijks doen een kleine 1.000 patiënten een beroep op het BSF - dat aantal verandert weinig. Het overgrote deel van de aanvragen wordt goedgekeurd; het aantal weigeringen is de voorbije jaren zelfs teruggelopen. Het gemiddelde bedrag dat per jaar voor één patiënt wordt uitgegeven, loopt wel op. Een aanvraag voor geneesmiddelen ging in 2018 gemiddeld over een bedrag van 3.626 euro, en in 2021 over 7.305 euro. Aanvragen kunnen ook betrekking hebben op nieuwe technieken, implantaten, prothesen en instrumenten, verbanden, bijzondere voeding,... Steeds meer gaat het over een heel behandelplan met uitgaven binnen meerdere van deze categorieën. Een beslissing die het College neemt, gaat vaak over uitgaven die over enkele jaren gespreid zijn. De beslissing komt er vaak pas nadat de uitgaven al gebeurd zijn. Om niet het gevaar te lopen dat ze een voorschot voor een grote uitgave moeten vinden en dan achteraf geen groen licht krijgen voor terugbetaling van het BSF, gebeurt het steeds vaker dat patiënten - via hun arts - eerst om een princiepsbeslissing vragen. Beslissingen over geneesmiddelen nemen de grootste hap - tot bijna 90% - uit de bedragen die het BSF terugbetaalt. Op een verre tweede plaats komen implantaten. Negen van de tien items waarvoor het BSF de meeste uitgaven goedkeurt, zijn geneesmiddelen. De uitzondering op de regel in deze top tien zijn de cochleaire implantaten. In 2015 keurde het BSF voor 2,2 miljoen euro terugbetalingen aan patiënten goed, in 2021 was dat 4,5 miljoen euro. 2020 was een piekjaar - toen waren de goedgekeurde uitgaven goed voor een bedrag van 6,2 miljoen euro. Dat had te maken met de uitgaven voor een weesgeneesmiddel, chenodeoxycholzuur, waarvoor bij het BSF een tiental dossiers lopen. Normaal wordt van dat middel een magistrale bereiding vervaardigd door ziekenhuisapothekers in enkele universitaire ziekenhuizen. Maar in 2018 werden in een lot van een grondstof veel onzuiverheden ontdekt. Alle bereidingen met dat lot moesten worden teruggetrokken en om de patiënten niet onbehandeld te laten, moest de specialiteit met dat bestanddeel uit Nederland worden ingevoerd. Dat leidde, tijdelijk, tot hoge extra kosten voor terugbetaling in 2020. Chenodeoxycholzuur is een oud middel, maar door de monopoliepositie die de fabrikant erop verworven heeft, kan die een extra hoge prijs voor het middel vragen. Het BSF vraagt dat er een terugbetaling komt voor de werkzame stof en de magistrale bereiding als structurele oplossing. Het middel dat op één staat in de top tien van 2021 is Lutetium-octreotaat/dotataat (peptide receptor radionuclide therapy of PRRT - radiotherapie in de vorm van een geneesmiddel). Het staat al jaren in de top vijf van de middelen met de hoogste uitgaven voor het BSF, maar vanaf begin 2022 betaalt het Riziv dit middel terug (maximum vier cycli). Jarenlang zorgden patiënten met epidermolysis bullosa voor vrij hoge uitgaven door het BSF, maar sinds 2019 worden bepaalde actieve verbanden met standaardafmetingen voor deze patiënten door het Riziv terugbetaald - wat al een groot deel van de uitgaven voor deze groep opvangt. Het BSF zegt dat het een uitkijktoren is die bepaalde knelpunten in de gezondheidszorg observeert en signaleert aan de verplichte verzekering. Ook het jaarverslag van 2021 bevat een lange lijst van geneesmiddelen en magistrale bereidingen met indicaties waarvan het Fonds aanbeveelt dat ze in de reguliere terugbetaling zouden worden opgenomen. Het jaarverslag signaleert heel wat knelpunten en aandachtspunten, soms met nieuwe geneesmiddelen die zo duur zijn dat hun impact op de ziekteverzekering erg tastbaar is. Maar ook geneesmiddelen die in principe wel terugbetaald worden maar in ons land niet meer beschikbaar zijn, leveren geregeld problemen op. Het BSF weidt onder meer nog uit over geneesmiddelen waarvoor nog geen dossier voor terugbetaling is ingediend, waarvoor de onderhandelingen daarover nog lopen of soms zelfs afgesprongen zijn. Het Fonds moet dikwijls een delicate evenwichtsoefening maken. Het moet bijvoorbeeld uitkijken om geen beslissingen te nemen in dossiers die kunnen gebruikt worden als precedent. Het is soms bang om misbruikt te worden als een terugbetaling-plus.