"De eerstelijnszorg voor mensen zonder wettelijk verblijfsstatuut komt grotendeels terecht bij slechts 20% van de huisartsen. Om de zorgverlening beter te spreiden en er meer artsen voor warm te maken, zou de overheid de administratieve procedure kunnen vereenvoudigen en financiële incentives geven."
...
Dat zegt dokter Dirk Lafaut. Hij promoveerde begin januari aan de VUB tot doctor in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen op een onderzoek naar de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf. Voor hij aan zijn doctoraat begon, was Dirk Lafaut van 2009 tot 2015 als huisarts verbonden aan het Gentse wijkgezondheidscentrum De Sleep. Uitgangspunt is de vaststelling dat gezondheidszorg voor mensen zonder wettelijk verblijfsstatuut geregeld wordt door een aparte procedure en wetgeving, met name de wet Dringende Medische Hulp. Lafaut: "Eerder onderzoek toonde aan dat mensen zonder papieren die zorg nodig hebben heel wat - vooral institutionele - barrières moeten overwinnen. Ik onderzocht de impact van een onwettig verblijfsstatuut op de geleverde zorg. Daarnaast ging ik na hoe hulpverleners omgaan met de barrières die er zijn. Dit doctoraat focuste op Brussel en bestond uit een kwantitatief en een kwalitatief luik." Het epidemiologische gedeelte is gebaseerd op gegevens uit het overlijdensregister van het Brussels hoofdstedelijk gewest (2005-2010). "Mensen zonder wettelijk verblijfsstatuut werden vergeleken met mensen met de Belgische nationaliteit enerzijds en migranten met een wettelijk verblijfsstatuut anderzijds", legt Lafaut uit. Het kwalitatieve luik bestond uit diepte-interviews met 45 hulpverleners en 25 mensen zonder papieren. "Daaraan was een etnografisch onderzoek gekoppeld: gedurende langere tijd observeerde ik mensen op de plaats van de hulpverlening. Daardoor ontstaat een vertrouwensrelatie en een beter/vollediger beeld van de problematiek." Het kwantitatieve luik toont aan dat mensen zonder papieren een hoger risico lopen op cardiovasculaire sterfte. Dirk Lafaut: "Dat is een vorm van vermijdbare sterfte. De mogelijkheid dat er een verband bestaat met de toegankelijkheid van de zorg is dus reëel." Daarnaast stelde hij vast dat mensen zonder papieren met steeds meer procedures en controles geconfronteerd worden. Lafaut: "De zorgverlening in het kader van de wet Dringende Medische Hulp is in een vicieuze cirkel beland. Door de omslachtige en ontoegankelijke procedures doen hulpverleners vaker een beroep op allerlei strategieën om op een informele manier toch zorg te kunnen verlenen. Dat wekt het wantrouwen op van overheden en politici, wat leidt tot nog meer controles. Hoewel de toegankelijkheid van de zorg voor alle mensen, ongeacht hun verblijfsstatuut, in theorie gelijk is, blijkt dat in de praktijk zeker niet het geval." Voorts leert het doctoraat van Lafaut dat hulpverleners die nog zorg willen verlenen in een moeilijke positie terechtkomen. "Ze worden met steeds meer paperassen geconfronteerd en worden voor die bijkomende belasting niet extra vergoed. Daarenboven zorgt een toegankelijke houding er op den duur voor dat ze overbevraagd worden. Dat leidt ertoe dat ze uiteindelijk niet meer de zorgkwaliteit kunnen leveren die ze wel zouden willen, of dat ze mensen zonder papieren moeten weigeren." Dokter Lafaut verwijst naar vroegere rapporten die ervoor pleiten om hulpverleners (meer) op te leiden in de bestaande procedures. "Mijns inziens situeert de problematiek zich breder. Om de zorg te verbeteren wordt best ingegrepen op verschillende niveaus." Hij wijst erop dat de ontoegankelijkheid al in de wetgeving ingebakken zit. Daarnaast stelt hij vast dat de FOD Maatschappelijke Integratie - die instaat voor het toepassen van de wet - omzendbrieven verstuurt die de toepassing van de wet steeds meer verstrengen en complexer maken. Terwijl net vereenvoudigen en harmoniseren aan de orde zijn. De hulp is ook georganiseerd op gemeentelijk niveau, via de OCMW's, terwijl de ziekenfondsen - de ziekteverzekering voor mensen met de Belgische nationaliteit - op provinciaal niveau georganiseerd zijn. "Vooral in Brussel zorgt dat voor heel wat institutionele drempels. Daarnaast zijn ingrepen nodig op het niveau van de ziekenhuizen", aldus Dirk Lafaut. Tot slot verwijst hij naar de 'onevenwichten' bij de hulpverleners zelf. "Slechts 20% van de huisartsen verzorgt de overgrote meerderheid van mensen zonder papieren. Er is een betere verdeling van de verantwoordelijkheid nodig. Maar artsen hebben natuurlijk een grote mate van vrijheid om aan patiëntenselectie te doen. Hen verplichten om mensen zonder papieren te verzorgen, zou contraproductief zijn en tot minder goede zorg leiden. Daarom moet op beleidsniveau nagedacht worden over financiële incentives en een vereenvoudiging van de administratieve last om de zorg voor mensen zonder papieren aantrekkelijker te maken." Al bij al is Dirk Lafaut niet erg optimistisch. "De situatie van mensen zonder papieren kan enkel verbeteren als daarvoor de politieke wil aanwezig is. Momenteel is dat niet het geval. Ik verwijs naar een KCE-rapport over hetzelfde onderwerp van vijf jaar geleden. De aanbevelingen waren deels gelijklopend met mijn adviezen. Toch is het KCE-rapport nog steeds niet politiek en beleidsmatig opgevolgd. Integendeel, de procedure werd verder gebureaucratiseerd."