...

Daarmee spelen ze in op een door de overheid gewenste elektrificatie. Want in principe mogen vanaf 2029 nog uitsluitend elektrisch aangedreven auto's verkocht worden. Op dit moment is het aandeel EV's (electric vehicles) in het wagenpark echter nog peanuts. Van de circa zes miljoen wagens die er in ons land rondrijden zijn er slechts 70 à 75.000 zuivere EV's. In deze enquête zegt meer dan de helft van de respondenten (56%) twee wagens te bezitten, 13% van de artsen heeft zelfs drie exemplaren en een kwart houdt het bij één gezinsauto. Wel wordt er niet buitensporig veel gebruik van gemaakt. Bij de artsen verplaatst 15% zich helemaal niet met de wagen tijdens een werkdag. 11% doet dat wel maar legt dan hoogstens tien kilometer af. Iets meer dan de helft van de artsen doet tijdens werkdagen afstanden tussen 10 en 50 kilometer, 17,5% rijdt 50 à 100 kilometer met de wagen en 3,7% zelfs meer dan 100 kilometer per werkdag. Uiteraard zijn benzinewagens nu nog het populairst, vooral in de leeftijdscategorie tot 30 jaar (70%) en bij de 60-plussers. Een arts op drie heeft een auto met een dieselmotor. Toch rijdt ook al 41% met een (plugin)-hybride of een elektrisch aangedreven wagen - het aandeel van de volledig elektrische auto's bedraagt 14,6%. Bij de artsen tussen 41 en 50 jaar rijdt bijna een kwart van de respondenten met een EV. Vergeleken met de algemene bevolking zijn artsen dus voortrekkers in de elektrificatie van het wagenpark. Elektrische wagens zitten in de lift. Daarbij verwijzen vooral jongere artsen naar het milieu om hun voorkeur te duiden. In de leeftijdscategorie onder de 30 jaar en tussen 31-40 jaar haalt respectievelijk 46,0% en 48,8% milieuredenen aan - bij een gemiddelde van 30,5%. De helft van het medisch korps heeft al ooit met een elektrisch voertuig gereden, 22,5% heeft al meegereden. Ook wie nu nog een wagen met benzine of dieselmotor heeft, is dus geïnteresseerd in elektrische auto's. Toch geeft ook één arts op tien (10,8%) te kennen dat hij/zij "geen voorstander is". 12,3% geeft toe er niets van te kennen. Wagens aangedreven door waterstof komen er nauwelijks op de markt en de 'waterstofstations' vallen in ons land op de vingers van één hand te tellen. Des te opmerkelijker dus dat bijna de helft van de artsen in deze enquête aangeeft dat ze waterstof als de meest milieuvriendelijke technologie beschouwen. Allicht is dat een rationeel-theoretische keuze. De peiling schotelde artsen en apothekers een aantal stellingen voor. 'Het belangrijkste voordeel aan elektrisch rijden is dat de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen en CO2 lager ligt of onbestaande is'. Met die stelling gaat drie kwart van de artsen (75,8%) akkoord. Een meerderheid (55,5%) vindt de "aangename stilte en geruisloosheid" van EV's een belangrijke voordeel terwijl velen (52,4%) de fiscale steunmaatregelen als een niet te versmaden troef beschouwen. Andere voordelen zijn: thuis kunnen laden (43,8%) en lagere energie- en onderhoudskosten (38,5%). Een belangrijke minderheid van artsen (8,5%) ziet geen voordelen in elektrisch rijden. Want uiteraard zijn er ook minder aangename kantjes. Het meest voor de hand liggende nadeel is de hoge aankoopprijs. Voor drie kwart van de artsen vormt dat een obstakel. Ongeveer evenveel dokters (73,2%) verwijzen naar de beperkte actieradius van elektrische wagens. Verder is men het ermee eens dat de batterij niet-milieuvriendelijk is (66,1%), dat het aantal laadpunten beperkt is (60,1%) en dat elektriciteit niet volledig 'groen' is (56,7%). Dat zijn belangrijke minpunten waarmee telkens meer dan de helft van de artsen het eens is. Andere nadelen wegen minder zwaar door. Met name de trage laadsnelheid en de noodzaak om de motor vaak op te laden. Lange leveringstermijnen zijn een arts op vijf een doorn in het oog. Bijna vier dokters op tien (37,2%) zou bij een nieuwe aankoop opteren voor een volledig elektrische wagen. Als we daaraan de voorkeur voor een plugin-hybride (22,4%) en een hybride auto (16,6%) toevoegen, betekent dit dat bijna acht artsen op tien zich een - deels - elektrische wagen zouden aanschaffen. Amper 12,7% kiest nog een benzinemotor en slechts 5,2% een diesel. De voorkeur voor elektrisch rijden wordt ingegeven door 'bezorgdheid over het milieu' voor bijna de helft (45,5%) van de artsen. Waarom koopt een dokter een bepaald type wagen met een bepaald type motor? Daarvoor zijn enkele belangrijke redenen: de afgelegde afstanden (33,7%), de toekomstgerichte technologie (31,3%) en het vertrouwen dat men daarin heeft (24,2%). Voor een derde van de respondenten is ook fiscaliteit (31,5%) een belangrijke reden. Drie kwart van de respondenten (77,2%) vindt trouwens dat de overheid het gebruik van vervuilende energiebronnen moet ontmoedigen en vier op vijf (82,5%) is van oordeel dat de overheid burgers moet aanmoedigen om duurzamere voertuigen te kopen. De enquête poneerde een aantal stellingen waarop met 'belangrijk' of 'onbelangrijk' kon geantwoord worden. Het belangrijkste bij de keuze van een nieuwe wagen is 'veiligheid'. Voor bijna alle artsen (95,8%) is dat prioriteit nummer één. Andere factoren waaraan veel belang gehecht wordt, zijn zuinigheid/het brandstofverbruik (90,0%), prijs (89,9%) en milieu-impact (81,6%). Onbelangrijk vindt een meerderheid van artsen de mogelijkheid tot financiering (62,7%), het merk (58,2%) en de levertijd (52,2%).