...

De belangrijkste rol van de huisarts is wel om zijn patiënten te informeren en te overtuigen, zegt Roel Van Giel, voorzitter van Domus Medica. "DM zet op zijn website als basis voor de huisarts een overzicht van de karakteristieken van de beschikbare vaccins. Dat gebeurt volgens een min of meer vast stramien: wat zijn de belangrijkste bevindingen uit de studies? Welke nevenwerkingen komen voor?" De Hoge Raad maakte vorige week de lijst bekend van de aandoeningen die maken dat een patiënt tot een risicogroep behoort. Het voornaamste criterium om mensen als eerste te laten vaccineren is de leeftijd - maar mensen met bepaalde aandoeningen kunnen vóór hun leeftijdsgenoten worden gevaccineerd (zie pagina 3). De huisarts speelt een belangrijke rol bij de selectie van de patiënten. Maar een webinar daarover van Domus Medica brengt belangrijke nuances aan. Drie bronnen worden voor de selectie gebruikt. De databanken van de ziekenfondsen, het Kankerregister, en het e-GMD van de huisartsen. Het Kankerregister stelde een lijst op van mensen die de voorbije vijf jaar een kankerdiagnose hebben gehad en liet hun INSZ in de Vaccination Codes Database zetten. De ziekenfondsen detecteren de risicofactoren in hun databanken, vooral aan de hand van ATC-codes voor medicatie: wie antidiabetesmiddelen krijgt wordt verondersteld diabetes te hebben. Dat systeem zal niet perfect sluitend zijn: mensen die bètablokkers krijgen voor hun migraineaanvallen zullen misschien ten onrechte worden uitgenodigd - maar dat neemt men erbij. De ziekenfondsen maken zich sterk dat ze 80% van de doelgroep kunnen detecteren. Tegen half februari zouden de ziekenfondsen de rijksregisternummers van geïdentificeerde risicopersonen ook in Vaccination Codes Database zetten. Die database meldt aan het afsprakenbeheersysteem Doclr wie een uitnodiging moet krijgen. Uitnodigingen worden twee weken voor het geplande vaccinatiemoment verstuurd - per brief en zo mogelijk per sms en per e-mail. De huisartsen zijn de enige artsen die hun patiënten aan de Vaccination Codes Database kunnen toevoegen. Ze kunnen dat voor mensen die bij hen een GMD hebben, of minstens een therapeutische relatie. Patiënten met zeldzame aandoeningen, bijvoorbeeld, die volgens de HGR ook voorrang krijgen, zullen door hun patiëntenvereniging of de specialist die hen opvolgt worden doorverwezen naar de huisarts. Ziekenfondsen en de organisaties van artsen, apothekers en patiënten starten een informatiecampagne om mensen uit de doelgroep zonder vaste huisarts, ertoe aan te zetten toch een huisarts te consulteren. Bepaalde patiëntengroepen zullen bijzondere aandacht moeten krijgen van hun huisarts, omdat de ziekenfondsen hun aandoening niet kunnen detecteren via de databases. Niet iedereen met diabetes, chronische nierinsufficiëntie of hypertensie krijgt al medicatie. Mensen met obesitas krijgen ook geen specifieke medicatie. Bij deze patiënten hangt het wellicht van hun huisarts af of ze worden opgepikt. Belangrijk is om mensen met een psychische aandoening (bijvoorbeeld bipolaire stoornis of psychose) ook te selecteren. Huisartsen krijgen vanaf half februari van hun softwarevendor routines aangeleverd om de registratie in hun EMD te verbeteren. Door een audit van de patiëntendossiers vinden deze bepaalde medicatie of waarden in het dossier terug. De routines kunnen dan de diagnostische classificatiecodes in het dossier aanvullen. Vanaf 1 maart kunnen huisartsen een zoekopdracht in het elektronische dossier uitvoeren om risicopatiënten op te sporen. De INSZ van geselecteerde patiënten kunnen ze met één druk op de knop opladen in de Vaccination Codes Database. Ze hoeven zich geen zorgen te maken dat patiënten dubbel in de database zullen worden geregistreerd - de database verwijdert die automatisch, evenals de INSZ van mensen die al zijn gevaccineerd. Vult de huisarts na 1 maart nog dossiers aan, dan kan hij de operatie gewoon herhalen. De huisarts levert gewoon lijsten aan van alle prioritaire patiënten tussen 18 en 64 jaar oud - welke plaats ze precies krijgen in de prioritering beheert het centrale systeem. Het is de huisarts die bepaalt hoeveel energie hij hierin steekt, zegt dokter Van Giel. Dat beaamt prof. dr. Bert Vaes in de webinar: de huisarts kan patiënten waarvoor hij dit nodig vindt individueel toevoegen, of de audits uitvoeren en een groepslijst doorsturen (alleen GMD-patiënten, nvdr). Het werk dat hij erin steekt levert niet alleen voordelen bij deze campagne. De gevolgde procedure komt de registratie in het EMD ten goede en levert betere SumEHR's op. Het komt neer op populatiemanagement, onderstreept Vaes. Die manier van werken helpt de huisarts verder de zorg voor zijn patiënten te verbeteren. De huisarts zal via zijn EMD ook weten welke patiënten zijn uitgenodigd, wie is gevaccineerd en wie het vaccin heeft geweigerd. "Met die wetenschap kan de huisarts met zijn patiënt een gesprek aangaan en hem aansporen zich, eventueel alsnog, te laten vaccineren", zegt dokter Van Giel. Vanaf 1 april kan de huisarts deelnemen aan de vaccinatiebarometer om per risicogroep de bereikte vaccinatiegraad in zijn praktijk te controleren, en aan de hand daarvan verbeteracties op te stellen. "Het is onze taak om onze meest kwetsbare patiënten te beschermen", zegt Van Giel. "Er zullen in maart of april niet al 10 miljoen vaccins klaar liggen om snel iedereen te vaccineren. Was dat wel het geval, dan zou het het meest logische zijn om iedereen te vaccineren volgens leeftijd. Niet het aantal vaccinaties op zich maar het impact daarvan op het aantal infecties én het aantal ziekenhuisopnamen opent mogelijkheden om de voorzorgsmaatregelen tegen de pandemie te versoepelen. De grootste groep van kwetsbaren sneller vaccineren gaat ten goede komen van de economie, het maatschappelijke leven en het welzijn van de mensen." Huisartsen kunnen tijdens de vaccinatiecampagne de komende maanden nog meer taken op zich nemen. De medische supervisie in de vaccinatiecentra is volgens Van Giel niet alleen een opgave voor de huisartsen. "Er zijn al heel wat gepensioneerde artsen die zich als vrijwilliger hebben opgegeven. Ook specialisten kunnen shifts op zich nemen, en melden zich soms als vrijwilliger." Duidelijkheid over het vaccineren van weinig mobiele patiënten thuis is er nog niet. Van Giel: "Met de vaccins van Pfizer en Moderna is dat een logistieke nachtmerrie. Nieuwe vaccins zullen wellicht makkelijker in de huisartsenpraktijken en in de thuissituatie kunnen worden toegepast. Op termijn opent dat ook de mogelijkheid om de campagne niet alleen voort te zetten in de centra, maar daarnaast in de praktijken zelf. Ik ben ervan overtuigd dat men de duur van de campagne vaak onderschat - die zal zeker tot na de zomer voortduren."