...

Hoe het ging met de Joden die in Gent leefden, werkten en studeerden naarmate de oorlogsdreiging toenam en toen de Tweede Wereldoorlog ook daadwerkelijk losbarstte, beschrijft Marc Verschooris nauwgezet in zijn boek Uit de lus van de strop, Gentenaars in de bres voor de Joodse bevolking.Jaren snuffelen in archieven allerhande moeten zijn voorafgegaan aan de publicatie van dit boek, want van welgeteld 611 Joden vertelt Verschooris het wedervaren. Hoe zij in Vlaanderen aanbelandden en waarom, hoe ze hier wel of niet konden blijven en waarom zij bleven of probeerden weg te vluchten toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak.Bij het begin van de 20ste eeuw was de Gentse universiteit erg in trek bij jongeren uit Centraal- en Oost-Europa. Ze werden aangetrokken door de renommee van de technische scholen en kwamen hier voor ingenieur studeren of kozen voor vakken als geneeskunde. Tussen de academiejaren 1922-1923 en 1934-1935 studeerden gemiddeld 478 buitenlandse studenten in Gent. De helft van hen waren Joden. Ze vertegenwoordigden 15 procent van de toenmalige studentenbevolking. Het verhaal van neuropatholoog Hans Scherer loopt bijvoorbeeld mooi over in dat van geneeskundestudent Willy Weinberg. De eerste krijgt te horen dat het is uitgesloten ' vreemde doctors aan te nemen wiens vorming volmaakter zou zijn dan deze van onze eigen doctors', terwijl de tweede ' zich inlaat met communistische dryverijen' en geen medische diensten mag uitvoeren, maar het toch doet. Verschooris schetst voortdurend ook la petite histoire rond zijn figuren en kenschetst de bevindingen uit zijn archievenonderzoek met citaten in het Frans, Duits of Nederlands om zo de tijdsgeest levendig te schetsen en het verhaal te kleuren met de juiste context. De verhalen worden aan elkaar gelinkt en het ene verhaal vloeit over in het andere. Zo schetst de auteur de situatie waarin de Joodse gemeenschap zich toentertijd bevond. In essentie draait het boek om de solidariteit van mensen die Joden hielpen onderduiken. Bij de lectuur van het boek valt het op dat er zich onder hen heel wat artsen bevonden. Zij hielpen niet alleen Joodse families onderduiken, maar bouwden ook clandestiene medische diensten uit of waren vaak spilfiguren in de medische hulp aan ondergedoken Joden. Zo is één van de opvallende verhalen dat van dokter Jean-Jacques Van de Velde, specialist in hart- en longziekten in het burgerlijk ziekenhuis. Hij schreef attesten uit waardoor Joden konden ontkomen aan de zogenaamde 'verplichte tewerkstelling'. Toen het dragen van de Jodenster verplicht werd, nam hij zelfs twee Joodse meisjes in zijn gezin op als 'zijn eigen kinderen'. Vanaf 1942 betrekken de artsen Raphaël Schotte en Pierre Debersaques dokter Van de Velde ook bij de 'Inlichtingen- en actiediensten'. En even later houden de dokters zich bezig met clandestiene medische hulp voor de verzetsgroepen. Daarnaast gaat Verschooris in op hoe het de Joodse artsen in Gent verging. Twee hoofdstukken verwijzen naar hoe die artsen na hun afstuderen werden gedeporteerd en welke verborgen talenten ze hadden. Het boek is meteen ook een allegorie voor de vluchtelingencrisis van vandaag. Ook nu komen vaak hoogopgeleiden uit landen in oorlog naar onze contreien in de hoop hier een nieuwe toekomst te kunnen opbouwen. De vooroordelen, de niet-erkenning van hun diploma's, het moeten wegduiken in clandestiniteit of armoede, ... het zijn even zoveel herkenbare gelijkenissen met wat zich in de aanloop naar en tijdens WOII afspeelde. Naast de 204 pagina's lectuur biedt het boek ook in totaal 70 pagina's lijsten uit de archieven: een onderduiklijst, de 'erkende rechtvaardigen', de slachtoffers, een uitgebreide literatuurlijst, de archieven en zelfs een index waarmee je al wie in het boek wordt genoemd, makkelijk kunt terugvinden. De lijst met 866 voetnoten, gespreid over de verschillende hoofdstukken van het boek, vinden we dan net iets te onhandig voor informatie die vaak net zo goed in het verhaal had kunnen worden opgenomen. Marc Verschooris, Uit de lus van de strop. Gentenaars in de bres voor de Joodse bevolking. Sterck & De Vreese, 286 blz.