Begin deze week onstond er veel verontwaardiging op sociale en andere media omdat het Riziv het aantal meniscectomieën bij 50-plussers wil beperken.

De naakte feiten leren inmiddels dat er daar wel wat voor te zeggen valt. Momenteel gebeuren circa 60% van de meniscectomieën bij 50-plussers. Dat zijn grosso modo 20.000 mensen. In andere landen ligt het aantal per 10.000 inwoners beduidend lager. De EBM-richtlijnen zijn immers terughoudend voor arthroscopische meniscectomie bij degeneratief knielijden. Een conservatieve behandeling valt te verkiezen. Pas als die uitgeprobeerd is en gefaald heeft, komt een arthroscopie in beeld.

In een eerste fase probeerde het Riziv, in overleg met de kniechirurgen, sensibiliseringsacties bij huisartsen en orthopedisten uit. Tevergeefs, het aandeel kijkoperaties aan de knie bij 50-plussers daalde niet substantieel.

Dat ons land nu een leeftijdsgrens voor een medische ingreep oplegt, is vrij ongezien

Daarop ging de ziekteverzekering - nog steeds in overleg met de beroeps- en wetenschappelijke verenigingen - een stapje verder en voerde een indicator in. Slechts 45% van de 50-plussers zou nog een meniscectomie mogen ondergaan. Zo wil het Riziv ondoelmatig gebruik verminderen en zorgverleners aanzetten om de indicatiestelling af te stemmen op de richtlijnen. De grenswaarde van 45% berekende men aan de hand van wetenschappelijke publicaties en data-analyses. Een indicator is ook niet absoluut, gemotiveerde uitzonderingen blijven mogelijk.

De afbakening van leeftijdsgrenzen voor screeningsprogramma's is ondertussen ingeburgerd en algemeen aanvaard. Dat ons land nu ook een leeftijdsgrens voor een medische ingreep oplegt, is echter vrij ongezien. Het verklaart wellicht de heisa. En de maatregel zal pijn doen. Amper een vijfde van de artsen met gemiddeld minstens tien ingrepen per jaar, voldoet immers aan de indicator.

Begin deze week onstond er veel verontwaardiging op sociale en andere media omdat het Riziv het aantal meniscectomieën bij 50-plussers wil beperken. De naakte feiten leren inmiddels dat er daar wel wat voor te zeggen valt. Momenteel gebeuren circa 60% van de meniscectomieën bij 50-plussers. Dat zijn grosso modo 20.000 mensen. In andere landen ligt het aantal per 10.000 inwoners beduidend lager. De EBM-richtlijnen zijn immers terughoudend voor arthroscopische meniscectomie bij degeneratief knielijden. Een conservatieve behandeling valt te verkiezen. Pas als die uitgeprobeerd is en gefaald heeft, komt een arthroscopie in beeld. In een eerste fase probeerde het Riziv, in overleg met de kniechirurgen, sensibiliseringsacties bij huisartsen en orthopedisten uit. Tevergeefs, het aandeel kijkoperaties aan de knie bij 50-plussers daalde niet substantieel. Daarop ging de ziekteverzekering - nog steeds in overleg met de beroeps- en wetenschappelijke verenigingen - een stapje verder en voerde een indicator in. Slechts 45% van de 50-plussers zou nog een meniscectomie mogen ondergaan. Zo wil het Riziv ondoelmatig gebruik verminderen en zorgverleners aanzetten om de indicatiestelling af te stemmen op de richtlijnen. De grenswaarde van 45% berekende men aan de hand van wetenschappelijke publicaties en data-analyses. Een indicator is ook niet absoluut, gemotiveerde uitzonderingen blijven mogelijk. De afbakening van leeftijdsgrenzen voor screeningsprogramma's is ondertussen ingeburgerd en algemeen aanvaard. Dat ons land nu ook een leeftijdsgrens voor een medische ingreep oplegt, is echter vrij ongezien. Het verklaart wellicht de heisa. En de maatregel zal pijn doen. Amper een vijfde van de artsen met gemiddeld minstens tien ingrepen per jaar, voldoet immers aan de indicator.