...

Die netwerkjes zouden - na uitstel wegens de covidcrisis - begin 2024 van start moeten gaan. Maar op een paar uitzonderingen na zijn de wachtposten nog helemaal niet begonnen met het oprichten van die samenwerkingsverbanden. Wachtposten Vlaanderen bevroeg zijn leden en het blijkt dat die helemaal niet staan te springen om, onder meer, hun onthaalpersoneel te ontslaan en te laten overnemen door nieuwe vzw's. "Het Riziv heeft maar weinig voeling meer met de wachtposten; het financieringsmodel voor de samenwerkingsverbanden getuigt ook niet van realisme", zegt dokter Bart Van de Velde. Vandaar het compromisvoorstel om provinciale samenwerkingsverbanden op te richten. Een belangrijk knelpunt met huisartsenwachtposten bleek, bij een meting, dat er in het holst van de nacht vaak weinig activiteit is. Je houdt de post open maar weinig mensen maken er gebruik van. Een schaalvergroting laat dan toe tijdens die kalme periode mankracht en middelen efficiënter in te zetten. "Maar de kwestie is dat je zelfs met de functionele samenwerkingsverbanden dat probleem maar half oplost. De provinciale vzw's zouden beter kunnen uitmaken welke posten 's nachts open blijven. Je hoort soms wel dat, als je het wachtgebied te groot maakt, de rijdende arts zich te ver zal moeten verplaatsen. Als je 20 km overdag moet rijden kun je daar erg veel tijd mee verliezen - 's nachts ligt dat toch ietsje anders. Het provinciale niveau scharniert ook beter met hoe de 1733 georganiseerd zou zijn", aldus de voorzitter van Wachtposten Vlaanderen. Het Riziv wil met de functionele samenwerkingsverbanden misschien ook een besparing realiseren? "Ik denk dat het Riziv vooral te weinig mensen heeft om alle dossiers van wachtposten behoorlijk te blijven opvolgen. De samenwerkingsverbanden reduceren dat aantal dossiers met een derde. Een nadeel met een te groot gebied voor een nachtpost is dat mensen dan mogelijk sneller naar een dichterbij gelegen spoeddienst van een ziekenhuis zullen trekken. Maar de vraag rijst dan of, als je de wachtposten 's nachts rationeler wil inzetten, je dat misschien ook niet met de spoed moet doen - dat zal een grotere besparing opleveren." "Het grootste deel van de kringen wil ons voorstel graag verder onderzoeken. Op het kabinet Volksgezondheid en het federale begeleidingsplatform stuitten we niet op een njet. Ons voorstel is ook niet te nemen of te laten - we zoeken een alternatief voor een onwerkzaam model. In Wallonië is er evenwel weinig enthousiasme voor ons idee. Niet dat er meer enthousiasme zou zijn voor de samenwerkingsverbanden. Men is er gewoon nog niet uit, denk ik. Misschien moeten we het idee laten varen dat we onze modellen meer uniform kunnen maken." "De Riziv-ambtenaar die vroeger de dossiers opvolgde, Luc Maroy, wilde de wachtposten als professionele keuze uitbouwen. Nu bekijkt het Riziv de zaken eigenlijk puur boekhoudkundig- technisch. Een visie van hoe de zorg er voor patiënten moet uitzien buiten de normale werkuren, die missen we", besluit Van de Velde.