...

Het BAM heeft zich de voorbije tien, vijftien jaar geprofileerd als een van de beste musea voor moderne kunst in ons land. Nu plaatst het museum op schitterende wijze de schilder van Mons, Anto-Carte, op het voorplan.Na een aarzelende beginperiode, waarin Anto-Carte stoeit met de klassieke mythologie en beïnvloed wordt door kunstenaars als Rops en Mak, zal hij in 1918 bij het einde van WO I het thema van de Pieta aanwenden om het verdriet van België om zijn gesneuvelde soldaten uit te drukken. De werken die hij in die periode produceert, snijden door merg en been. De ontredderde Maria sluit de ogen van haar dode zoon aan het kruis, haar verdriet wordt tastbaar en krijgt met de herinnering van de gruwel van de oorlog nog vers in het geheugen een universeel karakter , net zoals de beelden en tekeningen van Käthe Kollwitz. Het kleurgebruik versterkt het gevoel van verslagenheid bij zoveel zinloos oorlogsgeweld. In de jaren na de oorlog vertegenwoordigt Anto-Carte twee keer ons land op de Biënnale van Venetië. En hij exposeert talrijke keren in de Verenigde Staten waar zijn kunst erg gewaardeerd wordt. De Waalse kunstenaar wordt een volbloed expressionist. Soms herken je trekken van Valerius De Saedeleer of Gustave Van de Woestyne, een andere keer denk je omwille van het kleurgebruik aan Albert Servaes, omwille van de compositie aan Frits Van den Berghe. Soms herken je zelfs trekjes van Van Gogh die net als Anto-Carte in de Borinage tot kunstenaar is ontpopt. Op de benedenverdieping van het BAM krijg je een fraai overzicht van het werk van Anto-Carte. In de zalen boven wordt zijn werk geconfronteerd met stukken uit de collectie van het museum, van de Middeleeuwen tot moderne kunstenaars als Jean Brusselmans, Maurice Wyckaert of Antoine Mortier. De tentoonstelling is beslist een aanrader en promoveert Anto-Carte tot een van onze topkunstenaars van de eerste helft van de 20ste eeuw.