Voor het eerst is een publicatie verschenen over een vaccin tegen covid-19 toegepast bij de mens. Het gaat in deze prille fase om gezonde vrijwilligers. De bevindingen zijn beloftevol, maar veel vragen blijven nog onbeantwoord.
...
Er lopen momenteel in de wereld meer dan honderd onderzoekslijnen naar een vaccin tegen covid-19. Dat is geen luxe, vinden experts. Die verschillende teams ontwikkelen immers zeer diverse types vaccins. Hoe meer pistes men volgt, hoe groter wordt de kans dat er bruikbare resultaten uit de bus komen. Het zou overigens niet slecht zijn als er uiteindelijk meer dan één vaccin op de markt kwam, want straks moet de hele wereld worden bevoorraad. Feng-Cai Zu et al. melden in hun publicatie dat zeven vaccins het stadium van het klinisch onderzoek hebben bereikt. Zo zijn er twee RNA-vaccins, waaronder het vaccin dat wordt ontwikkeld door het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID). Hierbij wordt 'naakt' mRNA van een antigeen bij de te vaccineren persoon ingespoten. De gastheercellen nemen het mRNA op, maken het overeenkomstige eiwit aan en brengen het tot expressie aan hun oppervlak. Het lichaamsvreemde eiwit brengt een immuunrespons op gang, zodat het lichaam zich kan verdedigen tegen het pathogene agens waaraan het betrokken antigeen eigen is. Volgens een analoog principe is ook een DNA-vaccin in ontwikkeling. Andere teams volgen de klassiekere piste met geïnactiveerd SARS-CoV-2. Het vaccin van het Chinese team rond Feng-Cai Zu is een viraal vectorvaccin. Het principe? Het DNA dat codeert voor het S-proteïne (spike) van SARS-CoV-2 is ondergebracht in een onschadelijk adenovirus. Het vaccin wordt ingespoten en de virale vector infecteert de cellen van het lichaam. Het S-proteïne wordt uitgedrukt aan het oppervlak van de cellen en wekt een immuunrespons op.Legt men bij RNA- en DNA-vaccins vooral de nadruk op de veiligheid en het relatief eenvoudige productieproces, dan ligt de grote troef van virale vectorvaccins in eerste instantie bij het krachtige immunogene potentieel, met een duidelijke activering van de T-celrespons. Het viraal vectorvaccin van Feng-Cai Zu et al. werd toegediend aan 108 gezonde vrijwilligers, die tussen 18 en 60 jaar oud waren. De frequentste bijwerkingen die werden vastgesteld zijn pijn op de plaats van injectie (54% van de deelnemers), koorts (46%), vermoeidheid (44%), hoofdpijn (39%) en spierpijn (17%). De bijwerkingen hebben meestal een milde tot matige intensiteit en zijn van voorbijgaande aard.Neutraliserende antilichamen begonnen te stijgen vanaf dag 14. Op dat ogenblik bereikte T-celrespons al een piek. Toch stelden de auteurs vast dat zowel de humorale als de cellulaire respons werden afgezwakt door vooraf bestaande immuniteit tegen het adenovirus. Hoe dan ook, de Feng-Cai Zu et al. concluderen dat het vaccin immunogeen is en goed getolereerd wordt. Dat is een hoopvol begin, maar we zijn uiteraard nog niet uit de brand. Los van het besef dat de onderzoekspopulatie klein was en er geen controlegroep werd samengesteld, rijst de vraag of de vastgestelde immuunrespons beschermend werkt, en hoe lang. Intussen heeft men bij patiënten die genezen zijn van covid-19 een snelle afname van de antilichaamtiter vastgesteld. De Chinese auteurs besluiten daaruit dat de humorale en de cellulaire immuniteit wellicht allebei belangrijk zijn om een werkzaam vaccin tot stand te brengen. Ze rapporteren in hun publicatie de resultaten van een follow-up tot 28 dagen, maar zullen de patiënten verder zes maanden volgen.Het vaccin blijkt alvast beschermend bij dieren. Na vaccinatie vond men bij zeven van de acht geteste fretten geen virussen in het bloed als men ze via de neus besmette. In de controlegroep bleef slechts één op de acht fretten gespaard van virussen in het bloed. Een andere bezorgdheid is de werkzaamheid op oudere leeftijd. De onderzoekspopulatie omvatte geen personen ouder dan 60, en slechts 16% van de deelnemers was ouder dan 50. De onderzoekers zagen een trend naar minder seroconversie in de leeftijdscategorie tussen 45 en 60, in vergelijking met de jongere leeftijdsgroepen. Dat terwijl hogere leeftijd een risicofactor is voor ernstige covid-19. Daarom zal er een studie worden opgezet waarin ook personen ouder dan 60 jaar worden geïncludeerd. Een laatste flessenhals betreft het mogelijk optreden van antibody-dependent enhancement (ADE). Dit proces komt op gang als antilichamen het virus niet neutraliseren. Er ontstaan dan antilichaam-virus-complexen die zich via het Fc-gedeelte van het antilichaam vastzetten op cellen die daar receptoren voor hebben, met name de antigeenpresenterende cellen. Als gevolg daarvan wordt de internalisering en replicatie van het virus bevorderd. ADE werd in vitro vastgesteld bij het ontwikkelen van een vaccin tegen SARS. De studie van Feng-Cai Zu et al. had niet voldoende power om het risico op ADE te beoordelen. Lancet 2020 ; https://doi.org/10.1016/ S0140-6736(20)31208-3.