...

De specifieke kenmerken van het vaccin maken het minder waarschijnlijk dat het vaccin rechtstreeks in de woonzorgcentra terechtkomt. Ziekenhuizen hebben de infrastructuur om de vaccins op -75°C te bewaren - ziekenhuizen met een opslagcapaciteit van minstens 1.000 flacons worden een decentraal magazijn. De ziekenhuisapotheken kunnen de vaccins bereiden volgens de specificaties van de fabrikant, en verdelen over individuele doses. Cruciaal voor de verdeling zijn de bestaande samenwerkingsverbanden tussen de ziekenhuizen en de woonzorgcentra. De levering van het vaccinatiemateriaal, zoals spuiten, wordt gecoördineerd door het FAGG. De eerste maanden staat één gespecialiseerde firma (Medista) daarvoor in. In de woonzorgcentra worden zowel de bewoners als het personeel prioritair gevaccineerd. Ze staan aan de kop van de fase 1a. In die fase worden verder alle zorgprofessionals, ook die in de eerste lijn, gevaccineerd. Stagairs in opleiding krijgen dezelfde voorrang. De mensen in de andere zorginstellingen, personeel van onder meer ziekenhuizen dat in contact kan komen met covidpatiënten en ander personeel van ziekenhuizen en in de zorgsector, vallen evenzeer onder deze fase. Bedrijfsgeneeskundige diensten moeten hun rol spelen. Ook test- en triagecentra die dichtbij een ziekenhuis liggen kunnen al snel ingeschakeld worden. In de woonzorgcentra, de ziekenhuizen en in de eerste lijn kan voortgebouwd worden op scenario's die al bestaan voor de griepvaccinatie. Het FAGG gaat er voorlopig vanuit dat in januari al 340.000 personen gevaccineerd kunnen worden, in februari nog eens 210.000 en in maart 620.000 - ermee rekening houdend dat voor een volledige vaccinatie twee doses nodig zijn. Fase 1b zou eind februari, begin maart kunnen starten, zo schat de taskforce momenteel. Eerst de populatie van 65-plussers (2 miljoen mensen) - mogelijk te beginnen met de oudste groep. Vervolgens de personen tussen 45 en 65 jaar oud die een onderliggende chronische aandoening hebben (1,3 miljoen mensen met obesitas, diabetes, hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, chronische long-, nier- en leverziekten - inclusief nog de kankerpatiënten; de lijst wordt misschien nog uitgebreid) . Volgende in de rij zijn de 'essentiële' beroepen. In fase 1b kunnen spelen de vaccinatiecentra een hoofdrol. Naast de bestaande test- en triagecentra die een goede vertrekpositie hebben om deze rol op te nemen, kunnen dat nieuwe grootschalige centra zijn. Om de start daarvan te kunnen voorbereiden moeten de procedures en de draaiboeken nu onmiddellijk al worden uitgewerkt. Geschat wordt dat de hele groep met fase 1a en 1b vier miljoen mensen omvat. Het streefdoel is momenteel dat dat aantal in juni gevaccineerd zal zijn. Of de vaccins rechtstreeks aan de centra kunnen worden geleverd zal verder worden bekeken - dat veronderstelt een opleidingsinspanning.In hoeverre verschillende groepen sequentieel worden gevaccineerd, dan wel of men de verschillende fases laat overlappen, is afhankelijk van hoeveel doses er op een bepaald moment beschikbaar zijn - maar ook van het optimaal benutten van de vaccinatiecapaciteit. Over wanneer fase 2 zal aanvangen (vaccinatie van de rest van de bevolking) en hoe die precies zal verlopen, daarover blijft het document nog zeer vaag. Midden 2021 jaar zullen er hopelijk al verschillende vaccins beschikbaar zijn, die niet allemaal op zeer lage temperaturen gestockeerd moeten worden, en waarvan een aantal misschien in individuele doses zullen komen. In januari moet Vaccinnet+ klaar staan - dat is de uitbreiding van het Vlaamse Vaccinnet naar het hele land. De beveiligde toegang tot de database moet worden geregeld. In Brussel en Wallonië moet de juridisch basis worden uitgewerkt. Vaccinnet zal een belangrijke rol spelen, niet alleen om bij te houden wie gevaccineerd is, maar ook om de vaccinatiegraad van verschillende bevolkingsgroepen te monitoren, en de veiligheid en effectiviteit van het vaccin te onderzoeken. Overwogen wordt een koppeling te maken tussen Vaccinnet+ en de database van de laboratoria met de uitslagen van covidtests - dat zou een krachtig instrument opleveren.Er zullen verschillende onderzoekprogramma's worden gestart, om de bijwerkingen van de vaccins in kaart te brengen, om de seropositiviteit voor het virus in de bevolking na te gaan,... België neemt ook deel aan Europese evaluatieprogramma's. De bevindingen zullen in het belang van de transparantie ook publiek worden gemaakt. Yvon Englert leidt de communicatiecel - met vertegenwoordigers van de verschillende federale overheidsdiensten en deelstaten, en vertegenwoordigers uit de media en de maatschappij. De cel stelt een communicatieplan op en werkt de strategie uit. De strategie houdt in dat men monitort wat in de bevolking leeft, 'de temperatuur neemt' en de ontwikkelingen in het buitenland volgt. De nota bevat al een tamelijk lang lijstje van deelstrategieën - van aangeven dat deze vaccins al voortbouwen op een lange traditie van antivirale inentingen, tot erop wijzen dat vaccinatie de kortste weg is naar een normaal sociaal verkeer, voor het individu en voor de maatschappij in haar geheel.