...

Exact het tegenovergestelde, dat heeft men bereikt met de samenvallende verkiezingen. Voor enkele partijen was dit een tijdlang een wondermiddel: het laten samenvallen van (bijna) alle verkiezingen zou (bijna) alle problemen van het Belgisch politiek bestel oplossen. Vooral SP.A, Open VLD en Groen geloofden erin. Die hervorming werd uiteindelijk gedropt in de staatshervorming van 2010-2011: sindsdien moeten de Europese, de federale en de deelstaatverkiezingen samenvallen, om de vijf jaar (2014, 2019, 2024, 2029, ...). Alleen de lokale verkiezingen (gemeenten & provincies) verlopen nog apart, om de zes jaar (2000, 2006, 2012, 2018, ...).Waarom moest dat zo nodig? Veel politici vonden dat er veel te veel verkiezingen waren. Daardoor werden zij opgejaagd; vonden ze. Daardoor kunnen we ook geen goed beleid - langetermijnbeleid - voeren, luidde het. De feiten? Sinds 2000 hadden in ons land 11 keer verkiezingen plaats; in Nederland in dezelfde periode 16 keer. In Frankijk met z'n twee stemrondes en enkele extra referenda werden de kiezers in die periode 40 keer naar de stembus geroepen.Voor sommige politici was de klacht wel terecht, en dààr zat een van de echte knopen: onze partijen vonden dat ze bij elke verkiezing àl hun goudhaantjes moesten inzetten. Die moesten opdraven bij elke verkiezing en werden als poppetjes heen en weer geslingerd tussen de beleidsniveaus. Nu eens waren ze specialist Vlaamse materies, een jaar later waren de federale materies hun dada en nog een jaar later waren ze specialist lokaal beleid. Dat electoraal uitpersgedrag van de partijen, maakte hun goudhaantjes doodmoe. Gelijktijdige verkiezingen beletten dit effectief.Op de achtergrond speelde nog een argument: in een federaal land met een heel kaduke taakverdeling tussen de bestuursniveaus, lopen de bevoegdheden door elkaar; dan vertonen partijen de neiging om gelijkgestemde regeringen aan de macht te zetten.Wat was het resultaat van de samenvallende verkiezingen? Het schuiven met poppetjes is effectief verminderd. Dat is een feit. Ze mogen niet gelijktijdig op twee of drie lijsten staan. En voor de rest? Nul komma nul resultaat.De Vlaamse en de federale coalities die in 2014 gevormd werden na die verkiezingen, waren beide centrum-rechts, maar in Wallonië en de Franse Gemeenschap kwam centrum-links aan de macht, in Brussel was de PS ook de dominante partij en in Duitstalig België regeerde ProDG met liberalen en socialisten. In 2019 dreigt zich hetzelfde voor te doen.De federale regering had geen meerderheid in Franstalig België, wat haar legitimiteit terecht beperkte. In Vlaanderen groeit de vrees van een federaal kabinet zonder Vlaamse meerderheid.Een lange vredige periode? Niks van. Vanaf dag één was gekibbel troef in de federale regering die in 2014 ontstond. Vooral de Vlaamse partijen bekampten elkaar; de MR-premier moest de Vlaamse vechtersbazen uit elkaar houden. Hun strijd was genadeloos: het ging er niet zozeer om zelf een overwinning binnen te halen, maar om te beletten dat de ander zou scoren. Van het beloofde langetermijnbeleid was geen spoor te bekennen. In de deelstaten verliep het iets softer, maar bijvoorbeeld in het Vlaams onderwijsbeleid verliep de strijd even bitsig en heftig. Wordt dat anders na 2019? Niets wijst erop.Wat waren de gevolgen voor de verkiezingen van 2019? Die verliepen in dezelfde bitse sfeer: de concurrent beschadigen was het eerste doel in de campagne. De negatieve sfeer waarin de partijen de verkiezingen deden baden, zorgde ervoor dat het publiek snoeihard werd aangetrokken door de extremen, links en rechts. En alle niet-extreme partijen van rechts, midden en links verloren.Er is één punt dat de samenhangende verkiezingen interessant maakte voor de partijen en dat ze zelf liefst wegmoffelen: ze hadden veel minder verkiezingsuitgaven. Omdat ze afgelopen decennium de dotaties aan zichzelf nog verhoogden, zitten ze ondanks hun recente nederlaag, allemaal nog op een berg geld. De kans dat ze de overdreven partijfinanciering terugschroeven - wat decent zou zijn - is echter nihil geworden omdat ze nu op verlies staan: er vloeien nu vele miljoenen naar de extremistische partijen.En een terugkeer naar gescheiden verkiezingen? Een deelstaat kan dit theoretisch beslissen. Maar het vergt een bijzondere meerderheid en een meerderheid in elke taalgroep. Vergeet het dus op korte termijn. We zitten nog voor lang met de zoveelste constructiefout in ons tweelandenland.