...

Het gaat er vooral over dat in de gremia waar er over de organisatie en de financiering van de zorg beslist wordt, mensen mee aan tafel zitten die de medische praktijk van binnenuit kennen, en die de regels die er vastgelegd worden ook zelf zullen hanteren. Die dus goed weten waar het over gaat. Deze artsen kunnen over deze materies zeker niet alleen beslissen. Ze onderhandelen met andere belanghebbenden en met de overheid. Maar omdat ze een flinke vinger in de pap zouden kunnen houden, hebben ze ook uw stem nodig.Toen artsen in 1998 voor het eerst zelf mochten bepalen wie voor hen in de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen het woord mocht voeren, brachten meer dan 70% hun stem uit. Dat percentage deelnemers is later nooit meer gehaald. In 2018 was dat afgekalfd toch nog geen kwart van de artsen. De medische verkiezingen gaan trouwens niet alleen over de NCAZ - de 'medicomut'. Het gaat ook over het Verzekeringscomité - waar artsen het bankje delen met andere zorgverleners - en waarnemers in de Algemene Raad van het Riziv. Het gaat over de Technisch-Geneeskundige Raad - die permanent aan de nomenclatuur sleutelt. De Accrediteringsstuurgroep, de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie en de profielencommissies. Enzovoort. Ook de FOD Volksgezondheid laat de 'representatieve beroepsorganisaties' artsen afvaardigen naar de Hoge Raad, de Planningscommissie en nog wat andere commissie en comités. Het Federale Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg doet dat voor zijn Raad van Bestuur - om nog een voorbeeld te noemen. We berichten in deze krant geregeld over wat uw vertegenwoordigers doen. Voor wie u kiest, beslist ú natuurlijk. Zolang u de artsen in al die vergaderingen maar een stem geeft door uw stem uit te brengen - want dat is belangrijk. Artsenkrant is in de aanloop van deze verkiezingen de propaganda wat uit de weg gegaan. We hebben vooral bericht over waarom het belangrijk is het overlegmodel misschien aan te passen en te actualiseren, maar in ieder geval te behouden. Zegt geen enkel artsensyndicaat precies wat u denkt? Ieder syndicaat brengt u zijn mix - u zal moeten kiezen wat u het beste past. We willen wel even met u grasduinen. Bvas was en is het grootste syndicaat - met zeven artsenvertegenwoordigers op de artsenbank die twaalf zitjes telt in de NCAZ. Het moest sinds de eerste medische verkiezingen in 1998 wat stemmen afstaan aan de concurrent(en) - al blijkt het ook in staat weer stemmen terug te winnen. Bvas is de verdediger van de arts als vrij beroep. De arts wordt betaald voor wat hij presteert. Prestatiebetaling voorkomt dat de arts een veredeld staatsambtenaar wordt, afhankelijk van de staat voor zijn 'forfaits'. Een 'vrije beroeper' bepaalt zijn tarief bovendien zelf - zich houden aan het tarievenakkoord is een mogelijke keuze van de arts. Het syndicaat trekt ten strijde tegen de uitholling van het beroep. Tegen de uitholling van het voorschrift dat van de arts moet uitgaan; en tegen het uitbesteden aan andere zorgberoepen van medische handelingen die de arts toebehoren. Is de patiënt misschien de co-piloot, de arts blijft in ieder geval de piloot. Artsen moeten zich niet laten 'bashen' - niet door politici, de ziekenfondsen of andere zorgverleners. Het syndicaat komt ook uitdrukkelijk op voor de extramurale specialisten - en bij de huisartsen voor die met een solopraktijk.Het syndicaat lijkt er vanuit te gaan dat artsen intussen wel weten waarvoor het staat. Op absym-bvas.be staat geen verkiezingsprogramma - geen prioriteiten of 'ambities' voor de komende jaren. Bvas haalt 20 verworvendheden aan en sluit telkens af met de slogan 'Probeer maar eens zonder'. Blakend van zelfvertrouwen. Probeer maar eens zonder voor de medische raad en het medebeheer. Probeer maar eens zonder voor het bewaken van het medisch geheim. Het zwakke punt van Bvas zijn wel de huisartsen. In 2018 haalde het maar een kwart van deze stemmen binnen - minder dan Kartel en AADM. Reden om de verworvendheden voor huisartsen extra in de verf te zetten: de centrale positie van de huisarts - dat is het niet uit handen geven van bevoegdheden als vaccinatie, het medicatievoorschrift. De verloning van het consult, het bestrijden van de functionele samenwerkingsverbanden die resulteren in een te groot werkingsgebied voor de wachtposten ('s nachts). Tegenover de voorstellen van de New Deal - minder prestatiebetaling, meer forfait - stelt Bvas zich veeleer argwanend op. Weinig gezichten tijdens deze campagne op de website van Bvas. Je vindt uiteraard de namen van de artsen in het bestuur. Maar tijdens de aanloop naar de verkiezingen werd tot nog toe alleen voorzitter dokter Johan Blanckaert, en bij de huisartsen dokter Jos Vanhoof, naar voren geschoven. Dat is hoe ASGB/Kartel zich presenteert: het syndicaat dat de vertegenwoordiging serieus aanpakt, met ideeën en uitgewerkte voorstellen. Kritisch