Alcoholgebruik zit stevig ingebakken in het leefpatroon van de Belgische arts. Toch zegt ook bijna een arts op de tien nooit (9,4%) of minder dan één keer per maand (14,6%) te drinken.

Zeven of meer

Van de artsen die alcohol drinken, doen de meesten dat wel met mate: één of twee glazen (69,2%). Een kwart (26,7%) nuttigt wel drie of vier glazen per keer. Een kleine maar substantiële groep (1,1%) drinkt per gelegenheid zeven of meer eenheden alcohol. De consumptie stijgt met de leeftijd: 5,1% van de 60-70-jarigen drinkt vijf à zes en 2,2% zelfs zeven tot negen glazen.

Gelukkig drinkt een grote meerderheid (86%) zelden of nooit zes glazen of meer. Daar staat tegenover dat 14,1% van de artsen dit toch maandelijks, wekelijks of (bijna) dagelijks doet. Ook hier springen de ouderen eruit want bij de 60-70-jarigen loopt dat op tot 15,4%.

Alcohol nodig

Stoppen met drinken is voor een ruime meerderheid (84,8%) van de artsen gelukkig geen probleem. Toch impliceert het ook dat 15,2% van het medisch korps, eens begonnen, moeilijk kan ophouden. Het overkomt 3% van de artsen maandelijks en 2,4% zelfs wekelijks of (bijna) dagelijks. Jonge dokters spannen de kroon: 16% van de min 40-jarigen heeft het regelmatig - tot zelfs wekelijks - moeilijk om te stoppen met drinken.

Nog erger is dat 7,3% van de respondenten door hun drankgebruik er enkele keren per jaar niet meer in slagen te doen wat normaal van hen verwacht wordt. 19 artsen (0,9%) overkomt dat zelfs maandelijks tot wekelijks. Heel erg problematisch is ook dat sommige artsen (2%) 's ochtends alcohol nodig hebben om weer op gang te komen nadat ze veel gedronken hadden. Minstens zeven artsen overkomt dat maandelijks, wekelijks of bijna dagelijks.

Schuldgevoelens

Bijna een arts op de vijf (19,7%) voelde zich het afgelopen jaar enkele malen schuldig of had spijt van zijn/haar drinkgedrag. Voor 8% van de artsen is dat zelfs een maandelijkse, wekelijkse of (bijna) dagelijkse ervaring. Opmerkelijk toch: niet eens drie vierde van de artsen (72,3%) voelde zich nog nooit schuldig of had nooit spijt.

Leeftijdsverschillen zijn er op dit vlak nauwelijks. Wel is er een duidelijk verband met de drinkfrequentie. 13% van de 539 artsen die meer dan vier maal per week drinken, had daarvan spijt of voelde zich schuldig het afgelopen jaar. De helft had nooit spijt. Ter vergelijking: 94,2% van de niet-frequente drinkers - één keer per maand of minder - had nooit spijt.

Geheugenverlies

Negen artsen op de tien (90,1%) herinneren zich wat ze de vorige avond deden, ook al hebben ze gedronken. 7,7% heeft af en toe geheugenverlies en bij 2,1% van de artsen is dat zelfs een maandelijks of - in mindere mate - wekelijks of (bijna) dagelijks fenomeen. Van de artsen geboren voor 1950 zegt 95,5% nooit geheugenproblemen te hebben terwijl dat slechts geldt voor 87,8% van de min- 40-jarigen. Bij deze laatsten zegt 11% enkele keren per jaar geheugenverlies te hebben en bij 1% gebeurt dat zelfs maandelijks.

Het verband met de hoeveelheid genuttigde drank is duidelijk. Van wie vier of meer keer per week drinkt, ondervindt 81,4% nooit geheugenproblemen. Daar staat 6,5% tegenover met maandelijks, wekelijks of (bijna) dagelijks geheugenverlies. Opmerkelijk toch ook dat 7,5% van de artsen zegt ooit iemand verwond te hebben door gedronken te hebben. Bij de zware drinkers - meer dan vier drinkgelegenheden per week - is dat bijna een op de tien (9,3%); 8,8% bij wie twee tot drie maal per week drinkt.

