Zowat 6% van de Belgische bestuurders geeft toe minstens één keer per maand na het gebruik van lachgas met de wagen te rijden. In Brussel is dat bij jonge mannelijke bestuurders zelfs 1 op 3. Vias institute waarschuwt voor de gevolgen.
...
Rijden onder invloed van alcohol en/of drugs is een groot probleem op de Belgische wegen. Sinds een paar jaar is ook het gebruik van lachgas (N2O) in opmars. Lachgas kan een grote impact hebben op de rijvaardigheid van de bestuurder en dus op de verkeersveiligheid. Het gebruik is echter niet op te sporen met een test. Om de omvang van het probleem in kaart te brengen, deed Vias institute een enquête bij een representatief staal van 6.000 Belgen. Zowat 6% van de respondenten geeft aan minstens één keer per maand te rijden na het gebruiken van lachgas. In Vlaanderen en Wallonië gaat het telkens over 5% van de bestuurders, maar in Brussel is het probleem drie keer zo groot. Mannen rijden dubbel zo vaak rond na het inhaleren van lachgas dan vrouwen. Lachgas wordt voor door jonge bestuurders (18 tot 34 jaar) gebruikt: 14% van deze groep zegt maandelijks wel eens lachgas te inhaleren en vervolgens nog met de wagen te rijden. In Brussel geeft maar liefst 1 op de 3 jonge mannelijke bestuurders toe maandelijks te rijden na het gebruik van lachgas. Deze trends zijn vergelijkbaar met het gebruik van andere soorten drugs: in een stedelijke context wordt er vaker onder invloed van drugs gereden dan in landelijke gebieden. Lachgas wordt dan ook vaak gebruikt in combinatie met andere drugs. Slechts 1% van de bevraagden geeft aan dat ze enkel lachgas gebruiken en geen andere drugs. In tegenstelling tot de meeste andere drugs kan lachgas niet gedetecteerd worden door een test. Het bezit van lachgas op zich is ook niet verboden. Toch kan de politie ingrijpen als een bestuurder na het gebruik van lachgas aan het verkeer deelneemt. Artikel 8.3 van de wegcode stelt namelijk dat de bestuurder over de nodige vaardigheden moet beschikken om alle nodige rijbewegingen te kunnen uitvoeren, en zijn voertuig voortdurend goed in de hand moet hebben. Een inbreuk daarop is een overtreding van de tweede graad en bestrafbaar met een boete van 116 euro. Daarnaast kan de politie ook vaststellen dat de bestuurder 'in staat van dronkenschap verkeert' op basis van uitwendige tekens zoals een onzekere gang, bloeddoorlopen ogen, dubbelslaande tong en/of een kleverige mond. Deze staat kan ook vastgesteld worden na gebruik van geneesmiddelen of drugs. Een vaststelling kan een geldboete van 200 euro tot 2.000 euro opleveren, met daarbovenop het verval van het recht tot besturen van een motorvoertuig . Doordat het gebruik van lachgas niet onomstotelijk vastgesteld kan worden, is het volgens Vias institute moeilijk in te schatten hoeveel ongevallen uitsluitend te wijten zijn aan lachgas. In 2020 waren er wel verschillende zware ongevallen met jongeren waarbij lachgas in de wagen aangetroffen werd. Doordat lachgas vaak gecombineerd wordt met alcohol of andere drugs, wordt het ongevalsrisico tot 200x hoger ingeschat dan bij een nuchtere bestuurder. Zelfs wanneer alleen de passagiers gebruiken is er een hoger risico: de 'lachkick' van de passagiers veroorzaakt afleiding en concentratieverlies bij de bestuurder. Verschillende steden en gemeenten bestraffen het 'oneigenlijk gebruik' van lachgas op het openbaar domein met een GAS-boete. Begin februari keurde de Kamer een wetsvoorstel goed om de verkoop van lachgas aan minderjarigen te verbieden.