De voorbije jaren werd de Europese tentoonstellingswereld overheerst door Giacometti en de onvermijdelijke Picasso. Dit najaar heeft een derde kunstenaar zich aangemeld onder de giganten, met name Auguste Rodin. Tot 21 november loopt in Tate Modern, Londen een solotentoonstelling van de Franse beeldhouwer, in Parijs loopt nog tot na nieuwjaar de fenomenale dubbelexpo Rodin-Picasso in de monografische musea van de twee kunstenaars.
...
Het is niet omdat je twee grote namen op dezelfde affiche plaatst, dat je ook een goeie tentoonstelling hebt. Vaak is het tegendeel waar. Er moet minstens een duidelijk verband zijn tussen de twee kunstenaars, er moeten vonken ontstaan wanneer hun werk samen getoond wordt.Bij Rodin (1840-1917) en Picasso (1881-1973) is die relatie heel duidelijk aanwezig. Toen de Spaanse kunstenaar in het jaar 1900 als 18-jarige en leergierige kunstenaar in Parijs arriveerde ging hij meteen naar Rodins eerste retrospectieve tentoonstelling kijken in het Pavillon de l'Alma ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. De expositie maakte op de jonge Picasso een verpletterende indruk. De academisch geschoolde kunstenaar ontdekte bij de Franse beeldhouwer de vrijheid en de expressieve kracht van de beeldtaal, wat hem meteen aan het tekenen zette. Dit gegeven is het vertrekpunt van de tentoonstelling in het Musée Picasso waar Rodin met égards ontvangen wordt. Het meer roman tische Musée Rodin, gelegen in het idyllische groen, is dan weer meer geschikt om de meer intieme, zeg maar erotische werken van de beide meesters te tonen. De flamboyante beeldhouwer Auguste Rodin, destijds zo schitterend in beeld gebracht door de Franse auteur Gérard Depardieu in de film Camille Claudel (Bruno Nuytten, 1988), heeft zonder meer een cruciale rol gespeeld in de overgang van het academisme naar de moderne kunst. Zonder Rodin geen Picasso zou men kunnen stellen. In die uitspraak zit zeker een grond van waarheid, al zou Picasso dat niet graag horen. Wanneer in 1952 de naam Rodin naar voor komt in het debat over de oprichting van een nieuw standbeeld voor Victor Hugo, verklaarde Picasso. ' Le Rodin est une petite chose pour une grande place', eraan toevoegend ' dat zou goed zijn in afwachting, als men niets anders heeft. In afwachting van mijn monument...'. Typisch Picasso. Wat niet wegneemt dat hij zijn verbondenheid met Rodin niet heeft kunnen verbergen. Al is even waar dat het genie Picasso zich ook zonder Rodin hoe dan ook zou hebben gemanifesteerd.Onder giganten spreekt men liever niet van beïnvloeding, eerder van - al dan niet wederzijdse - bevruchting. Feit is dat Picasso toen hij in 1900 als 18-jarige in de Lichtstad neerstreek, meteen onder de indruk was van de ruim 40 jaar oudere Rodin, in zoverre dat hij later in zijn atelier in Barcelona zelfs een foto van diens meesterwerk Le Penseur aan de muur hing. Hoe dan ook, hoewel Rodin in 1917 overleed zou hij sporen nalaten in het verdere oeuvre van Picasso die hem 55 jaar overleefde. In al zijn stijlperiodes zijn parallellen te trekken alsof Rodin voor Picasso de standaard was die hem houvast bood. Dat gegeven wordt heel sterk uitgewerkt in de tentoonstelling. Niet alleen op artistiek vlak, ook als mens moeten deze twee dominante figuren met een sterk libido parallellen gekend hebben. Wat ook blijkt uit de sterke thema's die ze in hun loopbaan ontwikkelden en waarin de mens centraal staat, van eros tot thanatos. Samen worden meer dan 500 kunstwerken getoond op de twee locaties. Maak er een daguitstap van, laat de kunst van de twee grootmeesters op u inwerken, ontdek de kracht van hun werk en geniet van de schoonheid van hun creaties. De strijd der giganten eindigt onbeslist. Er is geen verliezer, alleen twee winnaars.