...

Toch is het geen betweterig boek geworden, dat beweert te weten hoe een burn-out (niet) werkt. Sillis brengt een eerlijk relaas van zijn eigen wedervaren en probeert daarna over te gaan tot een doordachte analyse. In het eerste hoofdstuk brengt hij een gevoelig en doorleefd verhaal van hoe hijzelf zijn burn-out beleefde: van hoe hij de eerste symptomen ervoer tot het moment waarop hij zichzelf stilaan uit het dal zag kruipen. Marijn Sillis maakte als het ware een dagboek van zijn ziekte. Dat het over zijn situatie ging, erkent hij als een belangrijk startpunt waaruit later inzicht en herkenning, begrip en nuance zijn gegroeid. Hij relativeert tegelijk zelf de waarde ervan, want het is een greep uit zijn eigen ervaringen, niet representatief voor anderen, want bij burn-out schrijft ieder zijn eigen verhaal. In het tweede hoofdstuk probeert hij zijn ziekte vanop een grotere afstand te bekijken en het bredere plaatje te schetsen. Hij definieert, zet de clichés in de juiste context en lijnt de tegenstellingen tegen elkaar af. De auteur deelt eerlijk zijn emoties, gedachten en inzichten en gaat het gesprek aan met lotgenoten. Via die gesprekken met lotgenoten wil hij een analyse maken, geen wetenschappelijke, maar een analyse als ervaringsdeskundige. Een opvallend onderdeel is het deel met wat Sillis de figuranten noemt: hulpverleners, werkgevers, de adviserend geneesheer en de eigen partner. Met toch wel enkele opgemerkte passages over de soms tegenstrijdige visies van 'adviserende' - Sillis noemt ze controlerende - artsen en huisartsen. De hardheid van de stellingen maakt het er voor de patiënt maar zelden eenvoudiger op. De auteur rondt zijn boek af met de oplossingen die er volgens hem niet zijn. Lees: die voor ieder slachtoffer van burn-out op een andere manier zullen dagzomen. En tot slot volgt het hoofdstuk van de hoop, waarin hij dan weer een groot deel van het voorbije hoofdstuk relativeert. Het verhaal wisselt eigen beschouwingen van de auteur af met quotes en bedenkingen van zijn dichte en verdere entourage. Het geheel schetst op die manier een zeer gediversifieerd beeld van hoe mensen tegen burn-out aankijken: neutraal, meelevend, bevooroordeeld, ... Bijzondere aandacht krijgt ook het schuldgevoel, want daar kan geen enkele 'burn-outer' onderuit: de gedachte dat het toch wel je eigen schuld moet zijn geweest. Maar ook die gedachte wordt in het juiste perspectief geplaatst.