...

In de Pano-reportage over het (bovenmatig) gebruik van tranquillizers en neuroleptica in de woonzorgcentra (WZC) in Vlaanderen raakte professor De Lepeleire in een kort interview een belangrijk pijnpunt aan over het medisch dossier, namelijk een grof gebrek aan informatisering ervan. Na het bezoek aan een resident kan de huisarts de bevindingen en uit te voeren behandelingen zelden in het elektronisch dossier noteren. Het gebeurt dan schriftelijk in het individuele dossier van de bewoner. Dat papieren dossier bevat administratieve gegevens van de bewoner, de notities van de huisarts, eventueel te ondertekenen documenten (kine, aanvraag hulpmiddelen,...) en in het beste geval een overzicht van de medische geschiedenis. Ook de communicatie met de zorgverleners gebeurt dus op papier. Tweede probleem: het is nog steeds niet mogelijk dat gegevens van het elektronisch medisch dossier (EMD) van de huisarts naar het dossier van het WZC worden doorgestuurd. Dat betekent dubbel werk voor de huisarts (noteren in EMD én in WZC), en dat anno 2023! Als CRA ijver ik al jaren om dat euvel te verhelpen, maar zonder succes. Het is duidelijk geen prioriteit voor de providers van de zorgdossiers, vermoedelijk omdat het financieel niet aantrekkelijk is. Er zijn in Vlaanderen drie grote spelers op deze markt, waarvan Care Connect Intocare en Care Solutions samen rond de 90% marktaandeel hebben. Het eerste is een onderdeel van Corilus, het tweede is recent onderdeel geworden van Malta Belgium, dat op zijn beurt deel uitmaakt van het Franse Malta Informatique. Uitgaande van een kostprijs van ongeveer 100 euro per jaar per bewoner betekent dat voor de 80.000 residenten in onze 800 WZC een jaarlijks budget van om en bij de 8 miljoen euro. Met deze middelen moet er toch ruimte kunnen zijn voor verbetering. Daarom volgend voorstel: naar analogie van het EMD voor de huisarts, zou de overheid een systeem van accreditering kunnen instellen met erkenningscriteria voor de WZC-dossiers. Een van de criteria moet dan zijn dat er een medisch luik voor de behandelende huisarts voorzien wordt. Aansluitend daarop zou de erkenning van het EMD gekoppeld zijn aan de mogelijkheid om elektronisch te communiceren met het WZC-dossier. En dan is de cirkel rond! En dat brengt ons bij het begin van dit betoog: dankzij een efficiënte elektronische registratie én communicatie tussen beide dossiers kan de huisarts het medisch begeleidingsproces en alle procedures errond beter opvolgen en sturen. De modaliteiten van het dossier zorgen ervoor dat de huisarts attent wordt gemaakt op mogelijke bijwerkingen, interacties en beperking in behandelingsduur van deze maar ook tal van andere medicaties. Dat is nu het geval voor de ambulante patiënten die de huisarts consulteren. Het is niet meer dan logisch dat dat ook moet kunnen voor onze meest fragiele patiënten: de bewoners van een WZC. Eenvoudige en goedkope maatregelen met een snelle en grote efficiëntie. Waar wachten we nog op?