...

Rouwen en verdriet kennen geen kleur of geen religie, stellen Latifa en Saïda. "We fungeren als wegwijzer en brug tussen patiënten, familieleden en zorgverleners. Al moeten we dagelijks ook taboes doorbreken over het levenseinde, palliatieve zorg en zorgplanning."Voor veel artsen en zorgverleners is MOPA een onbekende. In Antwerpen bouwde de organisatie zich echter al wel een stevige reputatie op. Getuige de 4.000 kliks die Latifa Chebaa op Facebook en Twitter verzamelde met haar oproep om ideeën in te sturen naar hetpalliatiefdebat.be van Kom op tegen Kanker."Moslims en personen met een migratieachtergrond vinden de weg naar de palliatieve zorg moeilijk of niet", stelt Latifa Chebaa. "MOPA wijst deze mensen de weg en ondersteunt patiënten en hun familieleden in alle aspecten die samenhangen met palliatieve zorg en het levens-einde." Die ondersteuning kan zeer breed zijn en op diverse plaatsen: het ziekenhuis, thuis, in woonzorgcentra, zelfs tot op school of het werk. "Vaak komt het erop neer dat we patiënten eerst wegwijs moeten maken in de Belgische gezondheidszorg en in het netwerk van sociale steunorganisaties. Maar onze eigenlijke kerntaak is het levenseinde bespreekbaar maken. Ook met mensen voor wie die bespreekbaarheid verre van evident is.""Specifiek aan MOPA is dat onze ondersteuning vertrekt vanuit een cultuur- en geloofssensitief perspectief", vertelt Saïda Chebaa. "Voor moslims ligt alles in de handen van Allah, ook ziekte en gezondheid. Allah geeft het leven en Allah neemt het leven. Toch moeten moslims zelf om hun weg zoeken in dit leven en ze worden door Allah aangespoord om te geloven in genezing. De bescherming van het leven is dan ook heilig volgens de islam."Dat de mens zich moet schikken naar de wens van Allah, kan echter ook tot manifeste ontkenning van de situatie leiden. Als artsen voorstellen om op zeker moment curatieve behandelingen stop te zetten omdat ze geen effect meer hebben, kan dat leiden tot ernstige gewetensnood bij families. Vaak zoekt de familie radeloos nog naar een allerlaatste strohalm, ook al is die er medisch gezien niet meer. "Daarom is er zoveel uitleg en ondersteuning nodig. Door de artsen, door ons, door vertrouwenspersonen, door spirituele begeleiders, ... en vooral ook is er veel tijd nodig", zegt Latifa. "Tijd om te laten bezinken, om met elkaar in het reine te komen of om bijvoorbeeld nog een bedevaart te plannen. Tijd ook om het afscheid voor te bereiden." "De laatste levensfase is voor vele mensen met een migratieachtergrond en in het bijzonder moslims en hun families een zeer intense periode. Omgeven zijn door familieleden en mensen die je na aan het hart liggen, is voor elke stervende belangrijk. Bijkomend staan voor vele mensen met een migratie-achtergrond het spirituele en religieuze centraal tijdens de laatste levensuren. Een belangrijk ritueel voor moslims is het herhaaldelijk uitspreken van de geloofsgetuigenis of de Sjahada", zegt Saïda Chebaa, "liefst door de stervende zelf, of tenminste in het oor gefluisterd door een naaste of een geestelijke." Dat kan een reden zijn waarom patiënten en familieleden vragen om niet te sederen omdat ze het stervensproces zo bewust mogelijk willen meemaken. Soms wordt zelfs pijnstilling om die reden geweigerd. Maar evengoed kan onwetendheid een motief zijn. Pijnstilling en sedatie worden vaak aanzien als een vorm van euthanasie, hetgeen een absolute rode lijn is voor moslims.Covid-19 betekende ook een aanslag op die rituelen en op de moslimgebruiken na het overlijden. Zo zijn er het rituele wassen, kleden en het Djanazah-gebed, het gebed voor de overledene in de moskee. Dat zijn in principe taken voor de familie en medegelovigen, niet voor het verzorgend personeel. Door corona verliep dat allemaal anders. Ook begrafenissen lagen moeilijk, zeker als mensen wilden teruggebracht worden naar hun vaderland. Daar zijn nog steeds grote problemen rond."We kregen de voorbije maanden van over heel België telefoons van ziekenhuizen en zorgverleners met vragen over hoe ze moesten omgaan met corona-overlijdens van moslims en mensen met een migratieachtergrond", stelt Latifa Chebaa. "Daarom heeft MOPA sinds kort het Kenniscentrum Samen In opgericht voor 'inclusieve palliatieve ondersteuning'. Via dit Kenniscentrum wil MOPA zorgprofessionals met vragen over palliatieve zorg en levenseindezorg bij mensen met een migratieachtergrond adviseren, kennis delen en opleidingen op maat verzorgen." "We zijn nog steeds een kleine organisatie met vier stafmedewerkers (2,5 FTEs) en een 20-tal vrijwilligers", sluit Latifa af. "Van bij de opstart in 2011 werden we als pilootproject financieel gesteund door Kom op tegen Kanker en sinds enige tijd ook door de stad Antwerpen. Daarom blijft Groot-Antwerpen ook in de toekomst het belangrijkste werkterrein van MOPA."Met het Kenniscentrum Samen In slaat MOPA echter haar vleugels uit. Zowel in de Mechelse als Gentse regio werden vrijwilligers opgeleid waarmee aan andere organisaties ondersteuning wordt geboden. "We merken ook dat er overal nood is aan bijkomende palliatieve begeleiding. De vraag is vele malen groter dan het aanbod en met het Kenniscentrum staan we klaar om op deze vragen in te gaan."