maar constructief. De website hetkartel.be zorgt dan ook dat u zeker niet op uw honger blijft zitten als u wil weten waar dit syndicaat voor staat. Het programma schetst u de visie in het equivalent van een vijftal A4'tjes - met de stukken die specifiek op de specialisten of huisartsen slaan in een aparte kleur. De 'prioriteiten' - voor alle artsen, voor specialisten en voor huisartsen afzonderlijk - geven u de belangrijkste onderdelen nog eens in vogelvlucht. Dit syndicaat zoekt het evenwicht: billijke, maatschappelijk verantwoorde en doordachte standpunten. Mentaal welzijn en psychische zorg voor artsen figureert vooraan in de prioriteiten. Toegankelijkheid is geen synoniem van gratis. ASGB/Kartel is pleitbezorger van het systeem van een tarievenakkoord, maar artsen behouden het recht om het akkoord op te zeggen. Supplementen vragen moet mogelijk blijven - onder meer om innoveren, een punt van het programma, een kans te geven. Het Kartel heeft ook een hoofdstukje over de klimaattransitie in de geneeskunde. Het ASGB/Kartel wil blijkbaar niet onderdoen voor de Bvas en heeft ook een hoofdstukje realisaties. Het optrekken van de vergoeding voor de consultaties van de 'kleinere' specialismen en het uitwerken van de vernieuwing in de huisartsenpraktijk claimt dit syndicaat als zijn verworvendheden. "Maar realisaties hebben post hoc (...) vele vaders", noteert het syndicaat. Het wil met een waslijst van documenten - te downloaden als zip-bestanden - bewijzen dat het zich voor deze punten wel degelijk heeft ingezet. Er zijn behoorlijk wat gezichten op de website van Kartel. Zeventien artsen vertellen in korte video's waarom u op Kartel moet stemmen - en dichtbij de 30 artsen maken in een quote hun keuze voor ASGB/Kartel kenbaar. Dat moet u er waarschijnlijk van overtuigen dat ASGB/Kartel geen homogeen clubje van mannen op pensioenleeftijd is. ASGB/Kartel komt in de verkiezingsuitslagen altijd een eind na de Bvas. Maar het haalde wel steevast de meeste stemmen bij de huisartsen. Behalve in 2014, toen AADM voor het eerst opkwam en met het leeuwendeel van de stemmen van deze groep ging lopen. In 2018 haalde het opnieuw de meeste huisartsentemmen binnen. Maar dat levert geen extra zitje voor huisartsen op: elk van drie syndicaten heeft twee huisartsen in de NCAZ. Het is van 2002 geleden dat ASGB/Kartel zijn beste resultaat neerzette. AADM is het jongste syndicaat - het deed voor het eerst met de medische verkiezingen mee in 2014. De Alliantie Artsenbelang-Domus Medica lijkt vooral een vehikel voor de wetenschappelijke huisartsenvereniging. Het monodisciplinaire, uniek Vlaamse karakter was een doorn in et oog van de twee andere syndicaten. In de wet is nu gespecificeerd dat om 'representatief' te zijn een vereniging of een 'groepering' minstens 10% leden uit minstens een tweede Gewest moet hebben, en dat minstens 5% specialist moet zijn als de rest huisarts is, of omgekeerd. Het zag er even naar uit dat de Alliantie dit jaar niet aan de verkiezingen zou deelnemen maar in april bleek dat AADM de criteria toch had gehaald. AADM pakt op zijn website uit met een programma voor huisartsen én specialisten. De twee lopen wel nogal parallel. Wat een sterke eis is voor huisartsen, is dat ook voor specialisten, lijkt de redenering. Een goede verhouding tussen werk en privéleven is niet minder belangrijk voor specialisten. Goesting hebben in het werk en in deelname aan de organisatie van de gezondheidszorg eveneens. Alle artsen hebben recht op een billijk inkomen, ondersteuning, een performant IT-systeem, een correcte organisatie van de wachtdienst. AADM wil minder ereloonsupplementen, en minder gedeconventioneerde artsen. Het programma van AADM draagt sterk de stempel van de wetenschappelijke vereniging. Het eist dat de wetenschappelijke verenigingen van artsen (ook van specialisten dus) moeten vertegenwoordigd zijn in de Riziv-organen. AADM wil een duidelijke erkenning van de rol van huisartsenkringen in de regionale organisatie van de gezondheidszorg. Dat moet natuurlijk samen gebeuren met de ziekenhuizen - meer bepaald met de medische raden. Huisartsenkringen en medische raden moeten bijvoorbeeld beide een rol krijgen in het beheer van een regionaal innovatiefonds. Om die samenwerking gestalte te geven vraagt AADM dat ook een huisarts lid zou zijn van de medische raad. Kringen en medische raden moeten verder geprofessionaliseerd worden - artsen met een bestuursfunctie, in de huisartsenkring of in het ziekenhuis, moeten daarvoor vergoed worden. Er zijn niet zoveel gezichten te zien op AADM.be. Maar er is wel een video met een huisarts uit een groepspraktijk én een met een huisarts die solo is gaan werken (in nauwe samenwerking met een verpleegkundige). Dat moet wellicht het beeld doorbreken dat AADM er alleen zou zijn voor groepspraktijken. AADM eist dat het Riziv de quota respecteert voor de genderverdeling in de vertegenwoordiging.