...

Bij het begin van zijn indrukwekkende operacarrière in 1896 creëerde Puccini meteen La Bohème, opera die meteen een wereldwijd succes kende. Het werk is een evocatie van momentopnames uit het leven van vier jonge kunstenaars en hun liefjes. Ze leven als bohémien op hun Parijse zolderkamer waar ze de huisbaas die huur komt opeisen moeten afschepen, en waar ze verkleumen. De aandacht gaat vooral naar de dichter Rodolfo die verliefd wordt op het buurmeisje Mimi. Zij is ziek en er is te weinig geld om haar goed te verzorgen. Hun liefdesrelatie kent hoogtes en laagtes. Samen met Rodolfo beleeft Mimi nog een laatste moment voor ze sterft. In december 1993 liet de toenmalige Vlaamse Opera die beroemde opera van Puccini in een nieuw kleedje stoppen door de jonge Canadese regisseur Robert Carsen, vandaag een gevierde regisseur in de internationale operawereld. De enscenering werd internationaal opgepikt en er volgden talloze uitvoeringen en hernemingen, tot in Sint-Petersburg, en in Japan, met Seiji Ozawa als dirigent, toe. La Bohème was bij de Vlaamse Opera de vierde van in totaal zeven Puccini-opera's die tussen 1991 en 1996 opnieuw geënsceneerd werden. Daarvoor had toenmalig intendant Marc Clémeur de jonge en nog vrij onbekende Canadese regisseur Robert Carsen samengebracht met een oude rot in het vak, de Puccini-maestro par excellence, Silvio Varviso. Beiden gingen voor een Puccini-lezing zonder enige franje of valse pathos. En dat was opmerkelijk voor een operarepertoire dat vaak pathetisch en nogal melig gepresenteerd werd.Robert Carsen zette de intrinsieke sfeer, de psyche van de personages en de emoties die hen beroerden centraal, Silvio Varviso zorgde voor de muzikale evocatie daarvan. Ook visueel oogde Carsens La Bohème bijzonder fris en actueel. Beelden die op het netvlies gebrand staan zijn de kachel in het vierkant, de zwoele scène in Café Momus of het toneel met de gele narcissen. Robert Carsen wilde zich tot het essentiële beperken in zijn Puccini-cyclus om de operaverhalen krachtig en intens te laten werken.Ter gelegenheid van deze, wellicht laatste, herneming van deze Bohème-productie in Vlaanderen, diepte ik het interview nog eens op dat ik destijds had met de regisseur. Over de Bohème-productie zei hij toen: "Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat het publiek zich bij de voorstelling betrokken voelt, zodat er een wisselwerking ontstaat tussen het gebeuren op de scène en de mensen in de zaal. De componist en librettist zijn echter de eigenlijke auteurs en de creatieve krachten. Ik vertel hun verhaal op een integere, maar ook op een persoonlijke manier. Vanuit mijn muzikale aanvoelen laat ik mij door de muziek inspireren. Met de dramaturg ga ik wel op zoek naar de tekstbronnen, maar ik werk vooral intuïtief. Mijn interpretatie is ook altijd voor een deel plaats- en tijdsgebonden. Omdat dit mensenwerk is kan ze altijd net iets anders evolueren. Met elk team moeten we specifieke uitdagingen aangaan en komen er andere dramatische impulsen. Niettegenstaande alles zo sterk aan een concrete situatie gebonden is, begin ik toch altijd met me voor te stellen welk effect een stuk bij de première had." "Vaak is de plot niet datgene waar de opera werkelijk over gaat", zei Robert Carsen nog. "In La Bohème zie je iemand geleidelijk sterven, maar het werk gaat eigenlijk over het leven. Dus voor La Bohème kozen we een jonge cast, en in de tweede akte zie je een dynamisch gebeuren en jonge creatieve mensen op de scène. Dat tonen van de essentie van een verhaal is volgens mij de zin van een moderne enscenering. Het gaat niet over het louter illustreren van de tekst, of het dragen van moderne kledij, maar wel om de ware betekenis van een verhaal bloot te leggen." Tijdens de komende weken staan bij operaballet Vlaanderen maar liefst 19 voorstellingen gepland van deze Puccini-klassieker in deze Carsen-enscenering die geleid zal worden door Kristiina Poska, chef-dirigent van Symfonieorkest Vlaanderen.