...

Een belangrijke drijfveer om combinatie te overwegen is onzekerheid over toelevering: als de tweede dosis van een bepaald vaccin niet voorradig is, zou het handig zijn om dan maar gewoon een ander type vaccin te kunnen toedienen. Een aantal landen zitten bovendien met een specifiek probleem: ze hebben het gebruik van het AstraZeneca-vaccin gestopt met het oog op mogelijke trombotische incidenten. Die landen kijken ernaar uit om gedeeltelijk gevaccineerde personen een tweede dosis met een vaccin van een ander platform aan te bieden.De eerste vraag die omtrent heterologe schema's rijst, betreft de veiligheid. Een Brits onderzoek van Shaw et al. levert hierover gegevens aan, althans over het vaccin van Pfizer (kortweg BNT) en dat van AstraZeneca (ChAd) (1).In een populatie van 463 personen werden deelnemers gerandomiseerd naar vier mogelijke vaccinatieschema's: BNT/BNT, ChAd/ChAd, BNT/ChAd en ChAd/BNT. Het interval tussen beide dosissen bedroeg 28 dagen. De heterologe schema's veroorzaakten na de tweede dosis meer bijwerkingen dan de autologe. Een koortsig gevoel, bijvoorbeeld, kwam voor bij 34% van de personen in de groep ChAd/BNT en bij 10% in de groep ChAd/ChAd; bij 41% in de groep BNT/ChAd versus 21% in de groep BNT/BNT. Een gelijkaardig patroon tekende zich af voor rillingen, hoofdpijn, malaise, en gewichts- en spierpijn. Koorts was in alle groepen zeer zeldzaam. De bijwerkingen kwamen hoofdzakelijk voor binnen 48 uur na de prik. Niemand werd voor zijn bijwerkingen gehospitaliseerd. Ook voor het gebruik van paracetamol binnen 48 uur na de tweede dosis zag men het verschil tussen autologe en heterologe schema's: 57% voor ChAd/BNT en 60% voor BNT/ChAd, versus 36% voor ChAd/ChAd en 41% voor BNT/BNT. Het bloedonderzoek van de deelnemers bracht niets bijzonders aan het licht. Er trad geen trombocytopenie op. Shaw et al. concluderen dat het heterologe schema op korte termijn wel wat ongemak met zich kan meebrengen, met als gevolg terughoudendheid tegen de vaccinatie. Ze merken op dat de deelnemers aan deze studie 50 jaar of ouder waren, terwijl algemeen blijkt dat bijwerkingen na vaccinatie meer uitgesproken zijn bij jongere mensen. En laat het nu net die leeftijdsgroep zijn waarin sommige landen de vaccinatie met het vaccin van AstraZeneca onderbroken hebben. Meer gegevens uit deze studie komen eraan. Er wordt onder andere nagegaan of het profylactisch gebruik van paracetamol de hinder kan doen afnemen.