...

In Artsenkrant van 16 juni jl. (nr. 2718) las ik de artikels 'Ode aan de schoonheid' (blz. 22) en 'Verhalen bij de schilderijen' (blz. 23) in de rubriek Cultuur+. Jammer dat de redacteur en ik elkaar niet vooraf gesproken hebben voordat hij zijn interessante en rake artikel over Théo van Rysselberghe geschreven heeft. Er is namelijk een leuk verband tussen Théo van Rysselberghe (blz. 22) en het schilderij Waterpret bij de Tempelhoeve van Evarist De Buck, dat u afgebeeld heeft (blz. 23) naar aanleiding van de monografische tentoonstelling van Van Rysselberghe in Singer Laren en Het Kunstuur 4 waar verscheidene werken van De Buck te zien zijn. In de jaren vijftig is het bewuste schilderij Waterpret bij de Tempelhoeve immers door Christie's voor een hoge prijs verkocht aan de bekende verzamelaar Josefovitch als van de hand van Van Rysselberghe. Het was gemonogrammeerd 'vR' en '1902'. Later wilde Josefovitch het weer verkopen, maar toen legde Christie's mij dit voor en ik deelde hen vervolgens mede dat het naar mijn mening niet van de hand van Van Rysselberghe was. Begin jaren tachtig heb ik verscheidene malen gereageerd tegen werken die bij Christie's en Sotheby's als vR te koop aangeboden werden, maar die duidelijk van een andere hand waren. Zo voor een werk van Georges Lemmen (De Zonsondergang, nu in het Musée d' Orsay in Parijs). Ook een Heymans die was omgedoopt tot Van Rysselberghe, of nog een Marevna, een Schlobach, een Hart Nibbrig (in catalogus expo Van Rysselberghe, 1993 MSK Gent) enz... Er hangt zelfs in de National Gallery of Art Londen, een werk gepresenteerd als Van Rysselberghe (Coast scene), dat duidelijk van een andere hand is, volgens mij van Willy Finch, en dat naast een werkelijke Willy Finch! Ze zijn nog niet wakker geworden. Het was de tijd dat door Franse experts neo-impressionistische werken die niet aan de 'grote' Franse meesters konden worden toegeschreven, op het bordje van die 'kleine' Belgische schilder geschoven werden (publicatie Kleine meesters door Gerald Scurr). Dat heeft mij min of meer tegen mijn zin tot de oeuvrecatalogus van Théo Van Rysselberghe (Racine 2003) gedreven. Christie's heeft mij nog jaren achtervolgd om te weten of ik niet tot andere gedachten gekomen was. Er is bijgevolg een leuk verband tussen de twee artikels!