2 juni is World Eating Disorder Day. In meer dan 50 landen worden acties ondernomen om mensen te informeren over eetstoornissen. Eetstoornissen treffen wereldwijd naar schatting 70 miljoen mensen. In Vlaanderen vertoont één op vijf jongeren signalen van een mogelijke eetstoornis.
...
In Vlaanderen is er momenteel veel gaande op het gebied van eetstoornissen, zegt An Vandeputte van Eetexpert, het Vlaams kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen. "Het is een bijzondere proeftuin waar innovatieve trajecten worden ontwikkeld. De covidpandemie heeft geleid tot een enorme toename van eetstoornissen." Het bestaande zorgtraject bleek daarvoor ontoereikend. "Men realiseerde zich dat de ideale behandeling zich niet in ziekenhuisbedden afspeelt, maar in de thuisomgeving, wat een herorganisatie van de zorg vereiste. De overheden hebben erkend dat er veranderingen nodig waren, en in september vorig jaar zijn de beleidsaanbevelingen goedgekeurd op een interministeriële conferentie." Om eetstoornissen te voorkomen wordt vooral ingezet op gezond leven. "In de leefomgeving van jongeren willen we de focus verschuiven van calorieën en gewicht naar een brede gezonde leefstijl met goede eetvaardigheden, een gepast beweeggedrag, lichaamstevredenheid en zelfwaardering, emotionele ontwikkeling, sociale interactie en voldoende slaap", zegt An Vandeputte. Deze thema's worden niet alleen op school en thuis aangepakt, maar ook bij vrijetijdsactiviteiten zoals sport en jeugdwerk. Deze holistische benadering van een gezonde leefstijl, samengevat in het acroniem ALLES (zie kader), vormt ook de basis voor het beoordelen waar er knelpunten zijn en waar gerichte actie nodig is, legt An Vandeputte uit. Dezelfde visie kan ook in de zorg toegepast worden. "We moeten eerst naar het algemene welzijn en de groei van een persoon kijken voordat we ons gaan focussen op pathologieën. Wanneer er tekenen zijn dat de groei hapert, gaat de aandacht dus eerst naar het versterken van jongeren en hun families. Indien nodig wordt er passende zorg geboden, waarbij een zorgketen wordt georganiseerd. Rond de huisarts moeten er eerstelijnspsychologen beschikbaar zijn die helpen bij verstoord eetgedrag, nog voordat er sprake is van een echte stoornis." Deze psychologen kunnen jongeren ondersteunen en weer op het groeispoor brengen, en indien nodig aanvullende ondersteuning bieden. "Daarnaast zal gespecialiseerde zorg nodig blijven, zowel ambulant als in de residentiële sector voor complexere problemen. We streven naar een gediversifieerd aanbod, waarbij opname niet altijd noodzakelijk is, maar waarbij er ook een aanbod is van deeltijdse behandelingen en intensieve familietherapie op maat", zegt Vandeputte. Eetexpert werkt daarbij samen met de huisarts, die jongeren in de groei ziet. "Het is waardevol als artsen nagaan hoe jongeren omgaan met lichaamsveranderingen, voeding, emoties, slaapgedrag en sociale interactie. Tijdens een groeispurt ervaren jongeren intense veranderingen in hun lichaam. Ze hebben dan nood aan voldoende voeding. Maar net op dat moment zijn ze vaak ontevreden met hun lichaam, wat er toe kan leiden dat ze onvoldoende of verkeerd eten. Bovendien zijn er veranderingen in hun hersenen, met name de amygdala - het emotiebrein - ontwikkelt zich volop. Omgaan met emoties is voor veel tieners niet makkelijk. De prefrontale cortex die hun hierbij zou kunnen helpen, ontwikkelt zich pas enkele jaren later. Daarnaast zijn er veranderingen in de melatonineproductie die het slaapschema van veel pubers overhoop halen - als ze al niet wakker gehouden worden door sociale media. En pubers zoeken naar een plaats tussen leeftijdsgenoten. Op al die thema's kan een arts al inspelen, zonder meteen naar medicatie of therapie te grijpen." Op de website van Eetexpert vinden artsen een schat aan materiaal: basisinformatie over de preventie en aanpak van eet- en gewichtsproblemen, actuele richtlijnen voor diagnose en behandeling, tips voor communicatie met jongeren en kinderen, draaiboeken voor de eerstelijns-, ambulante en residentiële zorg. Eetexpert biedt ook trainingen voor artsen aan. "Momenteel verzorgen we al opleidingen rond verschillende thema's voor eerstelijnszones, LOK's en huisartsenkringen", zegt Vandeputte. "Binnen ons team hebben we ook een arts die medische expertise inbrengt en handige tools ter ondersteuning aanreikt. Artsen kunnen ook via telefoon en mail vragen stellen, bijvoorbeeld over doorverwijsadressen." Bij het begeleiden van jongeren is het ook nodig om ouders en families te ondersteunen. "Ouders en jongeren ervaren de groei vaak anders. Artsen kunnen daar een waardevolle rol spelen door ouders te begeleiden naar een positieve benadering van de groei van hun kinderen." Op de website van Eetexpert zijn hiervoor ondersteuningstools voor ouders te vinden waarnaar artsen kunnen verwijzen. An Vandeputte publiceerde zonet het boek Ben ik te dik, mama? dat ouders wil helpen op het groeipad van hun kinderen.