...

Wie de naam van dr. Petra Bruggeman in combinatie met atletiek googelt, komt algauw in allerlei wedstrijdresultaten en tijden terecht. Hoewel ze haar prestaties relativeert - "Ik liep ze vooral in de categorie Masters, de oude madammen dus", lacht ze - is het een palmares om u tegen te zeggen. Op 6 februari werd ze in Louvain-la-Neuve voor de achtste keer Belgisch kampioene op de 800 meter bij de 40 W+, deze keer indoor. "Bij de senioren - zeg maar 'de echte atleten' - haalde ik op BK's finaleplaatsen, maar nooit titels. Maar ik heb in de atletiek van alles wat geproefd", zegt dr. Bruggeman, huisarts in de groepspraktijk Varendries in Drongen. Welke disciplines hebt u zoal be- oefend? Mijn grote liefde is de 800 meter, maar ik heb ook twee marathons ge- lopen - waarvan een in Valencia in 3u02 -, trails, meerkampen en steeple chase. De hordentechiek die je bij dat laatste nodig hebt, heb ik in mijn jeugd meegekregen en mijn man is ook een gewezen steeple-loper. Afgelopen zomer heb ik het Belgisch record op de 2.000 meter steeple verbeterd. Ik liep 2'17", terwijl mijn beste tijd ooit 2'13" was. Die liep ik als 18-jarige. Onder-tussen ben ik dubbel zo oud en liep ik maar 4 seconden trager. Daar ben ik wel trots op. Die prestatie schat ik hoger in dan dat Belgisch record op de steeple. 2'17" is een halve seconde trager dan Nafi Thiam tijdens haar olympische finale in de meerkamp. Het is haar minst goede onderdeel, en ik zou er niet uitgelopen worden, laat ik het zo zeggen. Had u ook professioneel atlete in de plaats van arts kunnen worden? Als tiener heb ik gedroomd van een carrière in de atletiek en er ook voor gewerkt, maar mijn talent was niet groot genoeg om internationaal mee te draaien. Al heb ik wel eens mogen meelopen in het voorprogramma van de Memorial Van Damme. Maar misschien is mijn grootste talent dat ik het na 35 jaar atletiek nog altijd graag doe en die offers breng, terwijl anderen hebben afgehaakt. Ik ben niet op- gebrand. Met dank aan mijn trainer, die overigens mijn vader is ( lacht). Door jaren ervaring als atleet, aan- gevuld met wetenschappelijke informatie uit de opleiding en bijscholingen in de sportgeneeskunde vond ik ook een verklaring voor de grenzen waar ik als jeugdatleet op botste. Een belangrijke gamechanger voor mij was het inzicht dat je trager moest trainen om sneller te lopen. Hoe vaak loopt u? Ik probeer vijf tot zes keer per week te trainen. Vaak doe ik duurlopen tussen de huisbezoeken door - mijn loopkleding en schoenen liggen altijd in mijn auto. Lopen is een belangrijk onderdeel in mijn zelfzorg. Daarom eis ik dat moment op... no matter what. Het is de ideale preventie tegen een burn-out. Het is ook mogelijk dankzij mijn fantastische collega's die de continuïteit garanderen. U bent ook als arts actief in de topsportschool voor wielrennen en atletiek en in de Vlaamse atletiekliga. Ik doe mee de keuringen van de elite, we voorzien in permanenties op nationale en internationale kampioen- schappen en ben arts aan huis voor de topsportschool atletiek en wielrennen in Gent. In de atletiekliga ben ik ook de trekker rond het thema eetstoornissen en denk ik mee na over transgenders in de sport. De 800 meter is uw grote liefde, zei u. Wat is er leuk aan? Het tactische spelletje: in de ver- zuring terechtkomen, maar toch blijven doorgaan zonder te ontploffen en inschatten waar je je laatste kruit kan verschieten zonder stil te vallen. Hebt u nog al uw medailles? Onder andere die van mijn eerste marathon heb ik bewaard, met mijn naam en mijn tijd erin gegraveerd. Samen met mijn rugnummer van de afgelopen marathon van Rotterdam hang ik die als herinnering op het skelet dat hier in de praktijk staat ( lacht). Maar een deel van mijn medailles heeft een tweede leven gekregen. Mijn vader heeft ze tijdens de opa- en omadag in de kleuterklas van onze kinderen na een gelegenheidstraining bij hen en hun klasgenootjes omgehangen. Dat was een mooi moment. Probeert u de atletiekmicrobe aan uw kinderen door te geven? Ik ben gezegend met twee dochters die dat graag doen. Janne en Flore zijn 12 en 14. Wekelijks neem ik ze mee naar de atletiektraining. Een duurloopje doen we een samen, net als de hordentraining, omdat ik die techniek wil onderhouden. Welke doelen hebt u nog? Mijn jeugdvriendinnen zijn, nu de kinderen wat groter worden, ook weer meer beginnen te lopen. In 2020 hebben we het Belgisch record gehaald op de 4 x 800 meter, vorige zomer hebben we dat op de 4 x 400 verbeterd. We hebben elkaar zo gek gemaakt om op 27 augustus tijdens een meeting van onze club AS Rieme het wereldrecord van de USA op de 4 x 800 bij de Masters aan te vallen. Tijdens de trainingen daarvoor op de piste hebben we echt de tijd van ons leven.