...

Wanneer Akira Kurosawa met Rashomon in 1951 de Gouden Leeuw in Venetië wint (en een jaar laten een Oscar) zet hij eigenlijk de Japanse cinema op de wereldkaart. Op dat moment had Kurosawa al meer dan 10 films op zijn actief. Hij zal een carrière van meer dan 50 jaar (1936-1993) uitbouwen en 30 films nalaten. Die zijn alle te bekijken in de retrospectieve. Daaronder heel wat films die zelden of nooit in Europa vertoond werden.Akira Kurosawa's cinema spruit voort uit wat hem in zijn jeugd bepaalde. Vader was lid van een voormalige samoeraifamilie met een stamboom die tot de 11de eeuw reikt, moeder was afkomstig uit een verkopersgezin uit Osaka. Zijn eerste film, Sugata sanshiro (De legende van de grote judo) die de retrospectieve in Flagey op 16/09 opent, gaat over gevechtskunsten. Dat regiedebuut uit 1943 vestigde Kurosawa instant als meesterregisseur. De film speelt zich af in het Japan van de Meji-periode met een protagonist die ontdekt hoe judo naast vechten ook een mentaal aspect kent. Kurosawa fungeert als chroniqueur van de geschiedenis van zijn vaderland (RedBeard, Kagemusha) maar evenzeer als criticus van de samenleving waar hij deel van uitmaakt (Stray Dog, Scandal, I Live in Fear) Aanvankelijk wou Kurosawa schilder worden maar uiteindelijk etaleert hij zijn filmisch talent via een uiterst gevarieerd oeuvre, van verstilde parels karakterstudies (Ikiru) tot epische samoeraifilms (Sanjuro). Hij verfilmt heel wat literatuur. Boeken van hedendaagse Japanse auteurs (Dodes'ka-den, Shanshiro Sugata) gaan hand in hand met klassieke Russen (The Idiot, The Lower Depths) en natuurlijk Shakespeare (Throne of Blood, Ran, The Bad Sleep Well). Als beeldenkunstenaar bewondert hij Gauguin en Van Gogh (in Dreams laat hij Martin Scorsese opdraven als de beroemde schilder).Velen beschouwen Kurosawa als een van de grote humanisten van de 20ste-eeuwse cinema, al omschrijven sommigen hem eerder als 'een fatalist, of toch op zijn minst een existentialist'. Zijn levensvisie is onlosmakelijk verbonden met de waarden van het feodale Japan. De ethiek van het Zenboeddhisme en zeker ook de fameuze bushido (erecode van de samoerai), en de meester-leerlingrelatie duiken veelvuldig op in zijn films. Samen met zijn broer Heiko verslindt hij in zijn jeugd het oeuvre van Fritz Lang, John Ford, Vsevolod Poudovkin, en Sergeï Eisenstein. Zijn eigen invloed valt amper te overschatten. Daarom koppelt Cinematek de retrospectieve aan remakes, bewerkingen en hommages. Laten we beginnen met de grootste klepper: Star Wars. George Lucas inspireerde zich niet alleen op Kurosawa's The Hidden Fortress. Hij polste voor de rol van Obi-Wan Kenobi Kurosawa's fetisj-acteur Toshiro Mifune. In Star Wars vinden we ook elementen uit Yojimbo. Van die samoeraifilm maakte Sergio Leone haast een kopie met A Fistful of Dollars. Later kreeg de film met Last Man Standing van Walter Hill een erkende remake. Zelfs de Indiërs bewerkten met Inkaar een Kurosawafilm: High and Low. De lichtvoetige films A Bug's Life,Three Amigos en Galaxy Quest vormen misschien een verrassing in het Kurosawaprogramma van Cinematek. Toch vindt de aandachtige kijker in deze drie prenten ingrediënten van De zeven samoerai. Die überklassieker werd eerder al een echte Amerikaanse klassieker met The Magnificent Seven, net zoals The Outrage eigenlijk een remake is van Rashomon. Tenslotte zullen ook de jongeren van vandaag al dan niet bewust in contact komen met de Japanse maestro. Ghost of Tsushima of Trek To Yomi tonen aan dat ook in de gamingindustrie Kurosawa een referentie is.