Geïrriteerd

Een arts op de tien zegt dat "een familielid, vriend, dokter of een andere hulpverlener" zich ooit zorgen maakte over zijn/haar drankgebruik of heeft aangeraden minder te drinken. Bij meer dan de helft (5,6%) gebeurde dat zelfs het afgelopen jaar. In de categorie zware drinkers - meer dan vier drinkgelagen per week - loopt dat op tot bijna een vierde (23,6%), van wie 15,6% het afgelopen jaar.

Vier artsen op de tien (41,7%) overwogen al om te minderen met hun alcoholconsumptie. Dat loopt op tot een kwart (74,6%) bij wie meer dan vier keer per week drinkt. Twee derde van de artsen krijgt nooit opmerkingen over zijn drankgebruik; 28,3% wel maar zij storen er zich niet aan. 5,6% vindt opmerkingen wel irritant. Dat aantal loopt op met het drankgebruik. Van wie meer dan vier keer drinkt per week vindt 14,1% opmerkingen irritant.

En de Belgen?

Een andere vergelijkingsbasis is de gezondheidsenquête die Sciensano om de tien jaar uitvoert bij circa 10.000 Belgen. De laatste dateert van 2018. Daaruit komt naar voren dat 77% van de bevolking alcohol drinkt. Een Belg op de tien doet dat dagelijks en 6% drinkt overmatig - omschreven als meer dan 14 glazen per week bij vrouwen en meer dan 21 bij mannen. Bijna de helft van de bevolking deed het afgelopen jaar aan bingedrinking, 8% zelfs elke week.

Hoewel de leeftijdscategorieën uit de gezondheidsenquête moeilijk vergelijkbaar zijn met deze uit de Artsenkrant-enquête blijkt dat ook in de algemene bevolking jongeren (15 tot 24 jaar) hun alcoholgebruik meer concentreren. Op één of twee dagen per week drinken ze bijna evenveel als de ouderen die hun alcoholgebruik spreiden over de hele week.

Gewoontes veranderen niet snel

In 2011 organiseerden we een enquête met dezelfde vragen (behalve het luik burn-out en stress) bij 1.500 artsen-specialisten. Dat laat een vergelijking in de tijd toe.

Tien jaar geleden dronk bijna één arts op de drie (30,3%) bijna dagelijks of minstens vier dagen per week. Jongeren deden dat minder frequent. Hoe ouder hoe meer drankgelegenheden. Dat gold tien jaar geleden en het is ook nu zo.

Een decennium geleden hield 64% van de specialisten het bij één of twee glazen per dag; bij 23,3% ging het toch al over drie à vier glazen. Bijna de helft van de drinkende specialisten deed wel eens aan bingedrinking - gedefinieerd als zes of meer glazen alcohol tijdens eenzelfde gelegenheid voor mannen (vier voor vrouwen). Dat was vooral het geval bij de jongere artsen: 61,5% van de min-30-jarigen deed toen wel eens aan bingedrinking.

Naargelang de gebruikte vragenlijst scoorde toen 14 tot 18% van de Belgische specialisten lichtjes positief op alcoholgebruik. Oudere artsen dronken aanzienlijk frequenter dan jongeren. Toen voelde een kwart van de drinkende specialisten (24,5%) zich wel eens schuldig of had spijt na een drinkgelag. Een drinkende dokter op de drie (33,2%) overwoog toen minder te gaan drinken en 7,1% kreeg wel eens opmerkingen.

