...

De barometers voor antibiotica en diabetes, die huisartsen al voor de premie van 2023 konden kiezen, waren in ieder geval een groot succes. Dat weet professor Bert Vaes (KU Leuven) ons te vertellen. "Aan de meest recente datacollectie voor de diabetesbarometer in juli namen 3.596 huisartsenpraktijken over heel België deel. Deze dekten acht miljoen GMD-houdende patiënten. Gegevens over 354.849 diabetespatiënten werden verzameld. Aan de jongste datacollectie voor de antibioticabarometer in juni namen 3.616 praktijken deel. Die gegevens hadden betrekking op bijna vier miljoen patiëntencontacten." Deze cijfers werden meegedeeld op een stakeholdersvergadering. "Je moet rekenen dat een praktijk gemiddeld staat voor ongeveer 2,5 huisartsen. Voor een paper die binnenkort voor peer review wordt ingediend, hebben we uitgerekend dat alles tezamen aan elke barometer acht- à negenduizend huisartsen deelnemen", verduidelijkt Vaes - hoofddocent huisartsgeneeskunde en huisarts in Hoeilaart, en de man achter het concept van de barometers. Ter vergelijking: volgens de FOD Volksgezondheid waren er in 2023 in België 18.576 erkende huisartsen. Ook de voorbereiding voor de nieuwe huisartsenbarometer voor chronische nierinsufficiëntie (CNI) gebeurde aan het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG), waaraan professor Vaes verbonden is. "Er was al een set van indicatoren ontwikkeld. Met Intego - een registratienetwerk van huisartspraktijken - hebben we begin dit jaar bepaald welke ervan voor de huisarts relevant zijn. Zo werden ook de haalbare streefwaarden voor de indicatoren bepaald. De softwareontwikkelaars zijn nu de queries (geautomatiseerde zoekopdrachten) aan het implementeren. De barometer moet begin december live gaan." Naast de drie barometers die door het RIZIV worden gefinancierd, wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een vierde huisartsenbarometer. "Die behelst de syndromic surveillance van infectieziekten, onder meer in het kader van pandemic awareness. In dit project neemt Sciensano de leiding, al werkt het ACHG eraan mee. De financiering komt van de gemeenschappen. Het gaat om een lange lijst van uiteenlopende infectieziekten. Dat betekent veel queries die bovendien dagelijks moeten gebeuren, zonder dat de huisarts iets moet doen of er hinder van mag ondervinden. Niet elk softwarepakket kan dat aan: voorlopig zal alleen CareConnect deze barometer implementeren. Hij telt daarom niet mee voor de praktijkpremie, en het wordt interessant om te zien hoeveel huisartsen eraan deelnemen. Dankzij deze barometer kun je proberen na te gaan of er iets meer aan de hand is, wanneer je in je praktijk een opvallend aantal patiënten met een infectie ziet. Voor overheden is die epidemiologische informatie natuurlijk van groot belang." Vaes hoopt dat het RIZIV een volgende barometer over de kwaliteit van de EMD-registratie zelf zal financieren. "We zijn indicatoren aan het ontwikkelen voor het goede gebruik van het elektronisch medisch dossier. Als huisarts maak je je bepaalde routines eigen en hoop je maar dat je het goed doet - maar je krijgt daar geen feedback over. Die barometer zou aangeven wat je kunt bijsturen. Daarvoor moet dan meer geschikt leermateriaal beschikbaar worden. We leggen nu de eerste bouwstenen voor een elektronische leeromgeving." Een barometer is slechts een startpunt. De bedoeling is dat je met de gegevens aan de slag gaat om de zorg voor patiënten te verbeteren. "Dat kan bijvoorbeeld door de gegevens te gebruiken in het Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) met apothekers. In Kortenberg gebruikt men de gegevens uit de diabetesbarometer om vanuit multidisciplinair overleg de vaccinatiegraad van diabetespatiënten te verbeteren. Dat is een concreet project dat heel waarschijnlijk resultaten zal afwerpen. Zo creëer je ook meer vertrouwen tussen zorgverleners en leg je de basis voor verdere gezamenlijke projecten." "Het RIZIV financiert ook een programma van antibiotic stewardship; Domus Medica coördineert dit project met verschillende huisartsencentra, en in Franstalig België doet de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG) dat. In dit programma wordt onder meer gewerkt met local champions: huisartsen die door ervaring en/of extra opleiding extra expertise hebben, en andere huisartsen begeleiden om hun voorschrift te optimaliseren. Daarbij kunnen ze vertrekken van de resultaten van de antibioticabarometer. Het proefproject loopt eind dit jaar ten einde, maar ik verwacht dat het wordt opgeschaald."