...

Wat doet een crisis psychisch met mensen? Hoe kan het dat de coronacrisis uitgroeide tot een pandemie en wereldwijd zoveel mensen trof en in de ban hield? Volgens prof. Damiaan Denys verhouden individuen en organisaties zich tot deze pandemie niet redelijk en beschouwelijk, maar obsessief en emotioneel. "We zijn angstig, omdat we ziek kunnen worden en sterven, iedereen kan slachtoffer zijn maar ook dader. We zijn boos door de maatregelen en vrijheidsbeperkingen, we begrijpen het ook allemaal niet goed meer." Mensen proberen crisissen, en bij uitbreiding de wereld, te begrijpen door er betekenis aan te geven. Bij die betekenis- geving spelen twee tegengestelde processen een rol. Het eerste proces is individualisering. Als individu zijn we klein en staan we zelf in voor onze zorg, kunnen we ervoor kiezen al dan niet maatregelen te volgen of ons te laten vaccineren. Tegelijkertijd maken we deel uit van een veel groter geheel. Prof. Denys verwijst onder meer naar de mediabeelden van paniekerige Italiaanse zorgverleners in het begin van de crisis die op ieders netvlies gebrand zijn. Via klassieke en sociale media zijn we vanop afstand getuige van wat elders plaatsvindt. Die beelden maken ons vaak angstiger en meer gestrest dan personen die in werkelijkheid betrokken zijn bij de getoonde crisis. "De globalisering en de rol die sociale communicatie daarin speelt, met de verspreiding van beelden waar we zelf niets aan kunnen doen, zorgt met andere woorden voor de verspreiding van angst." In onze angstrespons induceren we vervolgens zelf (nog meer) angst, stelt Denys. "Denk bijvoorbeeld aan de nieuwsberichtgeving met de voortdurende stroom van cijfers, in het algemeen is er een grote behoefte aan "mensen die het weten", er ontstaat complotdenken - "ik begrijp het niet dus er moet wel iets achter zitten". Omdat mensen controle willen, ondernemen ze actie en slaan ze bijvoorbeeld een voorraad toiletpapier in. En omdat het probleem zo globaal is, en we het moeilijk om er mee om te gaan, gaan we ons vasthechten aan en fixeren op details en symbolen zoals bijvoorbeeld mondmaskers." Die (media)cultivering van angst was weliswaar al aanwezig in onze samenleving, stelt prof. Denys. "Het coronavirus is geland in een angstcultuur." De psychiater toont een veel gedeelde grafiek over de toename van angst en depressie in coronatijden. De toename van angst en depressie naar aanleiding van corona is indrukwekkend, besluit hij, "maar weet dat wereldwijd 1 op 8 personen last heeft van angstklachten." Maar waarom zijn we zo bang in een wereld waarin we ogenschijnlijk zoveel weten en waar er zoveel onderzoek gevoerd wordt? Denys duikt met zijn publiek in de mechanismen van angst. "Angst an sich is heterogeen", licht prof. Denys toe. "Zo kan je schrik, vrees en angst onderscheiden. Wat ze gemeenschappelijk hebben is dat alle drie deze vormen gepaard gaan met een intens verlies van controle van ons lichaam, van de werkelijkheid en de wereld rondom ons. Het controleverlies is tegelijk de oorzaak, de beleving en het gevolg van de angst - wie controle verliest gaat bijvoorbeeld massaal toiletpapier kopen." "Controleverlies leidt tot verbeelding", vervolgt Denys, "omdat er geen reëel object is - het coronavirus zie je niet. Bijgevolg speelt de anticipatie van wat komen gaat een belangrijke rol in de beleving van de angst." Last but not least rest de vraag, wat kunnen we doen tegen die angst? Volgens Denys schuilt het antwoord in vertrouwen opbouwen, in onszelf, in de wereld. Dat doen we door onszelf voortdurend bloot te stellen aan die externe werkelijkheid, zodat we deze leren te aanvaarden en ons (zelf)vertrouwen geleidelijk aan kan groeien. "Dat stukje ontbrak in onze aanpak van de coronapandemie", zo besluit de psychiater.