Kanker kan posttraumatische stress veroorzaken. EMDR is één van de hulpmiddelen die patiënten kunnen helpen bij het verwerken van de stresserende ervaringen die hen te beurt vallen. Vanessa Grandjean, die als psychologe verbonden is aan het Centre Hospitalier de Luxembourg (Luxemburg-Stad), licht toe (*).
...
"Psychische stoornissen zijn frequent bij kankerpatiënten", zegt de Luxemburgse psychologe. "Meestal gaat het om angst of depressie. Maar in sommige gevallen kan de ziekte zo traumatiserend blijken dat ze een posttraumatische-stressstoornis (posttraumatic stress disorder, PTSD) uitlokt. Momenteel wordt Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) beschouwd als een evidence-based behandeling van PTSD. De techniek werd door de Wereldgezondheidsorganisatie als dusdanig erkend in 2013. Recente studies hebben eveneens haar doeltreffendheid bewezen bij de behandeling van angst en depressie. In mijn praktijk heb ik vastgesteld dat ze kankerpatiënten kan helpen." Een recente, systematische review van de literatuur suggereert dat EMDR een veelbelovende behandeling is van de psychische ontreddering die men bij kankerpatiënten ziet (1). Volgens de DSM-5 is het PTSD een angststoornis die kan ontstaan bij een persoon die een beangstigende of levensbedreigende ervaring achter de rug heeft. De context is vaak een traumatiserende situatie, zoals oorlog, seksueel en lichamelijk geweld, natuurrampen, zware ongevallen, enzovoort. "Men kan zich gemakkelijk voorstellen dat ook heel wat patiënten die worden behandeld in oncologie (of in palliatieve zorg) posttraumatische stress ontwikkelen. Als mensen onder invloed van hun diagnose bang worden om te sterven, kunnen ze de typische klachten van PTSD ontwikkelen", aldus Vanessa Grandjean. De symptomatologie van PTSD omvat vier clusters: herbelevingen, vermijdingsreacties, negatieve gedachten en gevoelens, en sterke prikkelbaarheid of hyperactivatie. Die symptomen kan men allemaal zien bij kankerpatiënten. "Kanker kan gepaard gaan met stresserende gebeurtenissen die zich herhalen of blijven aanslepen. Herhaalde stress kan tot stand komen door steeds nieuwe diagnosestelling, verschillende chemotherapiekuren, haarverlies, enzovoort. Onze hersenen hebben soms niet de tijd of het nodige houvast om aan al die gebeurtenissen het hoofd te bieden. Daardoor kan PTSD ontstaan. Patiënten kunnen over het hele verloop van de ziekte PTSD-klachten hebben, vanaf de diagnose tot aan het einde van de behandeling, of eventueel bij herval. Men moet er dus herhaaldelijk naar peilen." "Bovendien hebben sommige patiënten een voorgeschiedenis van PTSD naar aanleiding van een trauma uit het verleden. Bij hen kunnen de klachten opnieuw opflakkeren naar aanleiding van triggers die inherent zijn aan de behandeling, zoals een MRI-onderzoek. Als men met EMDR werkt, moet men een globaal beeld verwerven van de patiënt en de trauma's die zich in het verleden hebben voorgedaan, want als die niet correct verwerkt werden, kunnen ze opnieuw komen bovendrijven op het ogenblik dat de persoon met kanker geconfronteerd wordt." Klachten eigen aan PTSD vertonen veel verwantschap met de beelden die optreden bij andere stressgerelateerde aandoeningen, zoals depressie, angststoornissen, fobie en de paniekstoornis. Patiënten kunnen defensief of prikkelbaar uit de hoek komen. Ze drukken vrees uit voor allerlei tegenslagen, blijken niet in staat helder na te denken, vermijden contact met anderen, hebben slaapstoornissen en verliezen interesse in het leven van alledag. Gezegd mag ook dat PTSD in verband met kanker onrechtstreeks kan toeslaan, bijvoorbeeld bij personen die vernemen dat hun naaste kanker heeft, een geliefde pijn zien lijden of betrokken worden bij een medische urgentie. Zo heeft een studie aangetoond dat bij adolescenten die kinderkanker overwonnen hebben, een ouder aan PTSD lijdt in 20% van de gevallen. Met een metafoor legt Vanessa Grandjean uit wat er voor kankerpatiënt zo slopend kan zijn: "Als ik de patiënt voor de eerste keer zie, verwijs ik naar een trein, die het verloop en de behan- deling van de ziekte symboliseert. Eén van de moeilijkste momenten is wanneer de patiënt op de trein