...

De circulaire 2020/C/130 over de vrijstelling van vergoedingen van gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten ingevolge covid-19 antwoordt op de vragen van ondernemingen en particulieren die tussen 15 maart en 31 december 2020 premies ontvingen van deze overheden. In de circulaire wordt gepreciseerd dat de vrijstelling, dus het niet-belasten van deze premies, zowel geldt voor de vennootschapsbelasting als de personenbelasting, alsook voor de belasting van niet-inwoners. De circulaire richt zich met deze maatregel zowel tot professionelen als particulieren en geeft een reeks voorbeelden van premies die zijn vrijgesteld: ? De Vlaamse premies van 4.000, 2.000 en 160 euro, de Brusselse premie van 4.000 euro en de Waalse premies van 5.000 en 2.500 euro aan bedrijven ter compensatie van het inkomensverlies als gevolg van hun sluiting; ? De forfaitaire vergoeding van 202,68 euro van het Vlaams Gewest om de kosten van elektriciteit, verwarming en water te dekken gedurende de eerste maand van tijdelijke werkloosheid als gevolg van de coronacrisis; ? De vergoedingen die in het kader van de maatregelen van de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap worden toegekend aan de organisatoren van kinderopvang en onthaalouders als compensatie voor de afwezigheidsdagen van de kinderen. Deze vrijstelling wordt dus betrekkelijk ruim toegepast, want ze slaat zowel op premies ter ondersteuning van de economische activiteit als op deze die de huishoudens vooruithelpen. Twee andere circulaires, 2020/C/114 en 2020/V/94, betreffen en regelen de bedragen die zijn uitgekeerd in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht' waarvan zelfstandigen konden gebruik maken die hun activiteit geheel of gedeeltelijk moesten onderbreken, en die van het 'heropstartoverbruggingsrecht' waarvan ze tussen juni en december van vorig jaar konden genieten om hun activiteit na een sluiting terug op te starten. De vergoedingen die uitbetaald werden in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht' worden afzonderlijk belast, tegen een tarief van 16,5% voor zelfstandigen die een activiteit uitoefenen die winst (handelsactiviteiten) of baten (activiteiten van vrije beroepen) oplevert. De vergoedingen die aan werknemers of bedrijfsleiders werden uitgekeerd worden globaal als 'vervangingsinkomen' belast, dit betekent tegen het gewone progressieve tarief. Ze maken dus geen deel uit van de berekenings- basis voor de premies. Met andere woorden, deze uitkeringen zijn normaal belastbaar, maar er zijn wel geen sociale zekerheidsbijdragen op verschuldigd. Ten slotte zullen zelfstandigen die, in welke vorm dan ook hebben genoten van het 'heropstartoverbruggingsrecht ' (zelfstandigen, werknemers, bedrijfsleiders) tegen het gebruikelijke progressieve tarief worden belast alsof het om een vervangingsinkomen ging. Velen werden tijdens deze crisis gedwongen hun activiteiten stop te zetten en konden rekenen op overheidssteun. Hoewel deze steun soms geholpen heeft om de crisis te boven te komen, mag men niet vergeten dat een deel daarvan in juni moet worden aangegeven en daarom invloed zal hebben op de belastingfactuur die op het einde van het jaar wordt gepresenteerd.