...

Geboren in 1881 in een stadje dat nu in Roemenië ligt, gaf Béla Bartók al vlug blijk van een uitzonderlijk muzikaal talent, dat door zijn moeder werd aangemoedigd. Hij kreeg les van de beste muziekleraren en ontpopte zich als een gegeerde concertpianist.Als componist haalde hij zijn inspiratie aanvankelijk uit werken van Hector Berlioz, Franz Liszt en Richard Strauss. Later werd hij vooral bekend voor zijn affiniteit met de volksmuziek, waarvan hij, in samenwerking met zijn vriend Zoltán Kodály, de melodieën ter plaatse met een fonograaf opnam. Bij de uitvoering van sommige atonale werken ontstond er soms weerstand van de muzikanten die zijn composities 'onspeelbaar' vonden, maar hij oogstte toch veel succes. In Duitsland werd zijn muziek door het naziregime in 1933 als ' entartet' (ontaard) beschouwd en bijgevolg verboden.Dat bracht Bartók er toe om in 1940 naar de Verenigde Staten uit te wijken, waar zijn muziek echter minder geapprecieerd werd. Het belette hem niet om er zijn populairste werk te componeren, het Concert voor orkest. Zijn laatste composities raakten door zijn ziekte onvoltooid, en werden door zijn leerling Tibor Serly afgewerkt. In de VS had hij het financieel erg moeilijk. Zijn ziekenhuis- en behandelingskosten werden door de ASCAP (American Society of Composers, Authors and Publishers) betaald. Als jonge knaap leed Béla Bartók aan constitutioneel eczeem, hooikoorts en recidiverende bronchitis, soms evoluerend naar longontsteking. Hij was ook vrij introvert. Zijn vader overleed in 1888 aan de ziekte van Addison, gevolg van bijniertuberculose.Op 19-jarige leeftijd werd bij de componist longtuberculose gediagnosticeerd. Zijn eerste echtgenote, Márta Ziegler, zal later eveneens aan tuberculose lijden, terwijl zijn tweede echtgenote, de pianiste Ditta Pásztory, voor dezelfde kwaal een kuur in een Zwitsers sanatorium zal volgen.Bartók was, mede door zijn gezondheidsproblemen, niet een flamboyante figuur, zoals Franz Liszt bijvoorbeeld. Hij was eerder bescheiden en zwijgzaam, maar oogstte als concertist toch succes in verschillende Europese steden. Met zijn vriend Kodály heeft hij zich gedurende 35 jaar geconcentreerd op Hongaarse volksliederen, die voor zijn composities een belangrijke bron van inspiratie waren. Hij voelde zich nauw betrokken met het nihilisme van Nietzsche, maar weerlegde het pessimisme van Schopenhauer.Door zijn slechte conditie en laag gewicht (hij woog toen amper 45 kg!), ontsnapte Béla Bartók in 1914 aan de mobilisatie en dus aan de gruwel van WO I. Na de oorlog werd hij wel besmet met het virus van de Spaanse griep, die met naar schatting tussen 20 en 60 miljoen doden meer slachtoffers eiste dan de oorlog zelf. Als bij wonder was hij na een maand bedlegerigheid terug op de been.Als overtuigde pacifist was Béla Bartók sterk gekant tegen het opkomend nazisme en dacht hij er aan om naar de Verenigde Staten uit te wijken. Hij heeft gewacht tot de dood van zijn moeder in 1939 om zijn geboorteland te verlaten en zich in New York te vestigen. Tijdens de winter 1940-1941 kloeg hij van invaliderende gewrichtspijnen in schouders en benen, mogelijk de eerste verschijnselen van leukemie die vaak met botpijnen gepaard gaat. Om de pijn te bestrijden werd hij met röntgenstralen behandeld, zonder veel soelaas.Men kan zich de vraag stellen of dit wel verantwoord was, aangezien radioactieve stralen zelf leukemie kunnen veroorzaken. Vanwege zijn longziekten werden bij Béla Bartók ook voordien heel wat radiografieën genomen, waarvan de straaldosis zeker de huidige veiligheidsnormen sterk overschreed.Vanaf april 1942 werd hij elke avond subfebriel. Aanvankelijk dachten de artsen dat zijn koortsopstoten en hyperleukocytose het gevolg waren van een opflakkerende tbc. Een beenmergpunctie wees echter op een myeloïde leukemie. Naargelang de ziekte verder evolueerde, werd de componist, mede door zijn precaire financiële situatie en de oorlog in zijn vaderland dat met Hitler meevocht, erg melancholisch. Toch bleef hij verder actief, hij gaf lezingen en concerten, want de muziek was voor hem belangrijker dan zijn gezondheid.In de VS werden zijn composities echter minder geapprecieerd dan in Europa. Door de aanhoudende koorts en het gemis aan eetlust daalde zijn lichaamsgewicht verder onder de 40 kg. Hij werd behandeld met radiotherapie op botten en milt en kreeg ook arseenderivaten. Tot op het einde bleef hij in het ongewisse over de aard van zijn ziekte, maar hij was erg sceptisch over de mogelijke resultaten van zijn behandeling.Een jaar na de diagnose ging hij in remissie en hoopte dan toch nog op genezing. Dat wordt muzikaal geïllustreerd in het laatste deel van zijn Concerto voor orkest, dat een terugkeer naar het leven suggereert. Om de componist niet te ontmoedigen bleven de artsen de ernst van zijn toestand ontkennen, hetgeen het vertrouwen van de patiënt zeker niet ten goede kwam. In september 1945 nam de anemie dramatische proporties aan, met een ineenstorting van zijn immuniteit als gevolg.Hij overleed op 26 september 1945 op 64-jarige leeftijd. Zijn stoffelijk overschot werd op verzoek van zijn beide zoons in 1988 naar Hongarije overgebracht waar hij in Boedapest een staatsbegrafenis kreeg. Op het Spanjeplein in Brussel, nabij het Centraal Station, staat een standbeeld van Béla Bartók, geschonken door de stad Boedapest in 1995, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van zijn overlijden.