stapt. Er zijn verschillende wagons, maar hij weet niet hoeveel wagons hij zal moeten door- kruisen en in welke volgorde." Een ander moeilijk moment is het uitstappen: dan is de tijd gekomen om de kwalijke ervaringen achter zich te laten, en de draad van het leven weer op te pikken. De psychologe vond in haar collegiale omgeving de bereidheid om een signaalfunctie te vervullen: "Dr. Caroline Duhem, de oncoloog met wie ik in het ziekenhuis van Luxemburg samenwerk, toont veel belangstelling voor onze psychologische aanpak, omdat ze vaststelt dat veel patiënten moe zijn en cognitieve stoornissen hebben. Ze heeft mij gevraagd of EMDR misschien kan helpen, want sommige patiënten hebben cognitieve stoornissen zonder dat ze ooit chemotherapie kregen. Ze vermoedt dat die stoornissen misschien te wijten zijn aan de vermoeidheid en de stress waaraan de patiënten blootgesteld zijn." Vanessa Grandjean wijst er nog op dat het verband tussen oorzaak en gevolg patiënten intrigeert: het ziet ernaar uit kanker PTSD uitlokt, maar zou het ook kunnen dat kanker ontstaat als gevolg van PTSD? "Onderzoek geeft geen uitsluitsel in de ene of de andere richting. Maar we zijn wel zeer duidelijk met onze patiënten. Sommige gaan zelf op zoek naar behandelingen tegen kanker. Vanuit Luxemburg bezoeken patiënten Duitse genezers die zielenleed behandelen. Dat doen wij niet met EMDR. Als we trauma's vaststellen die niets te maken hebben met de psychische weerslag van kanker, dan behandelen we die, maar we brengen ze niet in verband met de tumor. We kijken naar de triggers van de PTSD-symptomen. Waarom komen die symptomen nu plots aan het oppervlak?" EMDR werd aan het einde van de jaren 80 in de VS ontwikkeld door de psychologe Francine Shapiro. De techniek waaide naar Europa over onder impuls van psychiater David Servan-Schreiber. "EMDR beoogt diepe trauma's uit het verleden te behandelen doordat de patiënt ze zich voor de geest roept in combinatie met sensorische stimuli", legt Vanessa Grandjean uit. "De techniek rehabiliteert de natuurlijke adaptieve verwerking van pijnlijke herinneringen die in het slop zijn geraakt, bijvoorbeeld na een traumatische shock. De psy- chische weerbaarheid wordt hersteld, zodat de pathogene herinneringen correct in het geheugen worden in- gebouwd en zodoende geen leed meer veroorzaken. Het zelfvertrouwen komt terug." "We gaan ervan uit dat de hersenen op het ogenblik van een ernstige traumatische schok bij wijze van spreken zichzelf uitschakelen. Ze willen de binnenkomende informatie niet langer verwerken. Zo ontstaan traumatische herinneringen. EMDR kan het verleden niet uitwissen of veranderen, maar er wel voor zorgen dat het geen leed meer veroorzaakt, zodat mensen opnieuw kunnen functioneren en uit werken gaan." EMDR wordt uitgevoerd met behulp van oogbewegingen of auditieve of cutane prikkels en doet zo de klachten snel wijken. Het behandelingsschema kan bijvoorbeeld bestaan uit twee tot twaalf sessies over een tijdspanne van vier maanden (zie ook het kader). "Tijdens de pandemie hebben we hiervoor een oplossing moeten bedenken, met videosessies (de patiënt volgde de vinger van de therapeut op het scherm) en apps. Intussen worden ook de op- leidingen voor zorgverleners online georganiseerd." "Oncologen zijn een belangrijk echelon om het psychisch welzijn van de patiënten te bewaken. Klachten van PTSD ontstaan na drie maanden, als de patiënten niet meer in behandeling zijn. Maar oncologen blijven hen zien om de drie tot zes maanden. Ze kijken uit naar alarmsignalen: als de patiënt over ervaringen spreekt alsof hij die gisteren had opgelopen, terwijl er verschillende maanden overgegaan zijn, is de suggestie sterk dat hij nog steeds 'op de trein zit'. De oncoloog noteert ook bij wie bepaalde klachten maar niet wijken: vermoeidheid, cognitieve stoornissen, prikkelbaarheid en humeurschommelingen." Op basis van al deze gegevens concludeert Vanessa Grandjean dat het nuttig is bij kankerpatiënten PTSD op te sporen: "EMDR is een therapeutisch instrument dat deel uitmaakt van het bredere arsenaal dat men bij patiënten met kanker inzet. Patiënten met kanker moeten globaal onderzocht worden, in al hun eigenheid."