...

In maart is bij een patiënte met een toxische schildkliernodulus een thermoablatie uitgevoerd in het Jolimont ziekenhuis. Die première is uitgevoerd door Bénédicte Heynen, interventioneel radioloog, en haar collegae dr. Manuel Mignon, dr. Raphaël Lévêque en dr. Anatole Pauchet. "Na een maand was alles normaal geworden. De patiënte vertoonde bij bloedonderzoek geen hyperthyreoïdie meer en er was geen nodulus meer te zien bij scintigrafie." De techniek is ontwikkeld in Korea en is geïndiceerd bij de behandeling van niet-maligne noduli die erg groot zijn (esthetisch ongemak, dysfagie, chronische hoest) of toxisch (warme nodulus). "Thermoablatie van schildkliernoduli is een techniek die veel wordt toegepast in Azië. De techniek wordt ook toegepast in enkele Europese landen en met name Italië en Spanje. Maar helaas niet in België, eigenlijk vooral omdat het Riziv de behandeling niet terugbetaalt zodat de kosten van de interventie en de naald ten laste vallen van de patiënt. Dat is een limiterende factor. Ik heb vier patiënten op de wachtlijst staan. Als het ziekenhuis de kosten niet op zich neemt, dreigen ze te worden verwezen voor chirurgie. We spreken over meer dan ? 1.000 voor de naald (versus ? 0 voor chirurgie). Dat is voor de patiënt een hoog bedrag", commentarieert dr. Heynen. Thermoablatie is een percutane ingreep, die kan worden uitgevoerd met een laser, radiofrequentie of microgolven. "Voor de schildklier gebruiken we microgolven. Die techniek is even veilig als, zo niet veiliger dan radiofrequentie, duurt minder lang (het letsel wordt verbrand in enkele minuten versus een kwartier) en er zijn maar weinig relatieve contra-indicaties, bijvoorbeeld als er een bloedvat dicht tegen de nodulus ligt." Wat zijn de voordelen van thermoablatie in vergelijking met de klassieke techniek? "Een korte ingreep, die vlot toegankelijk is en wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Er is weinig of geen bloedingsrisico, er wordt sneller een remissie verkregen, de ingreep doet niet veel pijn en er is geen litteken. Ook kan zo een langdurige substitutietherapie met schildklierhormoon worden vermeden", antwoordde dr. Heynen. "Het grootste risico betreft de nervus laryngeus, die zou kunnen worden geraakt, met een stemverandering als gevolg. Na de interventie verandert de stem altijd wat, gewoonweg door het werken in de zone. Maar bij onze patiënte was de stem 's avonds weer normaal. Ze heeft ook een hematoom in de huid ontwikkeld." Een toxische nodulus vergt een bredere resectie dan als er louter een esthetisch probleem is. Tijdens de ablatie baseert de radioloog zich op de pijn die de patiënt voelt. "Het schildklierkapsel is bezenuwd, het parenchym niet. De patiënt moet dus zeggen als hij voelt dat het warm wordt. Dan weet je dat je dicht bij het kapsel zit en moet je de intensiteit verminderen en mag je die plaats niet verder opwarmen. Dat is onze veiligheidsmarge. Op spreekuur leg ik daar sterk de nadruk op opdat de patiënt geen algemene anesthesie zou vragen. We hebben dat contact immers nodig. De patiënt kan ons zo waardevolle informatie geven", legt ze uit. "De techniek is uiterst veilig en de effectiviteit ervan is ruimschoots bewezen. De literatuur leert dat het werkt, voegt dr. Heynen eraan toe. De nodulus wordt 75-80% kleiner, wat over het algemeen volstaat om de klachten (ontsierend uitzicht, dysfagie, hoest) op te heffen. We garanderen niet dat de nodulus volledig zal verdwijnen. In geval van een toxische nodulus klagen de patiënten er niet van. Het duurt meerdere maanden (zes tot negen) voor een maximaal resultaat wordt bereikt. Dat is dus niet de goede techniek om een nodulus van de ene dag op de andere te doen verdwijnen. Vaak betreft het een chronisch probleem en vinden de patiënten het niet erg als ze nog enkele maanden moeten wachten. Dr. Heynen heeft niet veel hoop dat het Riziv de techniek zal terugbetalen. "Buiten de techniek promoten, kan ik niet veel doen", betreurt ze. "Voor de patiënt is thermoablatie echt beter: het is een vrij eenvoudige techniek, die oppervlakkig wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving en die uiterst snel een remissie bewerkstelligt. Ik heb bijvoorbeeld een patiënte van 18 jaar. Als je bij zo'n patiënte te veel schildklierweefsel verwijdert, zal ze levenslang een hormonale substitutietherapie nodig hebben. Dat is niet niets, ook voor de sociale zekerheid. Ons ziekenhuis zal de interventie gedeeltelijk ten laste nemen, maar ik weet nog niet hoeveel de patiënt zelf zal moeten betalen."