...

Dat meldt een studie in Nature Medicine, gebaseerd op een gegevensbank van het US Department of Veterans Affairs (VA). Ze bestudeerde een populatie van zowat 154.000 veteranen die tijdens een consult bij VA positief testten voor covid-19, tussen maart 2020 en januari 2021. De onderzoekers vergeleken deze personen met een synchrone populatie van zowat 5.800.000 veteranen die eveneens een zorgvraag hadden, maar niet positief testten voor covid-19. Om niet- infectieuze factoren gerelateerd aan de pandemie uit te sluiten, werden ook nog eens berekeningen gemaakt op basis van een historische controlegroep met bijna zes miljoen veteranen, bij wie gegevens waren opgenomen in de laatste jaren voor het uitbreken van de pandemie. Omdat de studie plaatsvond op een ogenblik dat er nog niet massaal gevaccineerd werd, was 99,7% van de geïnfecteerde deelnemers niet gevaccineerd toen ze met het SARS-CoV-2 besmet werden. Na één jaar follow-up vonden de onderzoekers een aanzienlijke toename van het risico op een 20-tal hart- en vaatziekten, waaronder ischemische en niet-ischemische hartziekte, pericarditis, thrombo-embolische incidenten en cerebrovasculaire aandoeningen. Koplopers waren hartfalen en voorkamerfibrillatie. Ook sinustachycardie, coronarialijden en longembolie kwamen veel vaker voor dan in de controlegroepen. Bij veteranen die geïnfecteerd raakten, was het risico van hartfalen bijvoorbeeld met 73% verhoogd ten opzichte van de controlepersonen. Per 1.000 deelnemers waren er in de besmette groep 45 personen méér die een van de 20 hart- en vaatziekten ontwikkelden dan bij de niet-besmette personen. Het verhoogde risico bestond los van leeftijd en sekse, alsook van bestaande cardiovasculaire risicofactoren. Het was eveneens meetbaar bij personen zonder voorafgaande hart- en vaatziekten. Met mRNA-vaccins zijn myocarditis en pericarditis beschreven als zeldzame complicaties. De auteurs corrigeerden voor deze factor, maar na correctie bleef de correlatie tussen covid-19 en myocarditis/pericarditis bestaan. De belangrijkste bevindingen zijn volgens de auteurs tweeërlei. Enerzijds was het verhoogde risico duidelijk aanwezig bij personen die met hun infectie niet in het ziekenhuis terechtkwamen - het grootste gedeelte van de populatie van personen die met het SARS-CoV-2 besmet worden. Anderzijds was het risico op cardiovasculaire complicaties des te groter naarmate de infectie ernstiger verliep (personen die niet naar het ziekenhuis moesten, gehospitaliseerde patiënten of patiënten die op intensieve zorg moesten worden opgenomen). Op de vraag hoe het komt dat het SARS-CoV-2 hart en bloedvaten zo grimmig teistert, antwoordt de literatuur met een veelheid aan hypothesen, die elkaar geenszins uitsluiten. Al sinds het begin van de pandemie is het duidelijk dat het SARS-CoV-2 het endotheel beschadigt, met trombotische incidenten als gevolg. Het doordringen van het virus in endotheelcellen en hartspiercellen kan blijvende schade, littekenvorming en aanhoudende inflammatie veroorzaken. Er wordt geopperd dat het virus misschien zelfs latent in sommige weefsels aanwezig blijft. Andere bronnen wijzen op de downregulering van de ace2-receptoren in het lichaam (door internalisering samen met het virus), met als gevolg een verstoring van het renine-angiotensine- aldosteron-systeem. Hoe dan ook, experts zijn duidelijk onder de indruk van deze resultaten. Dat geldt in eerste instantie voor de auteurs van de studie zelf, bij de gedachte hoeveel personen potentieel met dit verhoogde cardiovasculaire risico te maken krijgen. Ook zij dringen als eerste maatregel aan op de preventie van infectie met het SARS-CoV-2. "In het post-covid-tijdperk zou covid-19 zich weleens kunnen aftekenen als de belangrijkste risicofactor voor cardiovasculaire incidenten", zei de Amerikaanse cardiologe Larisa Tereshchenko in een interview met Science (2). Belangrijker dan roken en obesitas. Eerst moeten de resultaten van de Amerikaanse studie bevestigd worden. Een zwak punt in het protocol is dat de infecties met het SARS-CoV-2 retrospectief werden geregistreerd. Misschien is de infectie bij een aantal personen gemist, waardoor ze verkeerdelijk in de controlegroep terechtkwamen. Hoewel. Dat zou betekenen dat het risico in de controlegroep overschat wordt, en dat het verschil met de geïnfecteerde groep in werkelijkheid nog groter is. Toch nog een laatste aandachtspunt: de deelnemers waren relatief oud, met een gemiddelde leeftijd van 60 tot 62 jaar naargelang de groep waartoe ze behoorden. Misschien zijn ze dus niet representatief voor de bevolking als geheel.