...

In een 'middaggesprek' van Metaforum, een interdisciplinaire denktank van de KU Leuven, gaf prof. dr. Zeger Debyser, viroloog en hoofd van de onderzoekseenheid Moleculaire Virologie en Gentherapie, een stand van zaken van het hiv-onderzoek. "Met combinatietherapie kunnen we het virus onder controle houden. Mensen moeten die therapie wel levenslang volgen. Hier is er een evolutie naar long acting preparaten die men minder frequent moet nemen." "Met die therapieën kunnen we de ziekte onderdrukken, maar het blijft onze morele plicht om te zoeken naar een manier om ze te genezen. Men zocht hier eerst vooral naar manieren om het virus volledig uit te roeien. Dat kan bijvoorbeeld met stamceltransplantaties, maar dat kan maar in uitzonderlijke gevallen." "Hiv is niet makkelijk te genezen, omdat het virus zich inbouwt in het erfelijk materiaal van geheugencellen van het immuunsysteem. Het gaat daar in slaap: er komen geen eiwitten tot expressie, zodat het immuunsysteem het virus niet meer herkent. En de geheugencellen zelf gaan ook in slaap - dat is de normale werking van het immuunsysteem. Ze vormen echter een reservoir voor het virus. Als je hiv- medicatie stopt en een geheugencel komt in contact met het oorspronkelijke pathogeen, dan wordt die geheugencel weer wakker, begint zich te vermenigvuldigen, en zo wordt ook het virus weer wakker." Het onderzoek naar genezing richt zich daarom op het reservoir van slapende immuuncellen, en volgt daarbij verschillende pistes, legt Debyser uit. Een eerste is gentherapie, waarbij men via de CRISPR-Cas-technologie het erfelijk materiaal van het virus wegknipt. De grootste moeilijkheid daarbij is de locatie van het virus te vinden. Een tweede piste wordt purge and kill genoemd. Daarbij probeert men met moleculen het virus uit de slaap op te wekken, zodanig dat het zich vermenigvuldigt, en dan de reservoircellen te doden. "Er zijn echter eerder weinig reservoircellen - een op een miljoen cellen. In theorie werkt deze aanpak, maar in de praktijk is er weinig klinisch effect", zegt Debyser. De meest recente piste heet block and lock. "Dat is eigenlijk net het omgekeerde van purge and kill: men probeert met moleculen het erfelijk materiaal epigenetisch te wijzigen, zodat het virus niet tot expressie kan komen en dus eeuwig in slaap blijft", legt Debyser uit. Er was in het begin kritiek op die strategie, omdat je het virus niet uitroeit - het blijft latent aanwezig. Dat is veranderd na studies van Mathias Lichterfeld (Harvard) over 'elite-controllers'. "Dat zijn mensen die van zichzelf een sterk immuunsysteem hebben en zonder medicatie het virus onder controle houden. Bij hen zit het overblijvende virus vooral in heterochromatine, waar het niet tot expressie kan komen. Ook bij chronisch behandelde patiënten ziet men dat na een natuurlijk proces van tien tot twintig jaar het immuunsysteem zorgt voor een negatieve selectie van 'actieve virussen', terwijl de slapende virussen in het hetero- chromatine overblijven. Als zo'n proces van nature optreedt, is het niet onethisch om dat proberen na te bootsen met medicatie." Een effectieve therapie is nog niet voor morgen. Sciensano benadrukt daarom het belang van preventiestrategieën, zoals condoomgebruik, regelmatig testen, behandeling van personen met hiv, en preventieve hiv-behandelingen (PrEP en PEP). Het is belangrijk dat mensen met hiv hun medicatie blijven nemen, zegt ook Debyser. "Artsen moeten daarop hameren. Je bent niet besmettelijk als je die medicatie neemt, maar als je ermee stopt of ze vergeet te nemen stijgt het virus weer in het bloed en kan je je partner besmetten. En geef hun ook de boodschap mee dat er volop onderzoek wordt gedaan, dat we echt wel gaan voor genezing. Zonder patiënten valse hoop te willen geven: er is hoop."