Ter gelegenheid van de Internationale Dag van het Gehoor, organiseerde de dienst NKO en de vakgroep Translationele Neurowetenschappen van het UZA/UAntwerpen een symposium over de huidige stand van zaken in de oto- en audiologie.
...
Oor- en gehoorproblemen behoren tot de meest voorkomende maatschappelijke problemen. Wereldwijd zou meer dan anderhalf miljard mensen een of ander oorprobleem hebben, hetzij bijna 20% van de huidige wereldbevolking. In Europa gaat het ruwweg om 190 miljoen mensen of meer dan 14% van de bevolking. De kostprijs van onbehandeld gehoorverlies wordt voor Europa geraamd op 224 miljard USD. De medische, maatschappelijke en economische impact van deze problematiek, die elke leeftijdscategorie kan treffen, is dus niet te onderschatten. Het goede nieuws is dat meer dan 60% van deze gevallen, mits de nodige aandacht, in de eerstelijnszorg kan worden vastgesteld en behandeld. "Voor de congenitale, al dan niet erfelijke, ernstige gehoorsdaling staat ons land op kop wat betreft de neonatale screening", zegt prof. Vincent Van Rompaey, adjunct-diensthoofd NKO aan het UZA. "Niet minder dan 98% van de pasgeborenen wordt momenteel in België voor het gehoor gescreend. Jaarlijks worden zo'n 60-tal kinderen doorverwezen voor verder onderzoek en behandeling. De meeste gevallen komen in aanmerking voor een cochleair implantaat, dat sinds 2010 aan beide kanten door het Riziv wordt terugbetaald. Hoe vroeger deze kinderen worden behandeld, hoe kleiner hun spraak- en taalachterstand en hoe beter hun psychomotorische ontwikkeling. In enkele zeldzame gevallen, bij kinderen met irreversibele letsels van het binnenoor, kan een hersenstamimplantaat nog soelaas brengen." Meningitis, die in 14% van de gevallen tot uni- of bilaterale doofheid leidt, kan het best vermeden worden met vaccinatie tegen mazelen, rubeola, bof en meningitis. Ook bij volwassenen met ernstige perceptiedoofheid kan een cochleair implantaat tot goede resultaten leiden, maar hier wordt slechts één apparaat, na goedkeuring van het dossier, terugbetaald. Bij genetisch bepaalde doofheid zijn niet minder dan 150 verschillende genen betrokken. Het is niet ondenkbaar dat in de toekomst specifieke genetische manipulatie ook hier tot goede resultaten zou kunnen leiden. Gehoorsdaling gaat vaak gepaard met tinnitus. "Geluidstraumata, vaak veroorzaakt door blootstelling aan luide muziek, komen steeds vaker voor", aldus prof. Annick Gilles, hoofdaudiologe aan het UZA. "Aanhoudend oorsuizen heeft een negatieve invloed op de concentratie en kan uiteindelijk tot angst, frustratie, slaapstoornissen en depressie leiden. Tachtig dB wordt nog als veilig beschouwd, maar 100 dB mag maximaal drie minuten lang aanhouden. Voor recreationeel lawaai, zoals op muziekfestivals, onderscheidt men, naargelang het niveau en de duur van de blootstelling aan lawaai, verschillende categorieën, met voor de hoogste categorie een verplichte aanbieding van gehoorbeschermingsmiddelen." Naast universele en voor iedereen toepasbare gehoorbeschermingsmiddelen, zijn middelen op maat van ieders gehoorgang uiteraard nog efficiënter. Acute gehoorsdaling moet als een urgentie worden beschouwd, en kan best met een korte kuur corticoïden en hyperbare zuurstoftoediening worden behandeld. Deze behandeling kan maar succesvol zijn voor zover ze vroegtijdig wordt toegediend. Op hogere leeftijd worden we, naast gehoorverlies, steeds vaker geconfronteerd met cognitieve achteruitgang en dementie. Het aantal dementerenden zal tegen 2050 wellicht nog verdrievoudigen. "Gehoorverlies heeft een duidelijke impact op cognitie en wordt op dit vlak als een risicofactor beschouwd: bij patiënten met ernstige gehoorsdaling zullen cognitieve stoornissen vroeger optreden dan bij mensen met een (sub)normaal gehoor. Tijdige behandeling van de gehoorsproblemen, meestal door middel van hoortoestellen, is hier geboden", aldus audiologe Hanne Gommeren. "Verbetering van het gehoor en verhoging van het aantal auditieve stimuli komt de cognitieve functies ongetwijfeld ten goede." Huisartsen beschikken wellicht over weinig technische middelen om het gehoor van patiënten met gehoorsdaling te testen. "Toch kunnen ze met een goede anamnese, onderzoek met otoscoop en stemvork al heel wat diagnosen stellen", zegt dr. Stefan Teughels, medisch directeur bij Domus Medica. "Bij oudere patiënten is het vaak de partner van de patiënt die zijn of haar gehoorprobleem aankaart. Na verwijzing naar NKO-arts en audioloog komt de patiënt dan meestal terug met hoortoestellen, die, in tegenstelling tot een bril, toch vaak niet direct het beoogde resultaat opleveren. Een follow-up is hier zeker aangewezen. Ik stel vast dat heel wat apparaten, ondanks hun hoge kostprijs, in de schuif blijven liggen. Dat is bijzonder jammer en zou toch met een goede begeleiding kunnen vermeden worden." Prof. huisartsgeneeskunde Paul Van Royen, treedt hem bij. Hij stelt vast dat patiënten met gehoorproblemen vaak eerst bij de huisarts terechtkomen en breekt een lans voor betere communicatie tussen de verschillende actoren die bij deze problematiek betrokken zijn. "In de medische wereld met de huidige verregaande specialisatie is het van cruciaal belang dat alle actoren elkaar persoonlijk leren kennen. Dat kan de patiënt alleen ten goede komen."