...

De tentoonstelling is tot stand gekomen dankzij een samenwerking met Kanal en het Centre Pompidou in Parijs dat de meeste kunstwerken heeft geleverd. Het dadaïsme levert het leeuwenaandeel met kunstenaars als Marcel Duchamp, Picabia, Man Ray, maar ook surrealisten als Magritte en Salvador Dali doen hun duit in het zakje.Of het nu echt de bedoeling is om de kijker aan het lachen te brengen, dat is niet altijd duidelijk. In hun revolte tegen het academisme gebruiken artiesten humor als subversief wapen om de kunst van haar mythes te ontdoen. Humor doet als het ware dienst als een sabotagemiddel om de gangbare kernwaarden van de kunst aan te vallen: de kunstenaar als een visionair genie, het museum als heiligdom. Het absurde werd ook een belangrijke gegeven in de kunst: denken we maar aan En attendant Godot van Samuel Beckett. Eerder dan de toeschouwer aan het lachen te brengen, was het vaak de bedoeling hem tot nadenken te stemmen. Nadenken over de zin en de betekenis van kunst, van het leven...Marcel Duchamp kon er alvast best wel mee lachen: "Kunst was zo'n ernstige zaak, zo belerend, dat ik dolblij was toen ik ontdekte dat ik er humor in kon brengen." Meest bekende grap van Duchamp, zijn urinoir of Fontaine, zou in 1917 een schok doorheen de kunstwereld veroorzaken en maakte de weg vrij voor de intrede van de readymade in de kunstgeschiedenis. De invloed van dit kunstwerk is 100 jaar later nog zichtbaar in de kunst. Of humor in de kunst nu echt een verschijnsel van moderne tijden is, zoals de curatoren willen doen geloven, daar hebben we de grootste twijfel over. De humor die kunstenaars als Breughel, Bosch, Jordaens, Hals, Brouwer in hun schilderijen uitbeeldden was soms behoorlijk platvloers, louter en alleen bedoeld om de kijker aan te zetten tot schuddebuiken. Echte billenkletsers waren het, in tegenstelling tot de humor van 'de modernen' die van humor graag een intellectueel spel maken, vaak gedrenkt in sarcasme en cynisme. Een originele tentoonstelling met heel interessante kunstwerken die eerder stemmen tot nadenken dan tot lachen.