...

Het hoeft geen betoog dat de gezondheidscrisis tussen maart en juni flink inhakte op de werking van de ziekenhuizen. Nochtans beweert een derde van de (medische) directies dat er geen enkele impact was op het medisch korps. Meer dan zes op de tien leidinggevenden in de ziekenhuizen zien wel concrete gevolgen. In de eerste plaats stellen ze een sterke toename van stress en onzekerheid vast. Enerzijds waren bepaalde disciplines overbelast, anderzijds moesten sommige artsen hun medische activiteiten noodgedwongen sterk terugschroeven of zelfs stopzetten. Voor hen ging de pandemie gepaard met een flinke financiële kater. Het zorgde binnen de ziekenhuizen voor stevige discussies over geld tussen artsen die wel en artsen die niet betrokken waren bij de strijd tegen covid-19. Een derde van de ziekenhuizen verminderde tijdens het voorjaar het medisch aanbod, 16% meldt een stop op de aanwervingen. Sommige instellingen zetten langetermijninvesteringsprojecten on hold. Een positieve noot is dan wel dat volgens 15% van de directies covid-19 zorgde voor een herwaardering van het beroep van verpleegkundige. De enorme focus op de pandemie had tot gevolg dat tal van raadplegingen, onderzoeken en ingrepen voor langere tijd werden uitgesteld. Weinig verrassend dus dat een kwart van de (medische) directeurs vindt dat de zorgkwaliteit erop achteruitging, vooral in een aantal disciplines. Zo was de impact het grootst op cardiologie met aanwijzingen van gemiste of laattijdig gediagnosticeerde hartinfarcten. Ook oncologie, neurologie (gemiste of laattijdig gediagnosticeerde CVA's) en vaatziekten deelden in de klappen. Laattijdige behandelingen maakten bijvoorbeeld meer amputaties noodzakelijk. Door de vertraging die screenings- en andere onderzoeken opliepen, verwachten drie ziekenhuisdirecties op de vier de komende jaren een toename van niet-covid- gerelateerde pathologie. Zorguitstel zal volgens 67% tot een beperkte toename van vermijdbare medische problemen leiden. Verder verwacht 12% een grote en 65% een beperkte toename van covid-gerelateerde pathologie. Nu we ons volop in de tweede golf bevinden, is het uiteraard interessant te weten of de procedures gevolgd tijdens de pandemie voldeden. Zijn ze ook nu toepasbaar? Mits enkele aanpassingen is dat voor bijna zeven op de tien respondenten inderdaad het geval. Meer dan een kwart is zelfs van oordeel dat de procedures zonder meer opnieuw bruikbaar zijn. Slechts twee ziekenhuisdirecties vinden dat de procedures aan herziening toe zijn. Drie ziekenhuizen (4%) zijn van oordeel dat ze al voor de eerste covid-golf goed voorbereid waren op een pandemie en negen op de tien (medische) directeurs beweren bovendien veel geleerd te hebben uit de ervaringen tijdens het voorjaar. Ze zouden nu, tijdens de tweede golf, dus beter voorbereid (moeten) zijn op een pandemie.