...

Na een jaartje te hebben overgeslagen, organiseerde de Artsenkring Zennevallei op 22 januari opnieuw een avondsymposium met 'debat'. Geen controversieel thema en een debat tussen bekende koppen in het panel dit jaar. De kring pakte het wat bescheidener aan. Hoewel. De geestelijke gezondheidszorg - het thema voor de avond - is toch wel een heet hangijzer. En burn-out als thema voor een panelgesprek blijft ook erg actueel.Dr. Maaike Van Overloop die het gesprek modereert, schetst hoe het haar typisch overvalt wanneer een patiënt klaagt dat hij op is, dat het niet meer lukt op het werk: "Je zit met een volle wachtkamer, en ziet al de hele ochtend de 'griep' passeren. Net daarvoor had je nog een jengelend kind. Op dat moment de toewijding opbrengen voor die patiënt... Ik maak dan een afspraak op een rustiger moment. Meestal schrijf ik twee weken ziekteverlof voor, al vertel ik er meteen wel bij dat dat niet genoeg zal zijn. Ik wil die patiënt dan wel terugzien." Dokter Van Overloop gaat er ook vanuit dat de tijd de bondgenoot is van de arts. "Mijn patiënt kan wat op adem komen. Bij een nieuw gesprek kan ik mijn diagnose scherper stellen."Julie Ivaldi, klinisch psycholoog, is duidelijk: "Een patiënt van wie je weet dat die burn-out heeft, maar twee weken rust voorschrijven zorgt voor nieuwe problemen." Twee weken zijn onvoldoende om tot rust te komen. De patiënt zit met al die verwarde gevoelens, en met de vraag: wat na die twee weken? "Je geeft je patiënt wel meteen ook een vervolgafspraak. De huisarts moet ook het eerste aanspreekpunt blijven - hij verzekert dat hij de persoon mee zal opvolgen. Ik vertel mijn cliënten steeds wat er op hen afkomt. Wie betrokken partijen zijn. Anders raken ze in paniek wanneer een brief van een verzekeringsinstelling in de bus valt. Dat is niet herstelbevorderend."Dokter Jan Vandenbergen is adviserend arts bij de medische directie van de CM - een huisarts van opleiding met deskundigheid in psychische stoornissen. "Patiënten met burn-out gaan de eerste drie maanden niet terug aan het werk", weet hij ook. "De HPA-as (as hypothalamus-hypofyse-bijnier) is geheel ontregeld en het herstel vraagt tijd." Je moet de aandoening van de patiënt ook juist situeren binnen het hele spectrum, meent hij: "Gaat het om burn-out of om een aanpassingsstoornis? Bij een achterliggende depressie of een angststoornis verandert het hele plaatje."Tijdens het panelgesprek krijgt het publiek in de zaal vragen voorgelegd, die ze met hun smartphone kunnen beantwoorden. 'Wat doet u bij mensen met burn-out?' Veruit de meeste artsen vinden: geleidelijk het werk laten hervatten. Maar hoe moet dat dan gebeuren? Jan Vandenbergen legt uit dat vroeger een werkhervatting met 50% van het loon mogelijk was - tegenwoordig kan dat erg variëren. Beginnen met 30% bijvoorbeeld, en later 75%. Dokter Frederik Coppens, arbeidsarts, vertelt dat hij bij iemand die enkele weken inactief is geweest wegens een energiestoornis als burn-out, zeer voorzichtig blijft. "Vraag is of de persoon ook aanvaard heeft dat het om een burn-out ging. Dat is een moeizaam proces - dat benoemen en daarover open durven praten tegen de werknemer, dat is een grote stap. Wanneer iemand enkele weken nadat hij gecrasht is weer aan het werk wil, zul je op de rem moeten gaan staan - de persoon tegen zichzelf beschermen."De eerste weken dat de persoon met een burn-out thuis zit, moet hij vooral op adem komen. Medicatie, bijvoorbeeld, zal gericht zijn op het herstellen van de slaap. Maar de patiënt zelf zal wel met verschillende personen en diensten in contact moeten treden. "Is het goed dat we de zaak even van je overnemen, dat we in jouw naam met anderen gaan overleggen?", vraagt Van Overloop aan Dorien, die als burn-outpatiënt in het panel zit. "Zolang met mij afgesproken wordt wat wordt gecommuniceerd", luidt het antwoord. Klinisch psycholoog Ivaldi benadrukt dat ze niets doet zonder toestemming van de patiënt. Ook arbeidsarts Coppens benadrukt dat hij gebonden is aan het beroepsgeheim. "Voor ik iets onderneem, vraag ik toestemming van de werknemer. Meestal krijg ik die ook."Ook een adviserend arts is gebonden aan het beroepsgeheim, vertelt dr. Vandenbergen, maar toestemming van de patiënt moet hij niet vragen. "Wij zijn vooral gebonden aan de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het Riziv. Op gezette tijden moeten we de informatie waarover we beschikken overmaken aan het Riziv. We zijn werknemer van het ziekenfonds maar dat heeft met wat wij in dat soort van zaken besluiten niet veel te maken. Na één jaar zal het Riziv moeten beslissen over het verdere recht op uitkeringen. Maar vooral het eerste jaar kan de adviserend arts toch vrij autonoom optreden", benadrukt hij.Van Overloop ziet in de psychotherapeut, de arbeidsarts en de adviserend arts partners om de patiënt bij de geleidelijke terugkeer van het werk te begeleiden. Ervaringsdeskundige Dorien krijgt het afsluitend woord. Wat ze toch gemist heeft in het panelgesprek, is wat er aan de kant van de werkgever moet gebeuren. "Het fenomeen burn-out neemt een enorme omvang, dat ligt niet alleen aan al die individuen."