"Een uniforme, forfaitaire financiering ongeacht de gebruikte techniek bij radicale prostatectomie bespaart het Riziv jaarlijks drie miljoen. Dat lijkt een peulschil maar als je weet hoeveel nieuwe technologie er op ons afkomt..."
...
Paul Callewaert, Nederlandstalig algemeen secretaris van Solidaris, trekt conclusies uit het onderzoek van zijn ziekenfonds (zie blz. 8). Zo is het belangrijk gebruikte technieken te evalueren op het vlak van kwaliteit en prijsbepaling. "Klassiek vergeleek men robotgeassisteerde laparoscopie met een open operatie", aldus Callewaert. "De voordelen van de robot zijn duidelijk en op die basis nestelde robotgeassisteerde laparoscopie zich in de ziekteverzekering. Een vergelijking met de niet-robotgeassisteerde laparoscopie maakte men bijna nooit. Het enige voordeel is dan de pertinent kortere ligduur." Beide methodes zijn voor de patiënt even duur of duurder. Voor het Riziv is de robotgeassisteerde methode sowieso duurder. Paul Callewaert: "We omarmen nieuwe technologie maar wel tegen een correcte prijs. Dat geldt ook voor andere robotgestuurde chirurgie en apps. Een evaluatie is nodig alvorens tot besluitvorming te komen." Op de verblijfsduur na zijn de voordelen van een robotgeassisteerde laparoscopie minimaal vergeleken met een gewone laparoscopie. Maar het kost wel 1.000 en 1.800 euro meer tegenover respectievelijk laparoscopie of een klassieke operatie. "We vragen een forfaitaire prijszetting op basis van de goedkopere technologie, afgestemd op de meerwaarde", aldus Callewaert. "De arts en het ziekenhuis kiezen dan welke technologie ze gebruiken." Robottechnologie is te sterk verspreid in Vlaanderen en Paul Callewaert vindt dat niet OK. "Nieuwe technologie kan best eerst supraregionaal geprogrammeerd worden om geleidelijk af te dalen. De prijsbepaling, op basis van oudere technologie, kan evolueren en aangepast worden aan de echte behoeften." Patiënten informeren over voor- en nadelen is belangrijk. "Nu gebeurt dat vaak in functie van de gewoontes van de behandelende arts. De afweging wat de patiënt wil betalen en wat de gevolgen zijn van de gebruikte methode moet men ook meenemen." Tot slot benadrukt Callewaert dat artsen de klassieke chirurgie niet mogen verleren. "Bij sommige patiënten is een laparoscopische ingreep of een robotgeassisteerde laparoscopische operatie niet mogelijk wegens anatomische redenen. Bekkenchirurgie is vaak complex en vergt opleiding en voldoende ervaring in klassieke operaties. De programmatie moet dat blijven voorzien. Er zijn ook (erkennings)garanties nodig zodat opleidingscentra artsen klassiek blijven opleiden."