Patiënten in armoede lopen een hoger risico op obesitas. 18% van de respondenten vinden obesitas het gevolg van eigen keuzes, 72% zien de oorzaak in een tekort aan educatie. "Is het de verantwoordelijkheid van het individu of van de maatschappij? Dat is een ethisch debat."
...
Professor Kris Van den Broeck, titularis leerstoel Public Mental Health (UAntwerpen), zoomt vooreerst in op de vraag over obesitas in deze doelgroep en het al dan niet terugbetalen van gastric-bypass operaties. "De meningen zijn verdeeld. Een derde is pro terugbetaling, een derde contra en een derde weet het niet. Niet terugbetalen betekent dat je ervan uitgaat dat obesitas de fout is van het individu. Vergelijk het met hospitalisatieverzekeringen die geen opname voor alcoholafhankelijkheid dekken. Terwijl obesitas toch een pathologie is. In de Verenigde Staten is een zak chips bovendien goedkoper dan een krop sla." Armoede en obesitas zijn geen eigen, individuele verantwoordelijkheid, vindt Van den Broeck. Hij haalt het 'housing first-principe' uit de psychiatrie aan. "Hebben mensen een stabiele woonst, dan valt al een groot deel van hun zorgen weg. Naar analogie daarmee is de vraag of preventie op het vlak van armoede ook niet inhoudt dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken over eten. En als er geen gezond voedsel voorhanden is, is het dan rechtvaardig dat mensen zelf opdraaien voor een gastric-bypass operatie?" Hij verwijst ook naar de hypothese dat mensen in armoede zodanig veel cognitieve capaciteit nodig hebben enkel om te overleven dat ze geen ruimte overhouden om aan iets anders te denken. "Voortdurend maken ze rekensommen en tellen ze. Hun hoofd zit al vol. Dat leidt tot foute beslissingen." "Zeer opvallend", dixit de Antwerpse prof., toont de enquête aan dat de medische en farmaceutische opleidingen te weinig aandacht besteden aan armoede. "De UGent doet het beter, aan de andere universiteiten is het bedroevend. Nochtans is de impact van armoede op levensverwachting, gezondheidsgeletterdheid, vaardigheden en keuzes zeer belangrijk. Zorgopleidingen zouden daarop moeten anticiperen." Voorts stelt hij vast dat Franstalige artsen die als student of tijdens hun beroepsleven vaker persoonlijk te maken kregen met financiële problemen het gemakkelijker vinden om met patiënten in armoede te werken. "Er speelt ook een leeftijdseffect. Relatief weinig artsen onder de 40 ondervonden zelf problemen. En dus bespreken ze de armoedeproblematiek minder snel." Indien nodig, zo blijkt tot slot, werken nogal wat huisartsen tegen terugbetalingstarief of zelfs gratis. "Specialisten doen dat zelden. In een ziekenhuis hebben ze natuurlijk ook geen heldere kijk op de financiële status van hun patiënten. Het secretariaat regelt dat", besluit prof. Van den Broeck.