De ESG-criteria, die staan voor Environment, Social en Governance, groeiden de voorbije jaren uit tot een must in de beleggerswereld: meer dan een trend, bijna een verplichting. Aandelen van petroleummaatschappijen werden als paria's behandeld! Maar sinds 2022 is dat veranderd...
...
In mei legde de Europese Unie de richtlijnen vast om greenwashing tegen te gaan. Wie fondsen en andere financiële instrumenten voorstelt als duurzaam en met respect voor de ESG-criteria, terwijl ze in feite niet aan de gewenste criteria voldoen, doet aan greenwashing.Het zal nog vele maanden duren vooraleer deze richtlijn in voege treedt, maar het is een welgekomen initiatief van de EU. De controverse rond dit onderwerp is de laatste maanden alleen maar toegenomen, met tal van beschuldigingen van greenwashing. Vorig jaar kwam dan een nieuwe discussie op gang: kunnen we het ons echt veroorloven om de energietransitie zo snel en doortastend door te voeren? Want de overheidssteun sputtert, omdat regeringen veel schulden hebben opgebouwd tijdens de pandemie en later met de crisis van de energieprijzen. Het waren vooral de invasie van Oekraïne en de stijgende energieprijzen die de situatie hebben veranderd. Omdat Europa verstoken bleef van Russisch gas, moest het zich elders bevoorraden, tegen een hoge prijs... en met gebruik van transportmiddelen die meer vervuilen dan pijpleidingen. Het is niet verrassend dat energiezekerheid zwaarder ging doorwegen dan de bezorgdheden over het milieu.Het was dan ook niet voor iedereen crisis, want op de aandelenmarkt bleek 2022 het jaar van de olieproducenten. De Europese Stoxx 600-index daalde met 13%, maar het aandeel Total Energies ging met meer dan 30% omhoog. Nog spectaculairder: terwijl de Amerikaanse S&P 500-index maar liefst 19,4% verloor, zag oliegigant ExxonMobil zijn aandelenkoers met 80% stijgen en boekte het dat jaar een recordwinst van $ 59 miljard. Deze situatie moedigt beleggers niet aan om in te zetten op groene energie, nu duurzame energieproducenten het zwaar te verduren hebben. In datzelfde jaar 2022 ging het aandeel van het Deense Vestas, 's werelds grootste fabrikant van windmolens, er met ... 1% op vooruit, maar het ontsnapte tenminste aan de rode cijfers. Orsted, uit hetzelfde land en een grote naam in de productie van windenergie, verloor dat jaar 25%. Helaas zijn dit geen incidenten die snel vergeten worden: Orsted is nog steeds met meer dan de helft gedaald sinds zijn hoogtepunt in 2021, en Vestas met één derde. ExxonMobil daarentegen heeft zich na dat goede jaar gestabiliseerd en noteert zo'n 250% hoger dan het dieptepunt eind 2020! Na een mooie stijging in 2020 en 2021, zowel wat betreft kapitaalinstroom als prestaties, kenden de groene fondsen dus een pijnlijke terugval. Als gevolg daarvan keken beleggers de kat uit de boom: in 2023 verloren de ESG-fondsen netto aan inbreng, terwijl de andere fondsen bleven aantrekken, met op Europees niveau meer dan ? 93 miljard extra, zo berekende Morningstar, dat gespecialiseerd is in fondsenonderzoek. In februari van dit jaar volgde er een kleine aardschok toen de Amerikaanse reuzen in vermogensbeheer BlackRock, JP Morgan, Pimco en State Street de beleggersgroep Climate Action 100+ verlieten. Deze groep werd in 2017 opgericht en moedigt bedrijven aan om in hun bestuur meer rekening te houden met de gevolgen op het gebied van klimaatverandering. Zullen de fondsen met een ESG-label snel uit het dal kruipen? Sommigen denken van wel, anderen weer niet. We moeten deze fondsen dan ook niet allemaal over dezelfde kam scheren, wat ook geldt voor de diverse bedrijven die betrokken zijn bij de energietransitie.Een sector die niet veel aandacht krijgt, maar over het algemeen erg goed presteert, is die van de elektriciteitstransmissie. We weten dat de energietransitie een grotere vraag naar elektriciteit met zich meebrengt en ook een grote afstand creëert tussen de plaatsen van productie en consumptie. Daardoor moet de bestaande infrastructuur aanzienlijk worden versterkt. De Belgische groep Elia, een 'transporteur' van elektriciteit, is daar een bewijs van, want het gaat ? 9,4 miljard investeren in België tegen 2028 en ? 20,7 miljard in Duitsland. Toch heeft het aandeel Elia, dat met 40% is gedaald sinds het hoogtepunt in 2022, zich nog steeds niet hersteld op de beurs, maar anderen hebben al wel grote stappen gezet. Zo verdrievoudigde het aandeel van het Franse Schneider Electric, een wereldwijde elektriciteitsspecialist, in vijf jaar tijd. En de koers van landgenoot Nexans, een gigant in de productie van kabels, verviervoudigde in diezelfde periode. Het Amerikaanse bedrijf Eaton, nu in Dublin gevestigd, steeg in een jaar tijd met bijna 80%.Vaak hoort men dat de echte winnaars van de goudkoorts aan het eind van de 19de eeuw... de fabrikanten van schoppen en pikhouwelen waren, niet de mijnwerkers. Tot nu toe zijn de producenten van groene stroom evenmin de winnaars van de energietransitie. Maar anderen gelukkig wel! Beleggers die hun portefeuille willen verduurzamen, maar toch weinig vertrouwen hebben in aandelen, kunnen hun aandacht richten op obligatiefondsen. Dat is een belegging die rust brengt, tenzij de rente opnieuw gaat stijgen, wat vrijwel uitgesloten is.Het rendement op uitgiftes die als 'duurzaam' worden omschreven houdt nu gelijke tred met die van andere obligaties. Een paar jaar geleden lag dat rendement nog iets lager, maar grote beleggers accepteerden dit omdat ze waarde hechten aan duurzaamheid. Die compensatie is niet meer nodig, want ondertussen is de kloof weggewerkt. We spreken nu over een microverschil van ongeveer 0,02%. In tegenstelling tot aandelen gaat het succes van duurzame obligaties wel onverminderd door. Wereldwijd werd in 2019 en 2020 rond de 200 miljard aan duurzame fondsen uitgegeven en dit verdubbelde bijna in 2021 en 2022, om vorig jaar een nieuwe piek van 422 miljard te bereiken.