...

De voorstelling begint luchtiger dan je op basis van het onderwerp zou vermoeden. "Ik ben Jean-Paul Sartre, en ik doe Donald Duck na", verrast Frank Focketyn. Wat niet gelogen is: in intieme kring stond de Franse filosoof naar verluidt bekend om zijn imitaties van de cartooneend.Hoewel verre van een dijenkletser, slaagt Sartre & de Beauvoir erin iets van die lichte toon te behouden. De voorstelling vliegt voorbij, ook al valt er ogenschijnlijk weinig te beleven: Frank Focketyn en Sien Eggers zitten aan een tafeltje dat herinneringen oproept aan een Parijs caféterras, en praten tegen het publiek, meer dan anderhalf uur lang. De coproductie van Het Zuidelijk Toneel (Tilburg), De Verwondering en Arenberg Antwerpen is de vierde in een reeks van wat op korte tijd haast een genre op zich is geworden: de filosofenmonologen van schrijver en regisseur Stefaan Van Brabandt. Socrates, gespeeld door Bruno Vanden Broecke, beet in 2015 de spits af, gevolgd door Marx en Spinoza. Ook al is Sartre & de Beauvoir, anders dan zijn voorgangers, een dialoog, de stempel is herkenbaar: stoelend op voortreffelijke acteurs, en zeer verhelderend geschreven. Die bijna educatieve inslag hield echter ook steeds een beperking in: op zeker moment in de tekst kondigt zich het moment aan waarop de denkbeelden van de filosoof in kwestie moeten worden geduid. Dat is er hier niet minder om, te meer omdat er twee denkwerelden ter sprake moeten komen. Wat dat betreft, komt de Beauvoir er in verhouding tot Sartre (met noties als persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid) overigens enigszins bekaaid vanaf.Gelukkig echter voegt Van Brabandt in deze voorstelling een extra laag toe: ze gaat niet enkel over de filosofen Sartre en de Beauvoir, maar ook over de liefde tussen deze grote geesten. Zie ze daar op latere leeftijd aan hun tafeltje zitten: ze hebben elkaar in hun onderlinge verhouding heel wat openheid gegund, en dat ging niet zonder slag of stoot, maar ze waren - en zijn nog steeds - innig met elkaar verbonden.Focketyn, Eggers en Van Brabandt hebben alle drie een verleden bij Cie. de KOE, en de erfenis daarvan is merkbaar in de speelstijl: wat ze zeggen, is concreet en communiceert, er gaat geen woord verloren. Niet dat Focketyn en Eggers Sartre en de Beauvoir gaan imiteren: ze nemen hun eigen acteurspersoonlijkheid als basis, en kleuren van daaruit de twee historische figuren in. Een krachttoer.