...

De mens is een kwetsbaar wezen en daarom is angst cruciaal om te overleven. Angst waarschuwt ons voor fysieke en psychische gevaren. Het is een belangrijke emotie en motivator in het sociale verkeer en zorgt voor een gevoel van urgentie, dat er iets op het spel staat. Zelfs al staan we aan de top van de voedselketen en leven we in een steeds veiligere omgeving, toch blijft angst nuttig. In het rijke, doorwrochte en soepel lezende Waarom we bang zijn doet Bram Vervliet het biospychosociale schriksysteem met verve uit de doeken. Vervliet werkte aan de University of California en aan de Harvard Medical School en is hoofddocent psychologie aan de KU Leuven in het Laboratorium voor Biologische Psychologie waar hij onderzoek doet naar angst. Hij kijkt door de bril van de leerpsychologie naar de conditionering en ontwikkeling van schrik en zoekt daarbij naar transdiagnostische factoren om de overgang van normale naar pathologische angst te begrijpen en zo mogelijk beter te behandelen.Aan de hand van het vele onderzoek naar angst bij mens en dier leidt Vervliet de lezer door het landschap van de schrik. Hoewel we een genetische aanleg hebben om bang te worden van bepaalde dieren, komt dit alleen naar boven als we er ook negatieve ervaringen mee hebben. Ook zien schrikken doet schrikken. Angst werkt aanstekelijk. Angst speelt zich in ons hoofd af (je maakt je zorgen over een plekje op je huid of voor iemand in een donkere straat). Angst heeft ook een overtreffende en een superlatieve trap op maat van de toenemende dreigingsnabijheid. Vrees steekt de kop op als we gericht reageren oog in oog met gevaar (de dokter stelt de diagnose van melanoom of de man komt op je af). Dat slaat door in paniek als je geen uitweg ziet (je loopt weg uit de wachtkamer of je slaat wild om je heen). We leven inmiddels in een wereld die veiliger is dan ooit te voren maar waarin dreiging en gevaar buitenmaats de media kleuren en de angstgevoelens aanwakkeren. Vervliet waarschuwt voor de kwalijke effecten van het doemprofeten zoals Paul Verhaeghe, Mattias Desmet, Dirk De Wachter en Damiaan Denys die, gespeend van empirische feiten en veelal vanuit psychoanalytische inspiraties en met pseudowetenschappelijk en nepdiepzinnig aplomb, de mensen angst aanpraten. De individualisering, globalisering, informatie-overdaad en neoliberalisme zouden volgens deze bangmakers de angstige en depressieve gevoelens doen toenemen. Vervliet maakt brandhout van die pseudotheorieën en legt de vinger op de wonde: armoede, ongelijkheid en financiële onzekerheid zijn de groeikern van de hedendaagse angst. Twintig procent van de Belgische bevolking leeft met een voortdurend risico op armoede. Wie bang is voor het eigen voortbestaan kan zich niet vrij ontwikkelen. Daar zouden we ons gezamenlijk zorgen over moeten maken.