...

Met veel bombarie werd dinsdag 28 juli 2020 in het eveneens door Van Gogh geschilderde gemeentehuis van Auvers-sur-Oise de belangrijke ontdekking onthuld. Van Amsterdam tot Tokio waren ze gekomen, de Van Gogh-kenners en -aanbidders, om dit uitzonderlijke en ontroerende moment mee te maken. Onder hen ook Vincent Willem van Gogh, achterkleinzoon van Theo van Gogh en adviseur van het Van Gogh Museum in Amsterdam. Van der Veen doet het verhaal uit de doeken: "Tijdens de lockdown kwam er plots tijd vrij om andere dingen te doen, bijvoorbeeld orde scheppen. Bij het rangschikken van enkele honderden oude postkaarten kreeg ik een telefoontje dat wat lang bleef duren zodat mijn aandacht afdwaalde naar de kaart uit de jaren 1900-1910 die ik toevallig in de hand had, met daarop een onbeduidend tafereel met een straatje, een berm met wat stammen en takken en een fietser met een lekke achterband. Wie zou nu zo'n kaart kopen of versturen, dacht ik? Het is al een wonder dat die kaart bewaard is gebleven. Maar plots werd mijn aandacht getrokken door een blootliggende worteltak in het hakhout die een aantal knoesten vertoonde. Er ging meteen een alarmbelletje bij me af. Als je vele jaren bezig bent met dezelfde schilder, dan heeft je geest een reeks beelden opgeslagen die je meteen kan plaatsen. Zeker als het gaat om een iconisch werk als Les Racines, het laatste schilderij van Van Gogh." Van der Veen nam meteen contact met Dominique-Charles Janssens, de Belgische eigenaar van de Auberge Ravoux waar Van Gogh overleed en stichter/president van het Institut Van Gogh, met de Van Gogh-kenners Teio Meedendorp en Louis van Tilborgh van het Amsterdamse Van Gogh Museum, en startte een diepgaand onderzoek "waarbij ik vooral wilde bewijzen dat mijn intuïtie niet klopte, maar die bewijzen vond ik niet".Na enkele maanden zeer grondig onderzoek, waarbij zelfs een dendroloog betrokken werd en via computersimulaties de postkaart en het schilderij over elkaar gelegd werden, kwamen de specialisten tot een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat de locatie van de postkaart overeenstemt met het geschilderde 'sous-bois' van Van Gogh. Meer nog: de onderzoekers slaagden er ook in de exacte plaats te lokaliseren in situ, met name in de rue Daubigny, waar Van Gogh haast dagelijks langskwam met zijn schildersezel om in het dorp of in de velden te gaan schilderen, op nauwelijks 120 meter van de Auberge Ravoux waar hij een zolderkamer betrok. Deze vondst is des te belangrijker omdat het gaat om een van de sleutelwerken van Van Gogh die ons helpen om hem als mens en als kunstenaar beter te plaatsen en te doorgronden. Vooral ook omdat hij enkele uren nadat hij het werk in situ schilderde met een pistool de velden instapte en een kogel door zijn borst joeg. Het werk moet nog nat geweest zijn toen Van Gogh op zijn sterfbed lag, "en hier en daar is het zelfs onafgewerkt gebleven", dixit Van der Veen.Het heeft lang geduurd voor de specialisten dit werk konden doorgronden. Vele kunstkenners zagen er de voorbode in van de abstracte kunst, tot een boomdeskundige in het begin van deze eeuw in de grillige vormen een houtkapbos van iepen herkende waarbij de wortels steeds grilliger vormen aannemen door het regelmatig kappen van het stookhout en het weer uitgroeien van de stammen. Precies zoals het gebeurde langs de mergelgroeven in Auvers-sur-Oise.Dat Van Gogh op het eind van zijn leven teruggrijpt naar een thema dat hij reeds als beginnend kunstenaar schilderde is niet zonder betekenis. In 1882 in zijn Haagse periode maakte hij al een tekening met dezelfde naam Les Racines, waarin hij uiting geeft aan "het zich als 't ware krampachtig en hartstogtelijk (sic) vastwortelen in de aarde en het toch half losgerukt zijn door de stormen". We citeren uit Van Goghs brief aan zijn broer Theo, gedateerd 1 mei 1882. "Ik wilde (...) in die zwarte knorrige wortels met hun knoesten iets uitdrukken van den strijd des levens".Acht jaar later heeft Van Gogh een hele artistieke evolutie meegemaakt. Van donkere boerentaferelen is hij geëvolueerd tot een colorist pur sang. Maar in wezen is hij niet veranderd: hij schildert 'les choses de la vie', de dingen des levens die hij rondom hem ziet waarin hij al dan niet een hogere boodschap meent waar te nemen. Zo keert hij in zijn laatste levensuren terug naar het thema dat hij vroeger al een diepere betekenis had toegedicht: de wortels die hij iedere dag op zijn wandeling langs de wegkant tegenkwam en waarin hij iets zag "van den strijd des levens", het kaphout dat telkens weer werd gekapt en in de lente nieuwe scheuten kreeg, alsof het leven de dood overwint. Waren dit de laatste gedachten die door zijn hoofd gingen op die bewuste dag? Stond zijn besluit om zichzelf te doden al vast toen hij Les Racines schilderde? Een zinsnede in een brief van 10 juli 1890 aan Theo en Jo van Gogh wijst in die richting: "... ook mijn leven is aan de wortel aangetast, ook ik sta niet meer stevig op mijn benen". In dezelfde brief maakt hij een allusie op het feit dat hij een bedreiging vormt voor zijn broer en schoonzus omdat hij op hun kosten leeft.Uiteraard zijn dit allemaal speculaties, is dit Hineininterpretierung. Wat wel vaststaat is dat Van Gogh in zijn laatste schilderij niet de artistieke boodschap wilde meegeven dat de abstracte kunst in aantocht was, wat lange tijd aanvaard werd door kunsthistorici. Wel integendeel, hij schilderde heel nauwkeurig en realistisch een op het eerste zicht onbeduidend tafereel met wortels en boomstammen.Maar hoe weten we nu dat Les Racines het laatste schilderij is van de circa 850 die Vincent van Gogh in zijn leven geschilderd heeft? Was dat niet het Korenveld met kraaien waarover Van Gogh schreef: "Het zijn enorm uitgestrekte korenvelden onder woeste luchten en ik heb welbewust geprobeerd er triestheid, extreme eenzaamheid in uit te drukken"? Neen dus! Sedert 2012 wordt algemeen aangenomen - afgaande op de getuigenis van Theo Van Gogh's schoonbroer Andries Bonger - dat Les Racines geschilderd werd op de dag van de fatale zelfmoordact van Vincent van Gogh. Het feit dat het werk onafgewerkt is gebleven, hoogst ongebruikelijk voor Van Gogh, bevestigt overigens deze stelling.