...

Ik ben de oudste van acht kinderen en ben afkomstig uit de Mbamregio in het noordwesten van Kameroen. Mijn familienaam verwijst daar ook naar. Mijn ouders hebben ons altijd gestimuleerd om leergierig te zijn en met een open geest naar de dingen te kijken. Ik keek als klein kind al heel bewonderend op naar een nonkel-verpleger. Ik las zelfs bijsluiters van geneesmiddelen", vertelt dr. Dorette Assen A Abouem (47) met een brede glimlach. Dat de jongedame in de medische sector zou belanden leek met andere woorden voorbestemd? "Mijn papa wilde zelf arts worden, maar aangezien hij niet tegen bloed kon, heeft hij die droom niet kunnen realiseren. Hij heeft mij zeker gestimuleerd om in die richting verder te gaan. Als je goed studeert, zal je zeker nog verbeteren, zei hij altijd." Dokter Assen A Abouem kon gebruik maken van een uitwisselingsakkoord tussen haar geboorteland en België om haar geneeskundeopleiding te starten aan de ULB. "België telt wel een grote Kameroense gemeenschap, maar je moet toch de stap zetten. Dat is best spannend, al besef ik dat ik gepriviligieerd ben." Ze heeft alvast geen reden tot klagen gehad als het gaat over opvang en integratie. "Er zijn veel organisaties die zich hier ontfermen over buitenlanders. Op dat vlak heb ik zeker niet te klagen gehad. En ook met racisme ben ik nooit in aanraking gekomen." Als jonge arts in spe heeft dr. Assen A Abouem geworsteld toen ze een specialisatie moest kiezen. "Aanvankelijk kon ik niet kiezen. Ik had vrij snel door dat chirurgie niet mijn ding was, omdat ik vond dat er te weinig lucht in het OK was. Ik heb uiteindelijk stage gelopen op spoed, dat vond ik boeiend" - in die urgentiegeneeskunde heeft ze zich verder gespecialiseerd. Dat ze sinds enige tijd diensthoofd is in dit regionaal ziekenhuis schrijft ze toe aan het feit "dat ik me niet altijd bewust ben van mijn kwaliteiten". De benoeming streelt uiteraard haar ego. Minstens even belangrijk vindt ze een goed contact met patiënten: "Ik merk wel dat sommigen verbaasd opkijken als plots een zwarte vrouw bij hen verschijnt. Sommigen reageren of stellen vragen in het Frans, terwijl ik ook Nederlands spreek. Niet perfect, maar ik kan me uitdrukken, al maak ik nog wel eens fouten tegen jullie inversieregels en moet ik soms hulp vragen als patiënten dialect spreken. Maar het gaat er vooral om dat ik met een oplossing kom voor hun probleem, dan zijn mensen altijd heel dankbaar. Et ça me touche beaucoup."Dr. Assen A Abouem heeft gedurende haar carrière in België in diverse uithoeken van het land gewerkt, van Moeskroen tot Marche-en-Famenne. Ze kan dus ook wel mentaliteitsverschillen duiden. "In Vlaanderen kijkt men meer naar het noorden, word je op competenties beoordeeld en gaat het erom mensen beter te laten worden. Een beetje in de stijl van ' Can you do the job? Yes? Okay, you start.'" "In Franstalig België kijkt men meer naar Frankrijk, en gaat het er soms minder pragmatisch aan toe. Ik heb, denk ik, meer de Angelsaksische mentaliteit." Vandaar dat ze het belangrijk vindt om Nederlands te leren. "Ik herinner me nog: toen ik in Elsene werkte en een Kameroense jeugdvriendin radiologie aan de VUB studeerde, noemde ik haar lachend ' de flamingante'. Intussen weet ik wel beter." Dat brengt ons terug bij ons uitgangspunt: in haar geboorteland leven ook twee taalgemeenschappen. "Veel jongeren willen weg uit Kameroen omdat de lokale overheid als corrupt ervaren wordt. Bovendien heb je een voortdurend getouwtrek tussen zij die vooruitgang nastreven en voorstanders van het status quo. Dat leidt tot stagnatie. De Franstalige meerderheid én overheid tonen zich ook niet erg geneigd om begrip te tonen voor de Engelstalige minderheid, en dat zorgt voor frustraties." Toch weet dr. Assen A Abouem dat veel Kameroeners, ondanks ' le rêve de l'Europe', terugkeren naar de bakermat. "Ook al gaat het niet om een permanente terugkeer, veel van mijn landgenoten brengen hun Europese of Amerikaanse ervaring mee en proberen onder meer het niveau van de lokale zorg op te krikken. Dat spagaat tussen vertrekken en terugkeren zie je voortdurend." Zelf gaat ze jaarlijks terug naar Kameroen en haar intussen bejaarde ouders. Of ze zelf terugkeerplannen heeft? "Ik heb geen kristallen bol. Momenteel is mijn thuis hier, in Vlaanderen."