"Belgische bedrijven geraken vaak ontmoedigd door het kluwen aan regels. Daardoor focussen ze eerst op andere landen. Zo kan het dat een waardevol Belgisch medisch hulpmiddel wel gefinancierd wordt in het buitenland maar niet beschikbaar is voor onze zorgverleners en patiënten. Dat voelt wrang aan."
...
Aan het woord is Sabrina Suetens, managing director bij beMedTech, de Belgische federatie van de industrie van de medische technologieën. Aanleiding is de uitreiking van de Galenusprijzen voor medische hulpmiddelen. Dat bedrijven ontmoedigd geraken is begrijpelijk. De Belgische markt staat bekend als heel complex, tijdrovend en met veeleisende procedures, soms zonder tijdslijn. Een bedrijf betaalt 40.000 euro voor een Riziv-dossier en heeft dan nog niks. Sabrina Suetens: "We zijn vóór veeleisende procedures die patiënten en zorgverleners ten goede komen. Niet voor administratieve complexiteit die enkel tijd en geld kost. Onze boodschap aan de overheid is om samen aan oplossingen te werken. Voor andere industrieën lukt het om met concrete engagementen en tijdslijnen te werken, voor de industrie van medische technologie moet dat ook kunnen." De beste bekroning, de echte Galenusprijs voor het winnende product is terugbetaling, zei Riziv-topman Pedro Facon op de vorige prijsuitreiking. Een medisch hulpmiddel moet immers tien commissies passeren en dat vergt veel tijd. Sabrina Suetens is het volledig eens met Facon. "Bij deze een warme oproep aan het Riziv om zo'n award te lanceren!", lacht ze. "Voor veel medische hulpmiddelen is het terugbetalingsproces inderdaad te complex en duurt het te lang. De overheid beseft ook dat het anders moet. Met beMedTech staan we klaar om mee de handen uit de mouwen te steken. We zullen er enkel geraken door hard te werken. Samen, niet elk aan onze eigen tafel." Vraag is wel hoe een transversale aanpak beter georganiseerd kan worden. Want in de praktijk verzanden heel wat initiatieven in het Verzekeringscomité van het Riziv in afwegingen tussen belangengroepen op een apothekersschaaltje. Suetens is er zich van bewust dat een toveroplossing niet bestaat. "Ik geloof in de introductie van vernieuwing op kleine schaal en opschaling van initiatieven die werken. Het secundair gebruik van data kan daarbij de hefboom zijn die we tot nu toe misten: we kunnen er impact mee meten, analyseren, vergelijken, enz.", zegt ze. "Recent werden al goede stappen gezet. Denk aan de rol voor onafhankelijke gezondheidseconomen bij de evaluatie van mobiele medische toepassingen. Dat helpt het silo-denken doorbreken en zet het belang van de patiënt en de maatschappij centraal. Het momentum om te moderniseren is er, laat ons daarop voortbouwen." Uiteraard moet een product meerwaarde kunnen aantonen alvorens het wordt terugbetaald. "Als sector doen we heel veel om meerwaarde aan te tonen, van het verzamelen van klinische data tot en met post-market surveillance. De evolutie rond het gebruik van data biedt een unieke kans om nog verder te gaan, met name op het vlak van het verzamelen van real-world evidence (RWE). Medische technologie kan helpen RWE te verzamelen voor tal van behandelingen." De Belgische ziekteverzekering financiert momenteel slechts één gezondheidsapp en dan nog tijdelijk. In Duitsland gaat het al over 30 apps. Vraag is dus of ons validatiesysteem m-health slecht werkt? Sabrina Suetens nuanceert: "Het klopt dat we hier sneller vooruit moeten gaan, maar ook in Duitsland verloopt de echte adoptie niet van een leien dakje - we mogen ons niet blindstaren op cijfers. Bij medische hulpmiddelen zoals apps maar bijvoorbeeld ook diagnostische tests, gaat het vaak om een totaaloefening. De toepassing 'terugbetalen' doet op zich weinig. Je moet het volledige zorgproces eromheen veranderen en dat is een pak complexer. Die complexiteit moeten we vatten en tezelfdertijd snelheid maken. De overheid werkt daar ook aan. De vernieuwde procedure voor mobiele medische toepassingen is een goed voorbeeld. Is die al perfect? Neen, maar we moeten ze kansen geven en gaandeweg bijsturen, niet afbreken voor we goed en wel zijn begonnen."Andere vraag is of medische hulpmiddelen mee een oplossing kunnen bieden voor het personeelstekort in de zorg. Suetens wijst er vooreerst op dat medische hulpmiddelen de zorgverleners al decennia lang ondersteunen. "Veel wordt elk jaar opnieuw een stukje beter. Die verbeteringen roepen misschien geen 'wauw'-gevoel op maar maken het werk van heel wat zorgverleners telkens weer dat tikkeltje lichter. Daarnaast zien we nu een heleboel game-changing innovaties in onze sector, denk aan technologieën waarmee zorgverleners ineens veel meer patiënten beter kunnen opvolgen of waarmee ze veel meer medische beelden beter kunnen analyseren, en dat in dezelfde tijdsspanne. Onze grote kracht ligt in die combinatie van incrementele en disruptieve innovatie", aldus Sabrina Suetens. Naar de parlementsverkiezingen toe pleit beMedTech en de sector voor een toekomstgerichte strategie rond het secundair gebruik van gezondheidsdata; voor een realistisch traject om de toegang tot waardevolle medische technologieën te versnellen; en voor de versterking van de beleidskennis rond medische technologie. "We zullen er alles aan doen om daarover in overleg te gaan met de volgende regering. Dat mag uitmonden in een pact, maar ook andere vormen zijn goed. Als we maar heldere afspraken kunnen maken. De zorg efficiënter en effectiever organiseren en veel meer inzetten op preventie. Dat is wat telt voor ons. Met welke bevoegdheidsverdeling we dat realiseren, is een vraagstuk voor de politiek." Tot slot noemt Suetens de Galenusprijs voor medische hulpmiddelen "een erg mooie erkenning, voor de winnaars en bij uitbreiding voor de volledige sector." Sabrina Suetens: "Als medische hulpmiddelen werken we normaal gezien in de schaduw. We zijn er om patiënten en zorgverleners te ondersteunen. Nu staan we zelf eens in de schijnwerpers, en dat doet deugd. Bovendien weet niet iedereen in de sector even goed hoe medische hulpmiddelen de zorg patiëntgerichter, efficiënter en effectiever kunnen maken. En onbekend maakt onbemind. Het prestige van de Galenusprijs en de publiciteit via Roularta HealthCare plaatsen onze meerwaarde en innovatiekracht letterlijk en figuurlijk op een podium. En dat kan een dialoog op gang brengen. De volgende stap is om de kennis over medische hulpmiddelen te versterken bij beleidsmakers, zodat ze beter kunnen inspelen op de vele opportuniteiten die we bieden."