...

Herman werd op 5 september 1958 geboren in Willebroek en is er op 8 april 2020 ook overleden. Zijn hele familiale leven en zijn carrière speelden zich af in zijn geliefde gemeente. De liefde voor de huisartsgeneeskunde werd hem met de papfles meegegeven. Ook zijn vader was al als huisarts heel erg geliefd door zijn patiënten. Herman was sociaal voelend, geëngageerd en ook zijn empathie dreef hem in de richting van de huisartsgeneeskunde. Maar huisarts alleen was niet voldoende. Al snel merkte Herman immers dat het beroep wel bijzonder mooi was maar dat de omkadering dat allerminst was. Zowel de politieke overheid als de toenmalige artsenvertegenwoordigers beleden vooral lippendienst aan de huisartsen. En als puntje bij paaltje kwam, werden voor de huisartsen steeds negatieve keuzes gemaakt. Herman vond een aantal lotgenoten die dit gevoel deelden. Begin deze eeuw bracht hij hen samen in wat toen de 'domusgroep' werd genoemd. Ze waren ervan overtuigd dat de versnippering van het toenmalige huisartsenlandschap tot gevolg had dat huisartsen onvoldoende wogen op het beleid. Begin jaren 2000 was er een wetenschappelijke vereniging, een syndicale vereniging, een vorm van overlegorgaan (het Vlaams Huisartsenparlement) en een Unie van Huisartsenkringen (UHAK). Het idee rijpte om de krachten te bundelen en de weg in te slaan naar één grote organisatie. Herman was de stuwende kracht achter wat enkele jaren later Domus Medica zou worden. Het was zijn grote droom. In 2005 volgde hij Karel Vandemeulebroucke op en werd hij voorzitter van het Syndicaat Vlaamse Huisartsen. Het nieuwe bestuur bestond grotendeels uit de voormalige domusgroep. Samen met een aantal nieuwe bestuursleden reisde Herman het Vlaamse land af om huisartsenkringen te bezoeken. Met cijfers en op een wetenschappelijke manier kon hij aantonen dat de huisartsen onderbedeeld waren. Ook politici kon hij hiervan overtuigen en meermaals mocht hij op de politieke tribune zijn betoog doen. Onmiskenbaar heeft Herman sporen nagelaten. Hij zorgde ervoor dat de huisarts als spil van onze gezondheidszorg op de politieke agenda kwam. Dé grote ontgoocheling dateert ook uit die periode. Zijn droom, één groot huisartsenhuis, is er niet gekomen. Een aantal persoonlijke afrekeningen en ego's zorgden voor een zodanig groot wantrouwen dat de syndicale inkanteling van het SVH uitbleef. Grote hinderpalen waren het gebrek aan transparantie en democratie. Herman was de man van de ideeën. Lang voor de derdebetalersregeling verplicht werd, schreef hij hierover al een opiniestuk in een krant. Zonder verplichting, mét eenzelfde beperkt remgeld voor iedereen en met een onmiddellijke vergoeding van de arts door het Riziv. 'Avant la lettre' was het systeem voor iedereen voordelig. Zowel voor de patiënt die meteen een beperkt remgeld betaalde als voor de arts die onmiddellijk een gegarandeerde vergoeding ontving. Herman Moeremans had ook een gouden pen. De manier waarop hij persberichten opstelde en de manier waarop hij helder, doorzichtig en duidelijk zijn punt kon maken, was onnavolgbaar. Bovenal was Herman een familieman. Hij was trots op zijn vijf zonen. Op de bestuursvergaderingen werd steeds tijd genomen om het familiale leven aan bod te laten komen. Dat schiep een vertrouwelijke, vriendschappelijke band. Het was één van de ingrediënten die ervoor zorgden dat zowel gewezen als huidige SVH-bestuurders vrienden waren en zijn. Ook in moeilijke momenten staan ze klaar om elkaar te ondersteunen. Op een onverwacht moment, op zo'n avond, vertelde Herman op een realistische, rustige manier dat hij ongeneeslijk ziek was. Het werd stil. Daar had niemand rekening mee gehouden. Het was onwezenlijk. Maar het SVH moest verder. Ook tussen alle behandelingen door en tot op het einde was hij bij het syndicaat betrokken. Hij bleef meedenken en in de mate dat hij er nog de kracht voor had, bleef hij naar de vergaderingen komen. Zijn vrouw Véronique bracht hem. Het huisartsenidealisme bleef zo ontzettend belangrijk. Jarenlang heeft Herman zich 'bene vole' ingezet voor de waardigheid en waardering van 'de huisarts'. Ontelbaar zijn de uren die hij hieraan heeft gespendeerd. Steeds met het geloof dat de patiënt en de maatschappij het best af zijn als de huisarts de spil is van onze gezondheidszorg. Daarvoor dient de huisarts ook het nodige respect te krijgen. Herman is amper 61 jaar geworden. Huisartsen verliezen in hem een belangrijke vertegenwoordiger. Aan Véronique en de kinderen wensen we heel veel sterkte toe. Onder de foto citeren we tot slot een laatste bericht van Herman, enkele maanden voor zijn overlijden. Het toont ook wie hij was.