...

Cellen die in een normale, niet-agres-sieve context beschadigd raken door het dagelijks functioneren, maken zichzelf netjes van kant door apoptose. Het DNA wordt afgebroken en de organellen uit elkaar gehaald. De fragmenten worden in blaasjes verpakt, die door een membraan omgeven zijn. Daarna komen de macrofagen in beeld: zij nemen de blaasjes met afval op. De interventie van de macrofagen heet efferocytose.Apoptose vermijdt dat enzymen van een afstervende cel in het extracellulaire milieu terechtkomen en andere, gezonde cellen beschadigen. Maar als de macro-fagen de fragmenten niet snel genoeg kunnen opruimen, treedt er tóch schade aan de omringende cellen op. Dan ontstaat wat men ook ziet bij een brutale, agressieve aanval op de weefsels: necrose. Die necrose leidt tot inflammatie en nieuwe celbeschadiging. Het proces raakt in een vicieuze cirkel opgesloten en wordt chronisch. Eerder onderzoek brengt argumenten naar voren om aan te nemen dat het opstapelen van dode cellen - dus een ontoereikende efferocytose - een rol speelt bij het ontstaan van atherosclerose. Eén van de manieren om dit te vermijden, is het voldoende paraat houden van de macrofagen.Yurdagul et al. leggen in Cell Metabolism uit wat macrofagen tijdens de efferocytose aan de slag houdt. Ziehier hun meest fundamentele bevinding: macrofagen gebruiken twee aminozuren van de cellen die ze opruimen, arginine en ornithine, en zetten die om in putrescine. Deze substantie wordt ook aangemaakt door bacteriën, en veroorzaakt zo de kwalijke geur van rottend vlees.Yurdagul en zijn team stelden vast dat de productie van prutrescine door macrofagen een kettingreactie uitlokt, waardoor de efferocytose des te energieker plaatsvindt. Ze keken ook naar muizen met een gebrek aan arginase 1, het enzym dat arginine omzet in putrescine. De muizen hadden een snel evoluerende atherosclerose. In een volgende fase voegden de onderzoekers putrescine toe aan het drinkwater van de dieren. Gelukkig verloor putrescine in oplossing zijn reuk, althans in de concentraties waarin men de substantie gebruikte. De dieren dronken, en de plaques namen in volume af.Deze ontdekking zou een doorbraak kunnen betekenen in het afremmen van atherosclerose en andere vormen van chronische inflammatie. Maar coauteur Ira Tabas heeft teleurstellend nieuws: putrescine is toxisch in hoge dosissen. "Als we hiermee klinisch onderzoek wilden uitvoeren, zouden we eerst zeer nauwgezette veiligheidsstudies moeten opzetten om ervoor te zorgen dat de toegediende dosissen ver onder de toxische drempel blijven", zegt hij in een interview met Medical News Today.In ieder geval heeft dit onderzoek aangetoond dat het stimuleren van de efferocytose een bruikbare piste is om atherosclerose, althans gedeeltelijk, om te keren. Hier heeft professor Tabas dan weer een hoopvolle boodschap: onderzoek is momenteel aan de gang met andere substanties die de efferocytose stimuleren. Een aantal moleculen zitten al in het stadium van de klinische studie.De Amerikaanse bioloog verwijst hier naar een onderzoeksdomein dat zich in de jongste jaren ontwikkeld heeft. In recente tijden is het duidelijk geworden dat inflammatie niet alleen wordt opgestart en aangewakkerd door pro-inflammatoire substanties, maar dat er ook een apart systeem van agentia bestaat dat het inflammatoire proces uiteindelijk uitdooft. Die agentia noemt men specialised pro-resolving mediators (SPM). Ze worden aangemaakt door 'klassieke' cellen van het immuunsysteem - zoals de macrofagen of de neutrofielen -, die in de loop van het inflammatoire proces van fenotype veranderen. Daardoor gaan ze SPM's aanmaken in plaats van pro-inflammatoire stoffen. Van één categorie SPM's, de lipoxines, weet men bijvoorbeeld dat ze de efferocytose stimuleren.