Alcohol is een natuurproduct dat al millennia verweven is met de menselijke cultuur. Als genotsmiddel en roesverwekker speelt deze molecule een rol in de culinaire, medicinale en ceremoniële historie van de mensheid. Drie boeken exploreren de verbanden tussen ethanol, biologie, geologie en geschiedenis.
Alcohol en de evolutietheorie
...
De relatie tussen de mens en alcohol is een 'lange en sociale verhouding', dat idee is de rode draad doorheen Alcohol and Humans, het veelzijdige boek samengesteld door de biologen Kimberley Hockings en Robin Dunbar.Het verhaal begint tien miljoen jaar geleden toen sommige apen met een nieuwe mutatie overrijp fruit konden eten zonder ziek te worden van de gefermenteerde suikers. Deze mensapen kregen zo een bijkomende bron van calorieën ter beschikking die hun overleving begunstigde en waardoor ze aan het begin stonden van een nieuwe tak die uiteindelijk in de mens zou uitlopen.Een 20-tal biologen, antropologen, psychologen en archeologen leveren bijdragen aan een fascinerende bundel die duidelijk maakt hoe onze evolutionaire geschiedenis nauw verweven is met alcohol. Deze molecule speelde een rol in het ontstaan van menselijke samenlevingen niettegenstaande alcohol een harddrug is die onnoemelijk veel leed kan veroorzaken. Alcoholisme is de extreme versie van de biologisch ingebouwde gevoeligheid voor roes, genot en convivialiteit.In vele culturen en periodes was alcohol een katalysator van intermenselijke relaties. Uit het oergraan einkorn kon veel gemakkelijker bier gemaakt worden dan brood gebakken. De landbouw is wellicht niet begonnen om meer voedsel te produceren (dat was er in vele vormen genoeg) maar om te brouwen. Sociaal drinken, bij een vuur waarbij voedsel en verhalen gedeeld werden, heeft een sleutelrol gespeeld in 400.000 jaar evolutie van de primaat met grote hersenen. Dinosaurussen, ammonieten of vulkanen hebben op het eerste gezicht niet veel met wijn te maken. De Franse geoloog en wijnliefhebber Charles Frankel beschrijft in Land and Wine met evenveel zwier als mineralogische deskundigheid de ontstaansgeschiedenis van Franse ondergrond en hoe je die kan proeven in de wijnen die gemaakt worden van de druivenranken die er op groeien.Frankels verhaal begin op de oudste gesteenten waarop wijngaarden liggen, bij de chenin blanc van Savennières aan de boorden van de Loire die groeit op schist van 500 miljoen jaar oud, uit de tijd dat het proto-Frankrijk ontstond uit de botsing van twee continentale massa's. Het boek eindigt bij de grenache en mourvèdre van Tavel en Chateauneuf-du-Pape die gedijen op de keien en het grind die 2 miljoen jaar geleden door gletsjers uit de Alpen de Rhônevallei werden ingeschoven.Zo vertellen de wijnen het verhaal van de geologische ontstaansgeschiedenis van een land dat we toch vooral kennen als decor voor vakanties. Met het glas in de hand kan je nu met Frankel mee door de tijd reizen en wat bijleren over de wordingsgeschiedenis van het aardoppervlak terwijl intussen de reuk- en smaakpapillen geprikkeld worden. Een ver prehistorisch verleden heeft nog steeds impact op onze beleving in het nu. Wie dacht dat geologie een stoffige discipline was over levenloze rotsen en mineralen leert uit dit verhaal dat alles wat nu leeft en eet en drinkt nauw verweven is met de geschiedenis van de grond waarop we leven. De Belgische historicus Jacques R. Pauwels beschrijft in Bacchus in Gallië de geschiedenis van Frankrijk met wijn als rode en witte draad door meer dan 20 eeuwen tumult, tussen de monding van Rhône en de hellingen van Reims. Dankzij en via Grieken en Romeinen bereikte de viticultuur Gallië. De wijngod Bacchus heeft daar hoogtepunten beleefd, zoals in de middeleeuwen toen er nog geen concurrentie bestond van koffie of thee. Toen groeiden er al druivenranken tot in het hoge noorden van het koninkrijk, tot in het graafschap Vlaanderen. De wijncultuur kende ook dieptepunten, zoals de rampzalige crisis van omstreeks 1900, veroorzaakt door de uit Amerika afkomstige druifluis Phylloxera.Pauwels vertelt een boeiend verhaal, minder van de drank zelf, als wel van de mensen die hem maken, drinken en inzetten in schermutselingen om productiemiddelen, macht of identiteit. Waarbij elke ontwikkeling toch vooral geduid wordt als gevolg van kapitalistische mechanismen. Voor wie bestand is tegen zijn stijl vindt hier een gemakkelijk weglezend verhaal met heel wat achtergrond bij druiven, appellations, wijnen en wijngaarden alsook van glazen, flessen, kurken en vaten die je niet achter de etiketten op de fles zou vermoeden. Wijn en brood (allebei fermentatieproducten) spelen bijvoorbeeld een niet te onderschatten rol in de Franse revolutie. Historische gebeurtenissen krijgen extra diepgang en aroma mee door hun verbanden met het gegist druivensap.