...

Het zijn bange dagen voor vele schilders van de voorbije eeuwen. Auguste Renoir krijgt via Instagram een hele actiegroep over zich heen, Renoir sucks at Painting, die de kunstwerken van de Franse impressionist uit de musea wil bannen. En dit om twee redenen: zijn schilderstalent wordt in twijfel getrokken én zijn voorliefde voor vrouwelijk naakt gehekeld.Andere kunstenaars volgen, zelfs Picasso is in het vizier. Alleen met Paul Gauguin weten de actievoerders geen goede raad. Bij Renoir-haters lezen we soms: Give us work by Paul Gauguin. Anderen vinden dan weer dat zijn losbandige leven op de Markiezeneilanden een voldoende reden is om hem te bannen.Hoe dan ook, Gauguin kijkt zijn publiek recht in de ogen in The National Gallery in Londen waar voor het eerst een tentoonstelling wordt gewijd aan zijn portretten. Daarin ontdekken we een Gauguin die breekt met de traditionele portretkunst waarin de persoonlijkheid, de sociale status of de familiale achtergrond van het subject wordt weergegeven. Het portret - en bij uitstek het zelfportret - is voor Gauguin het middel om te experimenteren met kleur en vorm. Ook via de portretten zien we hoe geleidelijk aan de exotische culturen de interesse winnen van Gauguin die als kind opgegroeid was in Peru. Op een van de portretten beeldt hij zichzelf af als een duivel in het gezelschap van twee Polynesische schoonheden.The National Gallery gaat de recent ontstane controverse over de Polynesische avonturen van Gauguin en de impact van het kolonialisme niet uit de weg in deze uitermate boeiende tentoonstelling.