Alcoholgebruik zit stevig ingebakken in het leefpatroon van de Belgische arts. Toch zegt ook bijna een arts op de tien nooit (9,4%) of minder dan één keer per maand (14,6%) te drinken. Van de artsen die alcohol drinken, doen de meesten dat wel met mate: één of twee glazen (69,2%). Een kwart (26,7%) nuttigt wel drie of vier glazen per keer. Een kleine maar substantiële groep (1,1%) drinkt per gelegenheid zeven of meer eenheden alcohol. De consumptie stijgt met de leeftijd: 5,1% van de 60-70-jarigen drinkt vijf à zes en 2,2% zelfs zeven tot negen glazen. Gelukkig drinkt een grote meerderheid (86%) zelden of nooit zes glazen of meer. Daar staat tegenover dat 14,1% van de artsen dit toch maandelijks, wekelijks of (bijna) dagelijks doet. Ook hier springen de ouderen eruit want bij de 60-70-jarigen loopt dat op tot 15,4%. Stoppen met drinken is voor een ruime meerderheid (84,8%) van de artsen gelukkig geen probleem. Toch impliceert het ook dat 15,2% van het medisch korps, eens begonnen, moeilijk kan ophouden. Het overkomt 3% van de artsen maandelijks en 2,4% zelfs wekelijks of (bijna) dagelijks. Jonge dokters spannen de kroon: 16% van de min 40-jarigen heeft het regelmatig - tot zelfs wekelijks - moeilijk om te stoppen met drinken. Nog erger is dat 7,3% van de respondenten door hun drankgebruik er enkele keren per jaar niet meer in slagen te doen wat normaal van hen verwacht wordt. 19 artsen (0,9%) overkomt dat zelfs maandelijks tot wekelijks. Heel erg problematisch is ook dat sommige artsen (2%) 's ochtends alcohol nodig hebben om weer op gang te komen nadat ze veel gedronken hadden. Minstens zeven artsen overkomt dat maandelijks, wekelijks of bijna dagelijks. Bijna een arts op de vijf (19,7%) voelde zich het afgelopen jaar enkele malen schuldig of had spijt van zijn/haar drinkgedrag. Voor 8% van de artsen is dat zelfs een maandelijkse, wekelijkse of (bijna) dagelijkse ervaring. Opmerkelijk toch: niet eens drie vierde van de artsen (72,3%) voelde zich nog nooit schuldig of had nooit spijt.Leeftijdsverschillen zijn er op dit vlak nauwelijks. Wel is er een duidelijk verband met de drinkfrequentie. 13% van de 539 artsen die meer dan vier maal per week drinken, had daarvan spijt of voelde zich schuldig het afgelopen jaar. De helft had nooit spijt. Ter vergelijking: 94,2% van de niet-frequente drinkers - één keer per maand of minder - had nooit spijt. Negen artsen op de tien (90,1%) herinneren zich wat ze de vorige avond deden, ook al hebben ze gedronken. 7,7% heeft af en toe geheugenverlies en bij 2,1% van de artsen is dat zelfs een maandelijks of - in mindere mate - wekelijks of (bijna) dagelijks fenomeen. Van de artsen geboren voor 1950 zegt 95,5% nooit geheugenproblemen te hebben terwijl dat slechts geldt voor 87,8% van de min- 40-jarigen. Bij deze laatsten zegt 11% enkele keren per jaar geheugenverlies te hebben en bij 1% gebeurt dat zelfs maandelijks. Het verband met de hoeveelheid genuttigde drank is duidelijk. Van wie vier of meer keer per week drinkt, ondervindt 81,4% nooit geheugenproblemen. Daar staat 6,5% tegenover met maandelijks, wekelijks of (bijna) dagelijks geheugenverlies. Opmerkelijk toch ook dat 7,5% van de artsen zegt ooit iemand verwond te hebben door gedronken te hebben. Bij de zware drinkers - meer dan vier drinkgelegenheden per week - is dat bijna een op de tien (9,3%); 8,8% bij wie twee tot drie maal per week drinkt. Een arts op de tien zegt dat "een familielid, vriend, dokter of een andere hulpverlener" zich ooit zorgen maakte over zijn/haar drankgebruik of heeft aangeraden minder te drinken. Bij meer dan de helft (5,6%) gebeurde dat zelfs het afgelopen jaar. In de categorie zware drinkers - meer dan vier drinkgelagen per week - loopt dat op tot bijna een vierde (23,6%), van wie 15,6% het afgelopen jaar. Vier artsen op de tien (41,7%) overwogen al om te minderen met hun alcoholconsumptie. Dat loopt op tot een kwart (74,6%) bij wie meer dan vier keer per week drinkt. Twee derde van de artsen krijgt nooit opmerkingen over zijn drankgebruik; 28,3% wel maar zij storen er zich niet aan. 5,6% vindt opmerkingen wel irritant. Dat aantal loopt op met het drankgebruik. Van wie meer dan vier keer drinkt per week vindt 14,1% opmerkingen irritant.